USS Chicago (CA-14) USS Augusta (CA-31) USS Augusta (CA-31) Bureau of Navigation (United States Navy) United States Pacific Fleet Amerikaanse Land- en Zeestrijdkrachten in de Stille Oceaan Chief of Naval Operations
Nimitz werd geboren als zoon van Chester B. Nimitz en Anna Henke. Zijn vader stierf nog voor hij werd geboren, waardoor hij sterk beïnvloed werd door zijn grootvader, Charles Nimitz, een ex-zeeman die bij de Duitsekoopvaardijvloot had gevaren.
De jonge Nimitz hoopte les te krijgen aan de beroemde militaire academie van West Point om zo een officier in de landmacht te worden. Helaas waren er geen benoemingen beschikbaar. Een kennis van hem, James L. Slayden, zei hem echter dat er een benoeming beschikbaar was voor de marine, die zou geschonken worden aan de beste kandidaat. Voor Nimitz was dat zijn enige kans op verder onderwijs, dus studeerde hij extra hard om de benoeming te halen. In 1901 werd hij toegelaten op de United States Naval Academy en in 1905 studeerde hij af, als zevende van een klas van 144.
Carrière
Nimitz diende als officier in de zich ontwikkelende onderzeebootdienst. In de Eerste Wereldoorlog klom hij op tot Lieutenant Commander (Luitenant ter zee der 1e klasse) en in 1918 werd hij bevorderd tot Commander en benoemd tot Commander, Submarine Force U.S. Atlantic Fleet, COMSUBLANT. Commander-in-Chief, U.S. Fleet (CINCUS) admiraal Samuel Robinson nam hem na de oorlog mee als adjudant. Hij verloor een deel van zijn ringvinger tijdens een ongeluk met een dieselmotor en werd slechthorend door een ernstige oorontsteking. Hij compenseerde dit door zich als een uitstekend liplezer te ontwikkelen. In 1933 werd hij benoemd tot bevelhebber van de USS Augusta (CA-31), het vlaggenschip van de Pacific Fleet. Hij vervulde vervolgens vanaf 1935 staffuncties in Washington D.C. en werd in 1938 bevorderd tot rear admiral. In 1939 werd hij commandant van het Bureau of Navigation.
De Japanse capitulatie werd getekend aan boord van zijn vlaggenschip de USS Missouri (BB-63) in de Baai van Tokio op 2 september1945. In december van 1944 was hij inmiddels gepromoveerd tot Vlootadmiraal (Fleet Admiral). Na de oorlog diende hij als hoofd Marine-operaties en had in 1947 een aandeel in de veroordeling van Karl Dönitz als militair en niet als oorlogsmisdadiger. Nimitz droeg bij aan een betrekkelijke lichte straf voor Dönitz door te verklaren dat zijn eigen tactiek in de Stille Oceaan niet wezenlijk anders was geweest dan die van Dönitz in de Atlantische Oceaan, namelijk die van een onbeperkte duikbotenoorlog.
Chester Nimitz overleed op tachtigjarige leeftijd.