Castinus' veldtocht tegen de Franken

Castinus' veldtocht tegen de Franken
Onderdeel van Val van het West-Romeinse Rijk
Noord-Gallië
Noord-Gallië
Datum 420-421
Locatie Belgica Secunda en Germania Secunda
Resultaat Romeinse overwinning
Strijdende partijen
Ripuariërs West-Romeinse rijk
Leiders en commandanten
Theudemer Castinus
Troepensterkte
10.000-15.000 40.000 [1]
Verliezen
onbekend onbekend

Castinus' veldtocht tegen de Franken was een militaire campagne van het Romeinse leger in de provincies Germania II en Belgica I. De campagne was gericht tegen de Ripuarische Franken, een Frankisch volk aan de overzijde van de Rijngrens. De bevelvoering van het Romeinse handen lag in handen van Flavius Castinus en vond plaats in de jaren 420-421. [2]

Bronnen en interpretatie

Er is bijna niets bekend over Castinus' campagne tegen de Franken. De enige bron is Gregorius van Tours, een schrijver uit de 6e eeuw die een geschiedenis over de Franken schreef. Hiervoor gebruikte hij de verloren gegane werken van Renatus Profuturus Frigeridus als bron. Gregorius citeert Frigeridus over een Romeinse veldtocht aangevoerd door Castinus ten tijde van keizer Honorius. Een aanleiding en het resultaat van de veldtocht wordt niet gegeven. Naar alle waarschijnlijk was het een reactie op een Frankische aanval, veroorzaakt door de neergang van het Romeinse leger. [3]

Verloop

In de loop van 419 staken Frankische stammen de Rijngrens over en plunderden de dorpen en landerijen. Volgens Davison was de aanval het gevolg van een happerende grensbewaking in het noorden. Het Romeinse leger had, ondanks het herstel van het keizerlijk gezag in Spanje en Gallië door Constantius III, ingeboet aan slagvaardigheid. Het ontbreken van strafexpedities op vijandelijke bodem in die periode zou hier debet aan zijn geweest.[4] Mogelijk was er ook sprake van een opstand van Frankische foederati die sinds de Rijnoversteek deels de grensbewaking hadden overgenomen. De Franken trokken op naar Augusta Treverorum (Trier) die ze belegerden.[5]

Castinus' veldtocht

Toen het keizerlijke bewind in Ravenna het bericht bereikte over de Frankische inval werd er een leger gereedgemaakt. De bevelvoering van dit leger werd opgedragen aan Castinus, een tot dan onbekende militair die de rang van comes domesticorum bekleedde. In 420 stak hij de Alpen over en voerde het leger naar het noorden van Gallië om de Franken het hoofd te bieden. Castinus ontzette de stad Trier en voerde heel 421 campagne tegen de Franken.[6] Uit Castinus' promotie tot magister militum in 421 valt af te leiden dat hij zijn veldtocht tegen de Franken met succes afrondde.[7]

Gelet op andere berichten die overgeleverd zijn, keerde Castinus terug naar Ravenna toen er een politieke crisis was uitgebroken tussen het westelijke en oostelijke deel van het Romeinse Rijk over de verheffing van Constantius III tot medekeizer van het westen. Naast de spanningen tussen Oost en West was er een opstand in Spanje uitgebroken door de Vandalen. Castinus kreeg opdracht deze opstand neer te slaan.[8]

Nasleep

Castinus' veldtocht maakte een einde aan de invallen van de Ripuarische Franken. Het resultaat van Castinus' veldtocht was kortstondig. In 428 werd Trier weer aangevallen door Franken en ingenomen.