Na de eerste dag stond Kramer riant aan de leiding door een slechte eerste bocht op de 500 meter van zijn grootste rivaal Håvard Bøkko en de diskwalificatie op de 5000 meter van de andere grote concurrent Enrico Fabris die met zijn schaats de baanmarkering in een bocht overschreed. Op de tweede dag versterkte Kramer zijn koppositie door de 1500 meter te winnen met een minieme voorsprong op de specialisten Jevgeni Lalenkov en Fabris. Bij de vrouwen nestelde de DuitseClaudia Pechstein zich stevig aan kop met een tweede plaats op de 500 meter en een eerste plaats op de 3000 meter. Alleen haar landgenote Daniela Anschütz en regerend wereldkampioene Paulien van Deutekom konden enigszins in haar kielzog blijven. Op de derde dag won Kramer de 10.000 meter, waardoor hij voor de derde maal op rij Europees kampioen werd. Bøkko verwees op de slotafstand Wouter Olde Heuvel naar de derde plaats. Bij de dames won Anschütz de 1500 meter en liep daardoor iets in op Pechstein maar die stelde op de 5000 meter in een onderling duel met Anschütz de titel veilig.
Ook stond dit kampioenschap in het teken van het afscheid van Nederlands succesvolste allrounder aller tijden: Rintje Ritsma. Op de tweede dag van het toernooi, 10 januari, werd er na afloop van het schaatsprogramma stilgestaan bij zijn afscheid. Oud-schaatser Jochem Uytdehaage maakte onder meer bekend dat er in Thialf een speciale "Hall of Fame" komt waar Ritsma de eerste schaatser wordt die daar een bronzen beeld krijgt.
De vrouwen streden voor de 34e keer om de Europese titel. Ze deden dit voor de zeventiende keer in Nederland en voor de vijftiende keer in Heerenveen. Achtentwintig deelneemsters (een evenaring van de recorddeelname uit 1971, 1983, 1987 en 1990) uit dertien landen namen aan dit kampioenschap deel. Alle dertien landen, Duitsland (4), Nederland (4), Noorwegen (3), Polen (2), Roemenië (2), Rusland (2), Tsjechië (2), Wit-Rusland (2), Zweden (2), Denemarken (1), Hongarije (1), Oekraïne (1) en Oostenrijk (1), waren ook vertegenwoordigd op het EK in 2008. Zeven vrouwen maakten hun EK debuut.
Bij haar zeventiende deelname aan een Europees kampioenschap, hetgeen geen enkele vrouw voor haar deed, werd Claudia Pechstein voor de derde keer Europees kampioene, in 1998 en 2006 won ze de titel ook. Het was voor haar de tiende keer dat ze op het eindpodium plaats nam. Haar landgenote Daniela Anschütz op plaats twee nam voor de tweede keer op dit podium plaats. De Europees kampioene van 2007, de Tsjechische Martina Sáblíková completeerde het erepodium, net als in 2008, op plaats drie, zij stond hier voor de derde keer.
Van de Nederlandse deelneemsters won alleen Paulien van Deutekom op dit kampioenschap afstandmedailles, zij bracht haar totaal tot zes stuks middels brons op de 1500 en 3000 meter.
Europees kampioene Claudia Pechstein won dit jaar vier afstandmedailles en bracht haar totaal op dit kampioenschap tot 34 medailles (8-16-10). Alleen Gunda Niemann-Kleemann met vierenveertig afstandmedailles (28-10-6) won er meer. De nummer twee in het eindklassement, Daniela Anschütz, won ook vier afstandmedailles. Ze won goud op de 1500, zilver op de 3000 en brons op de 500 en 5000 meter.
De Tsjechische Martina Sáblíková won de gouden medaille 5000 meter, en bracht daarmee haar totaalscore aan afstandmedailles tot zeven stuks.
De Russische Alla Sjabanova won met de gouden medaille op de 500 meter haar eerste medaille.
De eerste veertien schaatssters bezorgden hun land een startplek op het wereldkampioenschap schaatsen allround 2009. Dit betekent dat op het WK voor Nederland en Duitsland vier schaatssters uitkomen, voor Rusland twee en voor Noorwegen, Oostenrijk, Polen en Tsjechië één schaatsster.
De startplaatsen voor de Europese kampioenschappen schaatsen 2010 worden eveneens bepaald aan de hand van bovenstaand klassement. Landen met minstens drie schaatssters bij de eerste twaalf mogen vier rijdsters afvaardigen, landen met minstens twee schaatssters bij de eerste zestien mogen drie rijdsters afvaardigen, en landen met minstens één schaatsster bij de eerste twintig mogen twee rijdsters afvaardigen. De overige landen mogen één schaatsster afvaardigen.
4 startplaatsen: Nederland en Duitsland
3 startplaatsen: Noorwegen, Polen en Rusland
2 startplaatsen: Oostenrijk, Roemenië, Tsjechië en Zweden
Door hun eindklassering in de top 6 hebben Paulien van Deutekom, Ireen Wüst en Renate Groenewold zich rechtstreeks geplaatst voor het WK.
De eerste zestien schaatsers bezorgden hun land een startplek op het wereldkampioenschap schaatsen allround 2009. Dit betekent dat op het WK voor Nederland vier schaatsers uitkomen, voor Noorwegen drie, voor Rusland, Duitsland en Zweden twee en voor Frankrijk, Italië en Polen een.
De startplaatsen voor de Europese kampioenschappen schaatsen 2010 werden eveneens bepaald aan de hand van bovenstaand klassement. Landen met minstens drie schaatsers bij de eerste twaalf mogen vier rijders afvaardigen, landen met minstens twee schaatsers bij de eerste zestien mogen drie rijders afvaardigen, en landen met minstens één schaatser bij de eerste twintig mogen twee rijders afvaardigen. De overige landen mogen één schaatser afvaardigen.
4 startplaatsen: Nederland en Noorwegen
3 startplaatsen: Duitsland, Rusland en Zweden
2 startplaatsen: Frankrijk, Italië, Polen en Wit-Rusland
Door hun eindklassering in de top 6 hebben Sven Kramer, Wouter Olde Heuvel en Carl Verheijen zich rechtstreeks geplaatst voor het WK 2009.