In 1999 richtte Hansson de Deense website Daily Rush op, waar nieuws over gamen op te lezen was. De site was tot 2001 online. Vervolgens ontmoette hij Jason Fried nadat hij hem zijn diensten als PHP-ontwikkelaar aanbood, waarop hij in dienst van Fried een projectmanagementprogramma ontwikkelde. Dit groeide uit tot de Basecamp-software van 37signals, het bedrijf van Fried. Hansson gebruikte de programmeertaal Ruby, dat destijds nog relatief onbekend was, om een framework te bouwen dat hielp met de ontwikkeling. Hij bracht dit framework in 2004 als onafhankelijk open source-project uit onder de naam Ruby on Rails. In 2005 kreeg Hansson van Google en O'Reilly de "Hacker of the Year"-award voor dit project.
In november 2005 verhuisde Hansson van Denemarken naar Chicago nadat hij zijn bachelor in Computer Science en Business Administration had gehaald bij de Copenhagen Business School.
Als onderdeel van zijn werk als softwareontwikkelaar schreef Hansson meerdere boeken. In 2005 was hij samen met Dave Thomas co-auteur van Agile Web Development with Rails. Daarnaast schreef hij samen met Fried de boeken Getting Real, Rework, Remote en It Doesn't Have to Be Crazy at Work.
Autocoureur
Hansson had autoracen al lange tijd als hobby voordat hij in 2010 zijn debuut als autocoureur maakte. Hij reed dat jaar twee races in de Gold Cup-klasse van de Patrón GT3 Cup Challenge by Yokohoma, waar hij er een van won. In 2011 stapte hij over naar de Platinum Cup-klasse van de IMSA GT3 Challenge by Yokohama, waarin hij in zeven races een podiumfinish op Lime Rock Park behaalde.
In 2013 reed Hansson een volledig seizoen in de LMP2-klasse van het WEC bij OAK, waar hij een auto met Olivier Pla en Alex Brundle deelde. Het trio behaalde geen zeges, maar eindigde wel in zes van de acht races op het podium, waardoor zij met 132,5 punten achter hun teamgenoten Plowman, Bertrand Baguette en Ricardo González tweede werden. Hansson nam daarnaast deel aan twee ALMS-races, waar hij in de 12 uur van Sebring een podiumplaats behaalde.
In 2014 stapte Hansson binnen het WEC over naar de LMGTE Am-klasse, waarin hij voor Aston Martin Racing een team vormde met zijn landgenoten Kristian Poulsen en Nicki Thiim; de laatste werd voor drie races vervangen door Richie Stanaway. Hij was de vervanger van Allan Simonsen, die in 2013 bij een ongeluk in de 24 uur van Le Mans om het leven kwam. Hij behaalde vier overwinningen en vier tweede plaatsen en behaalde zo met 198 punten de titel in deze klasse. De zege in de 24 uur van Le Mans werd opgedragen aan Simonsen. Ook debuteerde hij dat jaar in de 24 uur van Daytona, waarin hij voor RSR Racing in de PC-klasse reed. Ook werd hij tweede in de 12 uur van Sebring.
In 2015 keerde Hansson binnen het WEC terug naar de LMP2-klasse, waar hij bij Extreme Speed Motorsports een auto met Scott Sharp en Ryan Dalziel deelde. Het trio behaalde de pole position bij de 24 uur van Le Mans, maar kwam tijdens de races niet verder dan twee vierde plaatsen in de 6 uur van het Circuit of the Americas en de 6 uur van Fuji. Met 62 punten werd hij negende in de eindstand.
In 2021 nam Hansson geen deel aan races, maar in 2022 keerde hij terug in de autosport. Hij reed een volledig seizoen in de LMP2-klasse van de European Le Mans Series, een kampioenschap waarin hij in de voorgaande tien jaren al drie races reed, voor Inter Europol Competition als teamgenoot van Pietro Fittipaldi en Fabio Scherer. Het trio behaalde een podiumplaats tijdens de 4 uur van Spa-Francorchamps en werd met 32 punten tiende in de eindstand. Ook reed Hansson in de 24 uur van Le Mans met Fittipaldi en Scherer voor het team in de 24 uur van Le Mans, waarin zij veertiende in de LMP2-klasse werden.
In 2023 keerde Hansson terug in de LMP2-klasse van het WEC voor Jota, waar hij een team vormde met Fittipaldi en Oliver Rasmussen. Hij behaalde een zege in de 6 uur van Monza.