Combé
Combé, aanvankelijk ook wel Voorstad Zeelandia, is een wijk in Paramaribo in Suriname. De wijk ligt ingeklemd tussen de Surinamerivier, de Sommelsdijkse Kreek, de Grote Combéweg en de Mahonylaan.[1] GeschiedenisDe wijk werd in 1791 gesticht[2] als eerste buitenwijk van Paramaribo. De publicatie van de uitgifte van de eerste gronden of percelen gebeurde op 8 augustus 1794. De elite liet hier buitenverblijven bouwen waardoor de wijk begin 18e eeuw uitgroeide tot een elitebuurt.[1] Tot de 20e eeuw was het hier nog grotendeels begroeid met bomen en struiken.[3] Door de afschaffing van de slavernij en de komst van contractarbeiders ontwikkelde Combé zich vanaf het eind van de 19e eeuw steeds meer tot een multi-etnische middenstandsbuurt. De koloniale architectuur maakte plaats voor nieuwe overheidsgebouwen, bedrijven en huizen. Kenmerkend waren de prasi oso's, waarbij er meerdere huizen op een erf zijn gebouwd.[1] Tot de eerste helft van de 20e eeuw bevond zich aan de Surinamerivier het Koeliedepot, waar de Hindoestaanse en Javaanse contractarbeiders na aankomst werden ondergebracht.[4] Nicolaas CombéCombé werd vernoemd naar Nicolaas Combé, een Hugenootse bestuurder en kerkmeester.[3] Hij leefde een eeuw eerder en was door kapitein Dubois vanuit Berbice naar Suriname gehaald om secretaris te worden van commandeur Abraham Crijnssen.[1] Rond zijn komst in 1667 vormden inheemsen een bedreiging omdat ze de suikerrietplantages in brand wilden steken, waardoor plantage-eigenaren dreigden te vertrekken.[5] UitgaansgebiedAan het begin van de 21e eeuw bevindt zich in het zuidelijke deel van Combé een belangrijk uitgaansgebied van Paramaribo,[3] met name in de Van Sommelsdijckstraat, de Kleine Waterstraat, de Kleine Dwarsstraat en de Wakapasi. Langs de Grote Combéstraat bevinden zich de Combé Markt en de Kong Ngie Tong Sang-zondagmarkt, en aan de Wilhelminastraat de Chinese zondagmarkt van Soeng Ngie. GalerijBronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia