De Gronings-Oost-Friese dialecten zijn een groep Friso-Saksische variëteiten die samen het Gronings-Oost-Fries vormen. Ze worden ook weleens apart gezien als Gronings en Oost-Fries, waarbij de grens tussen Nederland en Duitsland (Groningen en Oost-Friesland) als taalgrens gezien wordt. Onterecht, gezien het dialect over de grens in bijna ongewijzigde vorm doorgaat. De indeling van de dialecten staat hieronder vermeld, waarbij de nummers verwijzen naar de nummers op het kaartje.
8 Reiderlands, gesproken in de Nedersaksische gemeentes Bunde, Jemmingen en Weener; vrijwel geheel overeenkomstig met Oldambtsters. Ook het Emder Plat kent veel kenmerken van het Reiderlands en wordt er soms ook bij gerekend.
9 Veen-Oost-Fries, gesproken in het veengebied, het zuiden van Oost-Friesland.
Soms wordt het Harlingerlands ook tot het Oost-Fries gerekend, maar bezit in mindere mate de Friese Substraat. Zo zeggen ze in het Oost-Fries proten (praten) en in het Harlingerlands snacken zoals in de andere Noord-Nedersaksische varianten.
Het Oldambtsters en het Reiderlands worden soms ook wel als één dialect gezien, het Oldambtsters-Reiderlands, gezien er nauwelijks verschil tussen beide vormen bestaat.