Eerste Kamerverkiezingen 1856
|
Datum
|
8 juli 1856
|
Land
|
Nederland
|
Te verdelen zetels
|
13 (26 leden waren niet-aftredend)
|
Opvolging verkiezingen
|
|
|
De Eerste Kamerverkiezingen 1856 waren reguliere Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 8 juli 1856.
De verkiezingen werden gehouden voor een derde deel van de zittende leden van de Eerste Kamer van wie de zittingstermijn afliep. Bij deze verkiezingen kozen de leden van Provinciale Staten - die bij de Statenverkiezingen in mei 1856 gekozen waren - in negen[1] kiesgroepen naar provincie[2] dertien nieuwe leden.
De uitslag van de verkiezingen was als volgt:
Groepering
|
Zetels
|
Zetelverdeling naar provincie[2]
|
1853[3]
|
Af[4]
|
Bij[5]
|
1856
|
+/−
|
Gr |
F |
D |
O |
Ge |
U |
NH |
ZH |
Z |
NB |
L
|
gematigde liberalen
|
19/18
|
6
|
6
|
18
|
0
|
1 |
1 |
|
1 |
2 |
|
3 |
3 |
1 |
3 |
3
|
conservatieven
|
12/11
|
3
|
4
|
12
|
+1
|
|
1 |
1 |
1 |
3 |
2 |
2 |
1 |
1 |
|
|
liberalen
|
7/8
|
3
|
3
|
8
|
0
|
1 |
1 |
|
1 |
|
|
|
3 |
|
2 |
|
conservatief-protestanten
|
1
|
0
|
0
|
1
|
0
|
|
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
vacature[6]
|
0/1
|
1
|
0
|
0
|
−1
|
|
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
totaal
|
39
|
13
|
13
|
39
|
0
|
2 |
3 |
1 |
3 |
5 |
2 |
6 |
7 |
2 |
5 |
3
|
Gekozenen
Bij de Eerste Kamerverkiezingen van 1856 waren dertien leden van de Eerste Kamer periodiek aftredend. Zij werden allen herkozen.[7]
De zittingsperiode van de Eerste Kamer ging in op 15 september 1856. De zittingstermijn van de gekozen Kamerleden bedroeg negen jaar.[8]
Bronnen
Noten
- ↑ In Groningen en Zeeland waren geen aftredende Kamerleden.
- ↑ a b Zie Eerste Kamerverkiezingen voor een nadere toelichting.
- ↑ Een wijziging van het aantal zetels van een partij c.q. groepering is ontstaan door aftreden en overlijden gedurende de zittingsperiode 1853-1856.
- ↑ Aftredend in 1856 vanwege het bereiken van het einde van de zittingstermijn.
- ↑ Gekozen c.q. herkozen bij de verkiezingen in 1856.
- ↑ Wyncko Tonckens, afgetreden op 29 april 1856.
- ↑ Wyncko Tonckens werd gekozen in de vacature ontstaan door zijn eigen aftreden.
- ↑ Om de drie jaar was een derde deel van de Kamerleden aftredend.