Dikkopjes

Dikkopjes
Zwartsprietdikkopje (Thymelicus lineola)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Superfamilie:Papilionoidea
Familie
Hesperiidae
Latreille, 1809
Typegeslacht
Hesperia Fabricius, 1793
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Dikkopjes op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De dikkopjes (Hesperiidae) zijn een familie van vlinders. De familie werd traditioneel als enige familie in de superfamilie Hesperioidea geplaatst, op basis van morfologische kenmerken. Recenter worden ze op basis van fylogenetisch werk als een van de families in de superfamilie Papilionoidea beschouwd. Er bestaan over de hele wereld ongeveer vierduizend soorten dikkopjes, waarvan de meeste in Zuid-Amerika voorkomen, de bakermat van het dikkopje; uit Europa zijn maar ongeveer veertig soorten van deze vlinderfamilie bekend. In België komen vijftien soorten voor en in Nederland veertien (waarvan vijf zeer zeldzaam zijn).[1] Het typegeslacht van de familie is Hesperia.

Kenmerken

De dikkopjes bezitten stevige antennes met verdikte uiteinden. Opvallend is dat de uiteinden geknikt op de steel staan. De dikkopjes danken hun naam aan de dikke kop. In de kop bevindt zich de roltong, die in vergelijking met die van vlinders uit andere families erg lang is. De meeste dikkopjes hebben in verhouding tot hun zware lichaam vrij kleine vleugels, maar er zijn uitzonderingen: in de tropen komen soorten voor die een spanwijdte van wel 80 mm bereiken. Anatomisch gezien lijken dikkopjes veel op de lichtmotten. Dat komt ook tot uiting in de nervatuur en de vorm van het rupsenlichaam. De rupsen zijn onbehaard en maken van bladeren en zelfgesponnen zijde een beschermend omhulsel, dat ze alleen verlaten om te eten. De eitjes hebben ovale of bolle vormen. De meeste soorten zijn bruin met witte of oranje vlekken, sommige soorten zijn echter felgekleurd.

Leefwijze

De soorten uit deze familie zijn overdag actief.

Voortplanting

De eieren worden een voor een afgezet op waardplanten. De larven die hieruit komen zijn herbivoor en nachtactief.

Verspreiding en leefgebied

Deze familie komt voor in open begroeiingen, zoals akkers en graslanden, over de hele wereld, met uitzondering van Nieuw-Zeeland.

Onderfamilies

Enkele geslachten

In Nederland waargenomen soorten

Afbeeldingen