De Hoop (Garderen)
De molen De Hoop is een in 1852 gebouwde windmolen vlak bij de plaats van de afgebrande achtkantige houtenmolen uit ongeveer 1700. In maart 1853 is de molen in gebruik genomen. De molen staat in Garderen aan de Oud Milligenseweg 7, in de Nederlandse provincie Gelderland. In de molen is het VVV-kantoor gevestigd. GeschiedenisAl in 1434 werd er windrecht betaald en moet er in Garderen al een molen gestaan hebben. In 1677 is de toenmalige standerdmolen omgewaaid en vervangen door een nieuwe standerdmolen, die ongeveer 20 jaar later afbrandde. Hierna is de achtkantige houtenstellingmolen gebouwd. De molen is een ronde bakstenen korenmolen van het type stellingmolen met oorspronkelijk 2 koppel maalstenen, een voor het malen van graan voor consumptie en een voor veevoer. Het koppel voor veevoer werd ook gebruikt voor het malen van eek (gedroogde eikenbast). Daarnaast was er een koppel pelstenen voor het pellen van gerst. De plaats waar deze pelstenen gezeten hebben is in de balken nog te zien. Nu is er nog maar 1 koppel maalstenen aanwezig met een doorsnede van 140 cm. De kunstmaalstenen met een speciale, harde laag aan de maalzijde zijn maalvaardig, en worden gebruikt al naargelang de behoefte. De kunststeen scherpt zichzelf doordat de groeven (uitslag) van een iets zachter materiaal gemaakt zijn dan de kerven. De steenspil is van hout met een tap- en klauwijzer en de bolspil is een pennetjeswerk. De romp was vroeger aan de west- en noordwestzijde bepleisterd om vochtdoorslag tegen te gaan. De koppen van de balken aan de westzijde zijn verzwakt door vocht en worden ondersteund door sleutelstukken. De wiekenvorm is Oudhollands en de vlucht 25,20 meter. De houten, rietgedekte kap van de molen is nu voorzien van een zogenaamd Engels kruiwerk, hetgeen een kruiwerk met 33 gietijzeren rollen is. Vroeger was er een neutenkruiwerk. De Vlaamse vang bestaat uit 4 vangstukken en is voorzien van een vangtrommel, waardoor deze lichter te bedienen is. Vroeger werd de vang bediend met een wipstok. De 300 cm lange vangbalk oefent bij het vangen (remmen) op het sabelijzer een vangkracht van ongeveer 610 kg uit. De bovenas met nummer 211 uit 1859 is van gietijzer en gefabriceerd door L.I. Enthoven & Co., 's-Gravenhage. De as wordt gesmeerd met reuzel. Om het bovenwiel heen zit ter voorkoming van slijtage bij het remmen met de vang een ijzeren band, de hoep of voering. De kammen (tanden) op de wielen en de rondselstaven worden tweemaal per jaar met bijenwas behandeld. De molen is gerestaureerd (hersteld) in 1934, 1938, 1957, 1970, 1993 en 2006. In 1998 zijn de kruisarmen in het bovenwiel versterkt met merbau en is de lange spruit vervangen met bilinga (Nauclea trillesii, een houtsoort uit tropisch West-Afrika). In 1938 zijn de wieken voorzien van stalen Franse roeden in plaats van houten en gestroomlijnd met een van "Bussel" voorzoom (Busselneus). Later is deze voorzoom weer vervangen door een gewone voorzoom. In 1969/70 zijn er nieuwe stalen roede van de firma Derckx aangebracht en in april 1996 is het hekwerk van de roeden vernieuwd. In april 2010 is de gebroken halssteen vervangen. Op 20 december 2016 is er een nieuwe, gelaste, deelbare buitenroe van het konstruktiebedrijf H. van Ee uit Barneveld gestoken en opgehekt met hout van de Siberische lariks. Deelbare roeden bleken een constructiefout te hebben, waardoor alle deelbare roeden vervangen moesten worden. De bouten bleken niet bestand tegen knikbelasting. Op 15 november 2017 is de deelbare roede vervangen door een roede weer uit een geheel van cortenstaal, ook gemaakt door konstruktiebedrijf H. van Ee. De molen wordt nog gebruikt voor het malen van graan, zoals gerst, rogge, maïs en tarwe voor veevoer. Overbrengingen
Eigenaren
Fotogalerij
Externe linksBron
Zie de categorie De Hoop, Garderen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia