Ferdinando Paër

Ferdinando Paër
Ferdinando Paër
Ferdinando Paër
Volledige naam Ferdinando Francesco Paër Delpech
Geboren 1 juli 1771
Overleden 3 mei 1839
Land Vlag van Italië Italië
Nevenberoep muziekpedagoog, muziektheoreticus, dirigent
Instrument piano
Leraren Francesco Fortunati, Gaspare Ghiretti
Belangrijkste werken veel kerkmuziek, een groot aantal opera's, Sinfonia baccante, Vier grote militaire marsen
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Ferdinando Francesco Paër Delpech (Parma, 1 juli 1771Parijs, 3 mei 1839) was een Italiaans componist, muziektheoreticus, muziekpedagoog en dirigent.

Levensloop

Paërs vader Giulio was trompettist in de garde van de hertog van Parma en speelde ook in de kerk en bij feestelijke gelegenheden aan het hof. Ferdinando Francesco Paër studeerde bij Francesco Fortunati en muziektheorie bij de violist Gaspare Ghiretti, een afgestudeerde van het Conservatorio della Pietà dei Turchini, een van de vier voorlopers van het Conservatorio di San Pietro a Majella di Napoli te Napels.

Zijn eerste Italiaanse opera Orphée et Euridice ging nog 1791 te Parma in première. In hetzelfde jaar werd hij theater-kapelmeester in Venetië. Te Venetië werd zijn opera Circe in 1792 het eerst uitgevoerd. Al spoedig volgden andere opera's en hij werd bekend ook buiten Italië. In 1797 vertrok hij naar Wenen, waar hij artistiek directeur van het Kärntnertortheater werd. Ook zijn toekomstige vrouw, de zangeres Francesca Riccardi had aldaar een engagement. In deze functie verbleef Paër tot 1801 en aan het theater gingen verschillende nieuwe opera's in première (Il fanatico in berlina (1797), Camilla (1799), Achille (1801)).

Van 1802 tot 1806 was hij kapelmeester aan het hoftheater te Dresden; zijn echtgenote werd zangeres aan dit theater. Aldaar gingen de opera's I fuorusciti (1802), Sargino ossia L'allievo dell'amore (1803) en Leonora ossia L'amor conjugale (1804) in première. In 1804 werd hij door koning Frederik August I van Saksen benoemd tot hofkapelmeester voor het leven. Toen Napoleon Bonaparte in 1807 in Dresden was, nam hij Paër met naar Warschau en later naar Parijs, waar hij een jaarsalaris van 28.000 Franse Franc ontving. In 1812 werd hij de opvolger van Gaspare Spontini als kapelmeester aan het Théâtre Italien. In deze functie bleef hij tot 1827.

Vanaf 1831 was hij lid van de Académie française. In 1832 werd hij kapelmeester van de Koninklijke muziekkapel aldaar. Paër was onder andere leraar van Franz Liszt te Parijs, die hem ook bij de verbetering en orkestratie van zijn in 1824-1825 gecomponeerde opera Don Sanche ou le Château d´Amour hulp verleende.

Paër schreef als componist meer dan 40 opera's, waarmee hij tijdens zijn leven veel succes had, maar waarvan de meeste na zijn dood in vergetelheid zijn geraakt. Verder schreef hij werken voor harmonieorkest, oratoria, cantates, zangstukken en pianowerken.

Composities

Werken voor orkest

  • Orgelconcert, in D majeur
  • Sinfonia baccante
  • Vive Henry IV, variaties

Werken voor harmonieorkest

Missen, oratoria, cantates en gewijde muziek

  • 1791 Credo
  • 1791 Chirie e Gloria
  • 1805 Missa Piena, in d mineur
  • Beati omnes - salmo 127, concertato voor 4 vocale solisten en instrumenten
  • Cantata pel giorno natalizio, voor solisten, gemengd koor en piano
  • Cantata pour la fête du sacre S.M. le roi de France
  • Cantate pueri, voor 4 vocale solisten
  • Cantata senza titolo, voor 3 solisten, gemengd koor en orkest
  • Das heilige Grab
  • Il santo sepolcro, oratorium
  • Il trionfo della chiesa cattolica, oratorium
  • La passione di Cristo, oratorium
  • Laudate pueri, voor 3 vocale solisten en instrumenten
  • Nisi Dominus, voor 3 vocale solisten
  • Per la festività del santo Natale
  • Quoniam tu solus sanctus, voor bas en orkest
  • Sequenza di S. Domenico, voor 3 vocale solisten
  • Tantum ergo, voor bas, gemengd koor en orkest

Muziektheater

Opera's

Voltooid in Titel Aktes Première Libretto
1791 Orphée et Euridice 1 akte 1791, Parma Duplessis
1792 Circe 3 aktes 9 februari 1792, Venetië, Teatro S. Samuele Domenico Perelli
1792 Le astuzie amorose ossia Il tempo fa giustizia a tutti;
ook bekend als: La locanda de' vagabondi
2 aktes herfst 1792, Parma, Regio Ducale Teatro di Corte Antonio Brambilla
1793 Laodicèa 2 aktes 1 juli 1793, Padua, Nuovo Teatro Giuseppe Foppa
1793 I pretendenti burlati 2 aktes zomer 1793, Medesano, Teatrino Grossardi Gian-Carlo Grossardi
1793 L'oro fa tutto 2 aktes augustus 1793, Milaan, Teatro alla Scala Angelo Anelli
1793 I portenti del magnetismo 2 aktes 1793, Venetië, Teatro Giustiniani in San Moisè
1793 Icilio e Virginia 2 aktes 1793 Padua, Teatro Nuovo Giuseppe Foppa
1794 Il nuovo Figaro;
ook bekend als: Il matrimonio di Figaro
4 aktes carnaval 1794, Parma, Regio Ducale Teatro di Corte Lorenzo da Ponte
1794 Il matrimonio improvviso;
ook bekend als: I due sordi burlati
1 akte 22 februari 1794, Venetië, Teatro Giustiniani in San Moisè Giuseppe Foppa, naar Francisco Albergati Capacelli
1794 I molinari 22 februari 1794, Venetië, Teatro Giustiniani in San Moisè Giuseppe Foppa
1794 L'Idomeneo 2 aktes 21 april 1794, Florence, Teatro degli Intrepidi Gaetano Sertor
1794 L'inganno in trionfo 1794, Florence, Teatro Pallacorda
1794 Il fornaro 1 akte 1794, Venetië, Teatro Giustiniani in San Moisè
1794 Ero e Leandro 2 aktes 13 augustus 1794, Napels, Teatro San Carlo Francesco Saverio Salfi
1794 Una in bene e una in male;
ook bekend als:
Le astuzie di Patacca,
Due pupille e i due tutori,
Die Komödie ohne Theater,
List und Liebe en
L'école des maris
2 aktes 1794, Rome, Teatro Valle Giuseppe Foppa
1794-1795 La Rossana 3 aktes 31 januari 1795, Milaan, Teatro alla Scala Pietro Calvi
1795 Anna 2 aktes 1795, Padua, Teatro Nuovo
1795 Il Cinna 2 aktes 12 juni 1795, Padua, Teatro Nuovo Angelo Anelli
1795 L'intrigo amoroso;
ook bekend als:
Il male vien dal buco,
Gl'intrighi del serraglio en
Saed ossia Il serraglio
2 aktes 4 december 1795, Venetië, Teatro Giustiniani in San Moisè Giovanni Bertati
1796 L'orfana riconosciuta 2 aktes 28 maart 1796, Florence, Teatro della Pergola
1796 L'amante servitore 2 aktes 28 december 1796, Venetië, Teatro Giustiniani in San Moisè Antonio Sografi
1797 Il principe di Taranto;
ook bekend als:
Li fratelli dal Ravanello,
La contadina fortunato,
La finta baronessa of
Li due fratelli ridicoli
2 aktes carnaval 1797, Parma, Regio Ducale Teatro di Corte Filippo Livigni
1797 Il fanatico in berlina Wenen, Kärntnertortheater
1798 La virtù al cimento;
ook bekend als: La Griselda ossia La virtù al cimento
2 aktes carnaval 1798, Parma, Regio Ducale Teatro di Corte Angelo Anelli
1799 Camilla ossia Il sotterrano 3 aktes 23 februari 1799, Wenen, Kärntnertortheater Giuseppe Carpani, naar Benoît-Joseph Marsollier des Vivetières
1799 Poche ma buone ossia Le donne cambiate 2 aktes 1799, Wenen, Kärntnertortheater Giuseppe Foppa
1799-1800 La testa riscaldata 1 akte 30 januari 1800, Venetië, Teatro San Benedetto Giuseppe Foppa
1800 La sonnambula 1 akte 15 februari 1800, Venetië, Teatro San Benedetto Giuseppe Foppa
1800 Ginevra degli Amieri 4 aktes 2 september 1800, Wenen, Kärntnertortheater Giuseppe Foppa
1800 Numa Pompilio 2 aktes 1800, Wenen, privé uitvoering Pietro Bagnoli
1800 Poche ma buone ossia Le moglie ravveduta;
ook bekend als: Le donne cambiate,
Der lustige Schuster of
Die Weibercur
1 akte 18 december 1800, Wenen, Kärntnertortheater Giuseppe Foppa en Giovanni de Gamerra
1801 Achille 2 aktes 6 juni 1801, Wenen, Kärntnertortheater Giovanni de Gamerra
1802 I fuorusciti, ook bekend als: Die Räuberhöhle 2 aktes 13. november 1802, Dresden, Kurfürstliches Theater Angelo Anelli
1803 Sargino ossia L'allievo dell'amore 2 aktes 26 mei 1803, Dresden, Kurfürstliches Theater Giuseppe Foppa, naar Jacques-Marie Monvel
1804 Leonora ossia L'amor conjugale 2 aktes 3 oktober 1804, Dresden, Kurfürstliches Theater Giacomo Cinti, naar Jean Nicolas Bouilly
1804 Lodoiska 3 aktes 1804, Bologna, Teatro Comunale Francesco Gonella
1805 Sofonisba;
ook bekend als: Massinissa of Die Carthagerin
2 aktes 19 mei 1805, Bologna, Teatro del Corso Domenico Rossetti
1805 Il maniscalco 1805, Florence, Teatro Pallacorda
1808 Diana e Eudimione ossia Il ritardo 1808, Parijs, Théâtre Tuileries
1809 L'Agnese di Fitzhenry 3 oktober 1809, Parma, Teatrino di Villa Ombrosa Luigi Buonavoglia
1811 Didone abbandonata 2 aktes 16 juni 1811, Parijs, Théâtre des Tuileries Pietro Metastasio, bewerkt van Stefano Vestris
1811-1812 I baccanti 2 aktes 15 januari 1813, Parijs, Théâtre des Tuileries Gaetano Rossi
1812 Il pazzo ne fa cento 2 aktes 1812, Florence, Teatro della Pergola
1814 Oro non compra amore 2 aktes 1814, Pavia, Teatro dei Signori
1814 L'oriflamme ou Étendard des français
samen met: Henri Montan Berton, Rudolphe Kreutzer en Étienne Nicolas Méhul
1 akte 1 februari 1814, Parijs, Opéra Garnier Charles-Guillaume Etienne en L.-Pierre-Marie-F. Baour-Lormian
1815 L'eroismo in amore 2 aktes 26 december 1815, Milaan, Teatro alla Scala Luigi Romanelli
1816 La primavera felice 1 akte 28 juni 1816, Parijs, Théâtre de la Cour Luigi Balochi
1816 Lo sprezzatore schernito;
samen met: Giovanni Pacini, Niccolò Paganini, Pietro Carlo Guglielmi,
Francesco Giovanni Sampieri, Pietro Generali en Giuseppe Farinelli
1816, Florence, Teatro della Pergola
1818-1820 Olinde et Sophronie 3 aktes niet uitgevoerd Auguste Félix Désaugiers, naar Torquato Tasso, "Il Gerusalemme liberara"
1821 La Maître de chapelle ou Le Souper imprévu;
ook bekend als: Wie gerufen,
The Choir Leader
1 akte 29 maart 1821, Parijs, Opéra-Comique Marie Françoise Sophie Gay, naar Alexandre Duval
1821 Blanche de Provence ou La Cour des fées;
samen met: Henri Montan Berton, François-Adrien Boïeldieu, Luigi Cherubini
en Rudolphe Kreutzer
3 aktes 1 mei 1821, Parijs, Théâtre des Tuileries Léon Théaulon de Lambert en Armand Jean Le Bouthillier de Rancé
1821 Il maestro di cappella 2 aktes 1821, Parijs, Théâtre Feydeau S. Gay
1831 La Marquise de Brinvilliers;
samen met:
Daniel Auber, Désiré Alexandre Batton, Henri Montan Berton,
Giuseppe Marco Maria Felice Blangini, François-Adrien Boïeldieu,
Michèle Enrico Francesco Vincenzo Aloisio Paolo Carafa de Colobrano,
Luigi Cherubini en Ferdinand Hérold
3 aktes 31 oktober 1831, Parijs, Opéra-Comique August Eugène Scribe en François-Henri-Joseph Castil-Blaze
1834 Un caprice de femme 1 akte 23 juli 1834, Parijs, Opéra-Comique I. Pierre-Jean Lesguillon
1839 Olinda e Sofronia onvoltooid Torquato Tasso

Operettes

Voltooid in titel aktes première libretto
1799 Il morto vivo; ook bekend als: Il maniscalco 1 akte 12 juli 1799, Wenen, Kärntnertortheater Carlo Prospera Defranceschi

Werken voor koren

  • La lanterna magica, voor gemengd koor en orkest

Vocale muziek

  • Adieux de la Société de Vienne, voor sopraan, gemengd koor en piano
  • L'amor timido, voor sopraan en piano
  • L'apoteosi, voor zangstem en orkest
  • Eloisa e Abelardo, voor 2 zang solisten, gemengd koor en piano
  • Europa in Creta, voor zangstem en piano
  • Il più bel giorno di festa, voor 4 solisten, gemengd koor en orkest
  • La gloria al massimo degli eroi, voor zangstem, harp en piano
  • La gloria coronante un eroe, voor zangstem, harp en piano
  • La conversazione filarmonica, voor 4 solisten, gemengd koor en orkest
  • Romanza per la nascita del re di Roma

Bibliografie

  • Francis Pieters: Harmoniemuziek voor de ingrijpende hervormingen van Sax (2) - Het repertoire tijdens het Keizerrijk en de Restauratie, in: FEDEKAMNIEUWS - Tweemaandelijks orgaan van de Fedekam Vlaanderen, 27e jaargang, Nr. 1, februari 1982, pp. 23–25
  • Marino Anesa: Dizionario della musica italiana per banda - Biografie dei compositori e catalogo delle opere dal 1800 a oggi, Seconda edizione riveduta e ampliata: oltre 5000 compositori, in collaborazione con ABBM (Associazione Bande Bergamasche), 2004. 2 volumi, 1204 p.
  • Jean Grundy Fanelli: A chronology of operas, oratorios, operettas, cantatas and misellaneous stage works with music performed in Pistoia 1606-1943, Bologna: Edizioni Pendragon, 1998, 301 p., ISBN 978-88-86366-58-8
  • Marino Anesa: Dizionario della musica italian per banda, Primera edizione, 2 vols., 1993-1997.; 1036 p.; Vol. [1]. Biografie dei compositori e catalogo delle opere dal 1800 al 1945, Bergamo : Biblioteca Civica "Angelo Mai". - 1993. - 515 S.; Vol. [2]. Biografie dei compositori e catalogo delle opere dal 1800 ad oggi., Bergamo : Biblioteca Civica "Angelo Mai". - 1997. - 519 S.
  • Gaspare nello Vetro: Teatro Reinach 1871-1944 : gli spettacoli musicali opere concerti operette, in: Nomi Citati Nella Cronologia, Parma: Comune di Parma - Archivo storico Teatro Regio, 1995, 653 p.
  • Alfredo Grandini: Cronache musicali del teatro Petrarca di Arezzo - Il primo cinquantennio (1833-1882), Firenze: Leo S. Olschki, 1995, 377 p., ISBN 978-88-22-24355-3
  • Theodore Fenner: Opera in London : views of the press 1785-1830, Carbondale, Illinois: Southern Illinois University Press, 1994, 788 p., ISBN 978-0-8093-1912-1
  • Martial Leroux: Histories musicales des Hauts-de-Seine, 1993, 490 p.
  • George Martin: Verdi at the Golden Gate : opera and San Francisco in the gold rush years, Berkeley: University of California Press, 1993, 321 p.
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
  • Michele Girardi, Franco Rossi: Il teatro la Fenici : chronologia degli spettacoli 1792-1936, Venezia: Albrizzi Editore, 1989, 491 p., ISBN 88 7837 007 X
  • Giuseppe Triggiani, Franco Mannino: Il melodramma nel mondo 1597-1987, Bari: Levante Editori-Bari, 1988, 378 p.
  • Enrico Stinchelli: I grandi direttori d'orchestra, Rome: Gremese Editore, 1987
  • Gino dell'Ira: Indice Dei Nomi della Cronologia Delle Opere Rappresentate Al Teatro Costanti, Ravvivati e Ernesto Rossi, in: I teatri di Pisa (1773-1986), Pisa: Giardini Editori e Stampatori, 1987, 402 p.
