Chilipeper

Gele en oranje habanero's en onrijpe jalapeño's
Chilipeperbloemen
Illustratie uit de Japanse landbouw-encyclopedie Seikei Zusetsu (1804)

Chilipeper is de Nederlandse naam die gebruikt wordt om vruchten van het geslacht Capsicum van de nachtschadefamilie (Solanaceae) aan te duiden. Niet alleen de 'hete' pepers vallen onder dit geslacht, maar ook de paprika's. De chilipeper is een veelgebruikte vrucht die door de aanwezige capsaïcine vele gerechten scherp van smaak maakt en in de volksmond vaak Spaanse peper wordt genoemd. De hoeveelheid capsaïcine bepaalt de uiteindelijke scherpte van een chilipeper. Er is een schaal voor chilipepers ontworpen om de scherpte een waarde te geven: de Scovilleschaal.

Geschiedenis

Archeologen hebben aangetoond door het onderzoek van antiek aardewerk, dat de chilipeper al rond 7000 v.Chr. in Mexico werd gebruikt. Tussen 5200 en 3400 v.Chr. werd de plant al verbouwd, dat maakt chilipeper tot een van de oudste landbouwgewassen ter wereld, maar ook de wilde chilipeper bleef een veelgebruikt kruid. Zowel de Maya's als de Azteken gebruikten de planten intensief, zowel culinair als medicinaal, bijvoorbeeld bij tandpijn. Toen de Spanjaarden in Mexico arriveerden hadden de Azteken al tientallen variëteiten gekweekt. De chilipeper werd aan het eind van de 15de eeuw 'ontdekt', door de mannen van Columbus, deze was eigenlijk op zoek naar een alternatieve bron van zwarte peper, vandaar dat hij de naam Pimiento ('zwarte peper') aan de plant gaf. Uiteraard hadden de inheemse bewoners de eigenschappen van de plant allang toegepast. Van Chili tot Mexico was deze plant lange tijd de enige door indianen gebruikte specerij. Door de Spanjaarden werd de plant in 1514 in hun eigen land ingevoerd en verspreidde zich zeer snel over de rest van Europa, Afrika en Azië. Rond 1680 waren er al 33 variëteiten gekweekt.

Wikibooks heeft meer over dit onderwerp: Chillipepers.NL.