Nu de Duitsers door de FIM weer waren toegelaten tot internationale wedstrijden, kon de Deutscher Motorsport Verband ook een WK-Grand Prix organiseren. Ze doopten daarvoor de al lang bestaande Solituderennen om tot Grand Prix. In het seizoen 1951 was een aantal buitenlandse coureurs al naar de Solituderennen gegaan, waar Enrico Lorenzetti (250 cc), Geoff Duke (350 cc en 500 cc) en Eric Oliver/Lorenzo Dobelli (750cc-zijspannen) hun klassen wonnen voor een groot en enthousiast publiek. Zij hadden daardoor al enige circuitkennis, waarvan Duke geen gebruik kon maken. Hij was bij een race buiten het WK geblesseerd geraakt en moest zijn seizoen vroegtijdig beëindigen. Ray Amm kon de Norton-kleuren niet verdedigen nadat hij in de trainingen geblesseerd raakte. Reg Armstrong was erg succesvol met twee overwinningen. De Duitsers, die zich eerder in het seizoen nauwelijks hadden laten zien, verrasten met overwinningen in de 250- en de 125cc-klasse, vooral omdat ze dat met DKW's en NSU's deden.
500cc-klasse
Zonder de geblesseerde Geoff Duke en Ray Amm had Umberto Masetti zijn voorsprong in het wereldkampioenschap flink uit kunnen bouwen, maar hij viel uit. Dat opende de weg voor Reg Armstrong, die niet alleen won, maar ook de leiding in het kampioenschap overnam. Armstrong moest de honeurs voor Norton ook waarnemen, nu Duke en Amm de rest van het seizoen uitgeschakeld waren. Het werd een spannende finish, met de Norton-rijders Armstrong, Ken Kavanagh en Syd Lawton binnen één seconde. Les Graham werd vierde met de MV Agusta 500 4C, maar had ruim een halve minuut achterstand. Auguste Goffin had in zijn thuis-Grand Prix net naast de punten gegrepen, maar in Duitsland werd hij vijfde. Hans Baltisberger scoorde het eerste WK-punt voor BMW in een soloklasse.
Dat Reg Armstrong de 350cc-race in Duitsland won was geen grote verrassing, want hij was achter de onverslaanbare Geoff Duke al twee keer tweede geworden. Duke kon door een blessure niet deelnemen. Ken Kavanagh werd net als in de 500cc-race tweede, voor Bill Lomas en Syd Lawton met hun AJS 7R's. Ewald Kluge werd vijfde, en dat was wel een verrassing, want terwijl iedereen het erover eens was dat de viertaktmotor het juiste concept was, reed hij met een DKW RM 350 driecilinder tweetaktmotor, waarschijnlijk de eerste motorfiets met een hydraulisch remsysteem.
(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)
250cc-klasse
Van de top tien in de 250cc-klasse scoorde alleen Arthur Wheeler een punt, dus dat de "mindere goden" het goed deden was niet verwonderlijk. Dat een tweetaktmotor kon winnen was wel een verrassing. Rudi Felgenheier won met de DKW RM 250 en zijn teamgenoot, de 43 jaar oude DKW-coryfee Ewald Kluge, werd vierde.
↑ abGeoff Duke was bij een race buiten het WK geblesseerd geraakt.
↑ abcdNiet gefinisht, niet deelgenomen of niet geregistreerd.
↑Bruno Ruffo kwam in botsing met Enrico Lorenzetti en raakte zwaar geblesseerd. Lorenzetti kon zijn race vervolgen, maar komt in de uitslag niet voor.
↑ abRoberto Colombo zou in de 250cc-klasse én in de 125cc-klasse starten, maar raakte in de trainingen geblesseerd.
↑Enrico Lorenzetti heeft in elk geval aan de race deelgenomen, want hij kwam in botsing met Bruno Ruffo en kon daarna zijn race vervolgen. Het is niet bekend of hij is uitgevallen of buiten de top zes eindigde.