  • Paolo Fabbri, Roberto Verti: Compositori di Opere, Intermezzi, Oratori, Cantate, Serenate, in: Due secoli di teatro per musica a Reggio Emilia., Repertorio cronologico delle opere e dei balli 1645-1857, Reggio Emilia: Edizioni del Teatro Municipale Valli, 1987, 479 p.
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
  • Robert Eitner: Biographisch-bibliographisches Quellen-Lexikon der Musiker und Musikgelehrten Christlicher Zeitrechnung bis Mitte des neunzehnten Jahrhunderts, Graz: Akademische Druck- u. Verlaganstalt, 1959
  • Franz Fiedler: Handlexikon für Zitherspieler. Biographische Notizen über hervorragende Musiker, Fabrikanten und Verleger auf dem Gebiete der Zither ..., Tölz: 1895
  • Leo Benvenuti: Dizionario degli italiani all'estero ..., Firenze: 1890
  • Giovanni Masutto: I maestri di musica italiani del secolo XIX. Notizie biografiche ..., 3. ed. corretta ed aumentata., Venezia: 1882
  • Oscar Chilesotti: I nostri maestri del passato. Note biografiche sui piu grandi musicisti italiani da Palestrina a Bellini ..., Milano: 1882
  • François-Joseph Fétis: Biographie Universelle des Musiciens et bibliographie générale de la musique, Paris: 1881-89, 8 vols. Supplement et complement. 2 vols. ISBN 2-84575-049-8
  • Catalogo della collezione d'autografi. Lasciata alla R. Accademia Filarmonica di Bologna dall' accademico ab. dott. Masseangelo Masseangeli ..., Bologna: 1881
  • Charles Victoire Alfred Langue onder het pseudoniem: Alfred Dantes: Dictionnaire biographique et bibliographique ... des hommes les plus remarquables dans les lettres, les sciences et les arts, etc ..., Paris: 1875
  • Louis Charles Dezobry, Jean Louis Theodore Bachelet: Dictionnaire general de biographie et d'histoire, etc ..., Paris: 1869, 2 vols.
  • Francesco Regli: Dizionario biografico dei piu celebri poeti ed artisti melodrammatici, tragici e comici, maestri, concertisti, coreografi, mimi, ballerini, scenografi, giornalisti, impresarii ecc. ecc. che fiorirono in Italia dal 1800 al 1860 ..., Torino: 1860
  • Johann Christian Ferdinand Hoefer: Nouvelle biographie generale, etc ..., Paris: 1852-66, 46 vols.
  • Filippo de Boni: Biografa degli artisti ..., Venezia: 1840
  • August Schmidt, Bernhard Friedrich Voigt: Neuer Nekrolog der Deutschen ..., 30 Bde., Ilmenau: 1824-56
  • Gottfried Johann Dlabacž: Allgemeines historisches Künstler-Lexikon für Böhmen und zum Teil auch für Mähren und Schlesien, 3 Bde. in 1 Band, Prag: 1815, ISBN 978-3-487-05014-0
  • Ernst Ludwig Gerber: Neues historisch-biographisches Lexikon der Tonkünstler, welches Nachrichten von dem Leben und den Werken musikalischer Schriftsteller, berühmter Componisten, Sunger, Maister auf Instrumenten, Orgel- und Instrumentenmacher etc. aus allen Nationen enthält ..., 4 vols., Leipzig: 1812-14
  • Johann Georg Meusel: Teutsches Künstlerlexikon oder Verzeichniß der jetztlebenden teutschen Künstler. Nebst einem Verzeichniß sehenswürdiger Bibliotheken, Kunst-, Münz- und Naturalienkabinette in Teutschland und in der Schweiz, 3 Bände, 2. umgearbeitete Aufl. Lemgo 1808-14, 1754 S.
Zie de categorie Ferdinando Paer van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.