First Secretary of StateFirst Secretary of State is een eretitel die af en toe wordt gebruikt in de uitvoerende macht van de Britse overheid. De functie kan het beste worden gezien als een primus inter pares onder de ministers (Engels: Secretaries of State) in het kabinet, maar er zijn geen specifieke bevoegdheden of autoriteit aan verbonden dan die van een andere ministers. Wanneer er geen vicepremier wordt benoemd, functioneert de First Secretary of State als een de facto vicepremier. Indien er zowel geen vicepremier of First Secretary of State wordt benoemd, wordt de minister van Financiën meestal als de de facto tweede hoogste functionaris in het kabinet gezien zoals in het kabinet-Thatcher I met Geoffrey Howe en het kabinet-Major I met Norman Lamont. In het kabinet-Major II en kabinet-Blair III droegen de vicepremiers de titel van First Secretary of State ondanks ze niet aan het hoofd stonden van een ministerie. Sinds het gebruik van de titels van First Secretary of State en vicepremier is het maar één keer voorgekomen dat ze niet door dezelfde persoon werden gehouden in hetzelfde kabinet, in het kabinet-Cameron I was Nick Clegg vicepremier en William Hague First Secretary of State. De laatste First Secretary of State was in het kabinet-Johnson II (2019–2022), de minister van Buitenlandse Zaken Dominic Raab.[1][2][3] First Secretaries of State van het Verenigd Koninkrijk (1962–heden)Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia