In 1887 werd ze, tegen haar verwachting in, bij het vertrek van Richard Hol niet aangenomen als zanglerares aan de Toonkunst-Muziekschool in Utrecht.[2] Daarom stichtte ze haar eigen zangschool voor kinderen 'Bel Canto' om zo de kinderzang op een hoger peil te krijgen. In verschillende steden kreeg 'Bel canto' dependances. Ze ontwikkelde een eigen onderwijsmethode, die gericht was op zelfwerkzaamheid en creativiteit. Zij sloot aan op spontane uitingen, waarvan zij de beste optekende in 't Rooie Boekje. Tot haar leerlingen behoorden prinses Juliana, Antoinette van Dijk en Jo Vincent.
In totaal componeerde ze meer dan 150 liederen en die werden in verschillende bundels uitgegeven.[3] Een van haar bekendste kinderliedjes is Een babbeltje, beter bekend als Drie kleine kleutertjes die zaten op een hek. Dit van oorsprong Engelse gedichtje,Three little girls were sitting on a rail, van de illustrator Kate Greenaway werd door Van Rennes vertaald en op muziek gezet. Tot de bekendere liederen die ze componeerde behoren ook Het Angelus klept in de verte (op. 5 nr. 1), de liederencyclusSchwalbenflug op. 59 voor sopraan, mezzosopraan en piano, Kwartetten op. 24 voor sopraan, twee mezzosopranen, alt en piano, Van 't kinderlied naar 't kabaret en de door haar op muziek gezette Kleengedichtjes van Guido Gezelle. Verschillende van haar liederen werden opgenomen in de populaire liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee (1906) en in het daarvan afgeleide kinderliedboekKun je nog zingen, zing dan mee! Voor jonge kinderen (1912).
Ook had ze samen met Jacoba Mossel en Hendrika van Tussenbroek in 1920 de bundel Ons Lied samengesteld, een vrijzinnige bundel voor de zondagsschool.
Een half jaar na haar overlijden, op 24 mei 1941 werd in de gevel van haar voormalige woonhuis en zangschool in de Brigittenstraat in Utrecht een bronzen gedenkplaat met haar afbeelding geplaatst[4]. Op de plaat, ontworpen door Bella van Beeck Calkoen, staat de tekst: 'Trouw zal ons hart u bewaren / Regen en stormen ten spyt / Hier woonde en werkte Catharina van Rennes / Geb. 2 aug. 1858 / Overl. 23 nov. 1940". De aangehaalde dichtregels zijn afkomstig uit Zonnelied, waarvoor Anna Fles de tekst schreef en Van Rennes de muziek. Het lied was eerder gepubliceerd in de bundel Kun je nog zingen, zing dan mee.[5]
Affiche voor uitvoeringen van haar Oranje-Nassau cantate, Utrecht, 1898.
Drie kleine kleutertjes van Joop Hilbers in Amsterdam
Werken
Op. 1: Voorjaarsbloemen: Een bundeltje van 12 Kinderliedjes
Op. 2: Twee verjaringsliederen. Moeders jaardag. Woorden van Anna Fles
Op. 3: Twee verjaringsliederen. Vaders verjaardag (voor 3 of meer kinderen)
Op. 4: Jong-Holland. Eenstemmige kinderliederen met pianobegeleiding (1886)
Op. 5: Lenteleven. 5 tweestemmige liederen met pianobegeleiding = Frühlingszauber 5 zweistimmige Lieder mit Klavierbegleitung. Deutsche Übersetzung von Eldar
Op. 6: Drie liederen met pianobegeleiding: Hollandsche en Duitsche tekst
Op. 7: Abschiedsklänge. 3 Lieder für eine tiefe Stimme
Op. 8: Drie liederen met pianobegeleiding: Zonnelied, Verraden, Nacht (Met een Duitsche uitg. van Zonnelied)
Op. 9: Kerstcantate voor tweestemmig vrouwen- of kinderkoor met pianobegeleiding; woorden van Jacoba Mossel
Op. 10: Vier Terzetten, a capella
Op. 11: Meizoentjes I en II, 12 kinderliederen
Op. 12: Moederlied
Op. 13: Im Freien: 8 Duette für Sopran und Alt
Op. 14: Drie liederen met pianobegeleiding: Nachtegaal, Twee bloemkens, Annie
Op. 15: Levenslust: 6 Tweestemmige Kinderliederen met pianobegeleiding
Op. 16; Jubelliedje (Willemsfonds)
Op. 17: Jongenskoren en Matrozenlied: “Een deugniet” (niet in den handel)
Op. 18: De schoonste Feestdag: Kleine Cantate voor een en meerstemmig Kinderkoor, sopraansolo en piano
Op. 19: Lieder für tiefe Stimme
Op. 20: Drie Hollandsche liederen
Op. 21: Windekelken. Zes liedekes voor meisjesstemmen met begeleiding van pianoforte
Op. 22: Zonnetje (Willemsfonds)
Op. 23: Vlindervlucht I en II: 12 Kinderliederen met Pianobegeleiding (1894)
Op. 24: Drei Quartette für Frauenstimmen
Op. 25: Tweezang naar 't Hoogduitsch door A.F. Duet voor sopraan en bariton of alt
Op. 26: Twee Hollandsche liederen: Als uw geluk een bloem was, Out lieken
Op. 27: Avond-cantate, voor driestemmig vrouwenkoor en altsolo met piano (I.H. Hooijer)
Op. 28: Oud-Holland: Valerius-liederen, I driestemmig, II vier- en vijfstemmig
Op. 29: Alt-Böhmisches Weihnachtslied, Frauenchor a capella
Op. 30: Miniatuurtjes. Zes liedekens voor meisjestemmen naar gedichtjes van Kate Greenaway
Op. 31: Vaak als vergeefs naar ruste
Op. 32: Een Kunststukje (Nederl. Muziekkal. 1898)
Op. 33: Oranje-Nassau-Cantate voor meerstemmig kinderkoor
Op. 34: Op vleugelen van verlangen (Sopr. Of Ten.)
Op. 35: Herfstgeneurie
Op. 36: Nacht, voor lage stem
Op. 37: De gefopte vogelaar. Een lustig liedeken voor lichte stem (1899)[6]
Op. 38: Instantaneetjes uit de kinderwereld, I. Gedichtjes van Freia (1899)[6]
Op. 39: Ach, nur ein Viertelstündchen (mezzo-sopr.)
Op. 41: Ons Hollandsch lied, feestzang, gemengd koor
Op. 42: Instantaneetjes uit de kinderwereld, II
Op. 43: Zwei enste Lieder für eine tiefe Stimme
Op. 44: Rondedans voor onze kinderen
Op. 45: Tweestemmige miniatuurtjes voor jongens en meisjes. Woorden van J.D.C. van Dokkum
Op. 46: Een vaderl. Lied van Michiel de Ruyter, kinderkoor
Op. 47: Heidekoninginnetje, een klaviersprookje. Van kleine Frits. Mijn lieveken, zeg, herinnert ge ’t U?, eenstemmig met piano. De boomen ruischen, sopraan en bariton of alt. Welkom aan Moeder en kind (J.D.C. van Dokkum), voor 1 zangst. Met piano. Woorden van Hilda. Teekeningen van J. Bernhardina Bokhorst
Op. 48: Idylle, hooge stem
Op. 49: Brechtjebuur. Een liedeken op snaakschen trant, woorden J.D.C. van Dokkum
Op. 50: Van de zeven zonnestraaltjes. Cantate voor vrouwen- en meisjeskoor met pianobegeleiding. Gedicht van Ca. Ha. De Jong (1905)
Op. 51: Silhouetten. Gedichtjes van Freia. Doll.-Deutsche Ausgabe
Op. 60: Tsamenspraek van de Kinderkens met het Kerstkindtjen, voor Kinderkoor en sopraansolo met pianobegeleiding
Op. 61: de kluchtige avonturen van Pop Topay, een boekje met liedjes met teekeningen van mevr. Middingh-Bokhorst
Op. 62: Speelsche wijsjes. Zeven kinderliedjes met pianobegeleiding. Autorisierte deutsche Übersetzung von Cornelia Voûte (1911)
Op. 63: Ruim baan! Meerstemmig koor voor vrouwen- en kinderstemmen met pianobegeleiding. Gedicht van Marie Koenen
Op. 70: Een lied voor Koning Albert. Gedicht van René de Clercq. Voor lage stem
Op. 72: In de Kerstdagen. Een bundel van geliefde kerstmelodieën met Hollandschen tekst, bewerkt voor tweestemmig vrouwen- en kinderkoor met begeleiding van piano of orgel
Op. 75: Zondagmorgen met onze kinderen: 44 één- en tweestemmige liederen bijeengebracht en bewerkt door Catharina van Rennes. Heft II
Op. 77: Stedelied van Utrecht. Met woorden van F. van der Elst-Boonzajer. Aan Utrecht’s burgemeester Dr.J.P. Fockema Andreae in hoogachting opgedragen.
Vaders verjaardag. Een liedje met pianobegeleiding voor vroolijke kinderen, op. 3 woorden van C.E.
↑Dokkum, J.D.C. van (1929). Honderd jaar muziekleven in Nederland: Een geschiedenis van de Maatschappij tot bevordering der toonkunst bij haar eeuwfeest 1829-1929, p. 222
↑Berk, M. (2015). Madonnakindje: Over het leven van Catharina van Rennes 1858-1940, p. 41
↑Metzelaar, H. (2002). De positie van componerende en musicerende vrouwen in de negentiende eeuw, in: Grijp, L.P. (Red.), Een muziekgeschiedenis der Nederlanden, tweede druk, Amsterdam University Press, Amsterdam, p. 453