Claude Renoir (Parijs, 4 december 1913 - Troyes, 5 september 1993) was een Frans director of photography.
Hij was de zoon van de acteur Pierre Renoir, de kleinzoon van de schilder Pierre-Auguste Renoir en de neef van de cineast Jean Renoir.
Leven en werk
In 1932 debuteerde Renoir op 18-jarige leeftijd als assistent cameraman in La Nuit du carrefour en Chotard et Cie van zijn oom Jean Renoir. In de verdere jaren dertig werkte hij aan nog meer films van zijn oom mee, als assistent cameraman (La Bête humaine uit 1938), soms ook als cameraman (Toni uit 1935 en Partie de campagne uit 1936).
Vanaf 1939 werkte Renoir veertig jaar lang als director of photography. Zijn eerste belangrijke bijdrage was aan het Tweede Wereldoorlogdrama Le Père tranquille (1946). De volgende jaren waren vooral zijn samenwerkingen met zijn oom (3 films), Jacques Becker, Alexandre Astruc, Henri-Georges Clouzot en Marcel Carné (2 films) vermeldenswaardig.
Aan het einde van de jaren vijftig ging de opkomende nouvelle vague ongemerkt voorbij aan Renoir. Enkele jaren later wekte de Amerikaanse film zijn interesse. Renoir fungeerde eerst als second unit cameraman in groots opgezette films als Cleopatra (1963) en Circus World (1964). Daarna werkte hij meermaals samen met John Frankenheimer (onder meer French Connection II) en Lewis Gilbert (onder meer The Spy Who Loved Me).
In Frankrijk werkte hij vanaf de jaren zestig vooral samen met commercieel ingestelde cineasten als Roger Vadim, Henri Verneuil, Pierre Granier-Deferre en Claude Zidi (met wie hij drie achtereenvolgende voltreffers draaide). Hij bracht eveneens La Grande Vadrouille (1966) in beeld, een van de grootste Franse kassuccessen aller tijden.
Renoir nam aan het einde van de jaren zeventig noodgedwongen afscheid van het camerawerk omdat zijn gezichtsvermogen fel afnam.
Hij overleed in 1993 op 79-jarige leeftijd.
Filmografie (selectie)