Na de middelbare school begon Horst Frank een commerciële opleiding, die hij wegens het vervullen van zijn militaire dienstplicht aan het einde van de Tweede Wereldoorlog moest afbreken. Van 1947 tot 1949 voltooide hij een acteursopleiding aan de Musikhochschule Hamburg. Hij slaagde niet voor het eindexamen, maar kreeg in 1950 toch zijn eerste verbintenis. Zijn studie financierde hij met gelegenheidswerkzaamheden als nachtwaker, babysitter en etalagedecorateur. Na zijn opleiding volgden verbintenissen bij diverse theaters. Vooreerst bij het Stadttheater Lübeck, later in Bonn, Bazel, Baden-Baden en dan bij de Städtische Bühnen Wuppertal. Tijdens zijn tv-carrière keerde hij alleen maar terug bij het theater voor tourneeproducties, die dankzij zijn grote populariteit tot successen leidden.
Carrière
Als filmacteur
In de jaren 1950 speelde hij in meerdere Duitse bioscoopfilms. Naast positieve helden werden in de toenmalige film ook antihelden gevraagd. Frank specialiseerde zich op pessimistische, droefgeestige karakters. Na twee tv-producties kreeg hij deze rol in zijn eerste bioscoopfilm Der Stern von Afrika (1957). In deze heldhaftige oorlogsfilm speelde hij de cynische piloot Albin Droste. Er volgden verdere anti-oorlogsfilms, zoals Haie und kleine Fische (1957) en de Stalingrad-film Hunde, wollt ihr ewig leben (1958). Daarnaast was hij voorbestemd voor de rol van daders met een dwangneurose. Zo speelde hij in 1958 in Das Mädchen vom Moorhof en de krimifilm Der Greifer (met Hans Albers als commissaris) telkens een angstaanjagende moordenaar. In hetzelfde jaar (1958) won hij de Preis der deutschen Filmkritik in de categorie "beste acteur".[4]
In de jaren 1960 bleef hij schurkenrollen spelen. Hij speelde de 'Boss' in het Kiez-milieu van St. Pauli, in de Jerry Cotton-verfilming Um null Uhr schnappt die Falle zu (1966) en in Die Rache des Dr. Fu Man Chu (1967). Deels had hij daarbij de andere booswicht Klaus Kinski als filmpartner. In het drama Caligula (1966) schitterde hij in de titelrol. Enkele agentenfilms profiteerden van zijn markante stem. Pas in 1971 was hij weer betrokken bij een groot publiekssucces, in de verfilming Und Jimmy ging zum Regenbogen.
Als tv-acteur
Door zijn optreden in de ZDF-misdaadseries Der Kommissar, Derrick en Der Alte, alsook als Baron de Lefouet in de meerdelige serie Timm Thaler (1979) naar het kinderboek van James Krüss bevestigde hij zijn tv-carrière. Ook was hij steeds aanwezig in andere rollen in diverse tv-series, waaronder Der Winter, der ein Sommer war, Rivalen der Rennbahn, Das Traumschiff en Elbflorenz. Ook speelde hij gastrollen in bijna alle Duitse misdaadseries, waaronder Der Kommissar, Der Alte, Sonderdezernat K1, SOKO 5113, Polizeiruf 110, Derrick, Der Fahnder, Tatort, Großstadtrevier, Peter Strohm en Adelheid und ihre Mörder. De Internet Movie Database registreert zijn medewerking in meer dan 140 verschillende films en series.
Verdere activiteiten
Door zijn markante stem werd Frank ook veel gevraagd voor hoorspelen. Reeds in 1953 sprak hij onder regisseur Eduard Hermann in Sie klopfen noch immer, met onder meer Kurt Lieck en Hans Lietzau. Meer succesvol was het hoorspel Die drei Fragezeichen, waarmee hij als hoofdcommissaris Reynolds bekend werd en aan wie hij tot de in 1985 gepubliceerde aflevering 36 (Der Super-Wal) regelmatig zijn stem leende. Bij het label Europa sprak hij meerdere rollen. Ook was hij kapitein Nemo in de Europa-versie van 20.000 Meilen unter dem Meer van Jules Verne. Samen met zijn echtgenote en actrice Brigitte Kollecker vertolkte hij het kibbelende paartje Tom Fawley en Eireen Fox in drie afleveringen van de Gruselserie van H.G. Francis. Als stemacteur leende Frank zijn stem aan onder andere Laurence Harvey in Botschafter der Angst en Jack Palance in Der letzte Coup der Dalton Gang. Frank probeerde het ook als dichter. De gedichtenbundel Wenn ich im Spiegel mich beschau verscheen in 1989 bij de R.G. Fischer Verlag. Enkele gedichten uit de bundel sprak hij in voor het muziekalbum Lampenfieber (1989). Bovendien verrichtte hij uitstapjes in de muziekwereld. In 1989 publiceerde hij zijn memoires onder de titel Leben heißt Leben.
Privéleven en overlijden
Horst Frank woonde meerdere jaren in Frankrijk en Italië. Van 1961 tot 1963 woonde hij in Tanganyika op zijn eigen farm. Politieke uitwerkingen dwongen hem terug te keren naar Duitsland. Uit zijn eerste huwelijk stamt een zoon. Vanaf 1961 was hij een kort jaar getrouwd met de actrice Chariklia Baxevanos, met wie hij een dochter (Désirée) had. In 1979 trouwde hij voor de vierde keer met de actrice Brigitte Kollecker. Hij overleed op 25 mei 1999 op nog net 69-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hersenbloeding en werd bijgezet in Hamburg op het kerkhof van Ohlsdorf.