De Afrikaner Broederbond of Broederbond was tussen 1918 en 1994 een geheim genootschap ter bevordering van de belangen van de Afrikaners, de blanke Zuid-Afrikaanse bevolking van niet-Engelse afkomst. De Broederbond was een genootschap van blanke Afrikaanstalige mannen met een calvinistische achtergrond.
In 1948 kwam in Zuid-Afrika de Nasionale Party aan het bewind. Onder de Nationale Party werd de apartheid officieel overheidsbeleid. Zij bleven tot 1994 aan de macht, toen de zwarte meerderheid van de bevolking voor het eerst mocht deelnemen aan de verkiezingen. Alle presidenten en ministers-presidenten, de meeste ministers en hoge officieren van leger en politie waren in die tijd lid van de Broederbond.
In 1983 ontstond er een richtingenstrijd in de Broederbond, naar aanleiding van hervormingsplannen van premier Pieter Willem Botha. Volgens deze plannen zou er een machtsdeling komen tussen blanken, Indiërs en kleurlingen. De Broederbond had deze plannen in 1982 al goedgekeurd. Het bureau voor rassen-aangelegenheden "Sabra", een door de regering gesubsidieerd wetenschappelijk instituut en denktank van de Nasionale Partij, was echter een fel tegenstander. Sabra wilde een strikte rassenscheiding en een apart thuisland voor kleurlingen.[1]
Hernoeming als Afrikanerbond en hervorming
In 1994 werd de Afrikaner Broederbond hernoemd tot "Afrikanerbond". In 2007 kreeg de Afrikanerbond Jan Bosman als nieuwe hoofdsecretaris, die van plan was de Bond open te stellen voor leden van iedere taal, kleur of geloof.[2] Blijkens hun website was de Bond in 2021 evenwel nog altijd gericht op de belangen van de Afrikaners, met de christelijke bijbel als grondslag.[3]
In 2019 schreef Bosman namens de Afrikanerbond een open brief aan de president met een voorstel voor het instellen van een ministerie voor Zuid-Afrikaanse minderheden en gemeenschappen, een nationale ombudsman voor deze groepen en een speciaal presidentieel kantoor om hun belangen te behartigen. De Bond stelde ook een handvest voor minderheidsrechten voor als aanvulling op de grondwet.[4]
Pieter Willem Botha, voormalig minister van Defensie en premier. Hij verliet de Broederbond.
Anton Rupert, miljardair-ondernemer en zakenman; een lid in de jaren 1940, maar uiteindelijk uit de partij gezet als een "absurditeit".[7]
Marthinus van Schalkwyk, voormalig lid van de jeugdvleugel van de Broederbond, de laatste leider van de Nationale Partij en voormalig minister van toerisme in de ANC-regering van Jacob Zuma.
Thomas Louw de Beer (Tom de Beer), vanaf 1993 de eerste voorzitter van de nieuwe Afrikanerbond.
Nico Smith, missionaris van de Nederlands Hervormde Kerk die als voormalig insider met terugwerkende kracht over de Afrikaner Broederbond schreef in een boek.[8]
"Lang" Hendrik van den Bergh, hoofd van het Zuid-Afrikaanse staatsveiligheidsapparaat tijdens het apartheidsregime en een goede vriend van de voormalige Zuid-Afrikaanse premier Vorster. Hij verliet de Bond.
↑New boss, new role for Afrikanerbond. Kevin Ritchie, Independent Online/Pretoria News, 15 maart 2007.
"Next month, a week before its 89th anniversary, the bond, renamed the Afrikanerbond in 1994, will be led by a 42-year-old Afrikaner, who intends opening the organisation to all Afrikaans speakers, irrespective of colour or creed, and ensure they are given a fair chance to contribute to the creation and success of a non-racial South Africa."
↑Fisher, R.C. (2006). "Moerdijk and the shadow of Baker". South African Journal of Art History. University of Pretoria. 21 (1): 70–78. 10520/EJC93926.
↑Jooste, Johan K. (2001). "An appraisal of selected examples of Gerhard Moerdijk's work (1890·1958)". South African Journal of Art History. 15 (1): 68–84. 2263/14438
↑The Guardian. Monday 23 January 2006. Obituary: Anton Rupert.
↑Smith, N. (2009) Afrikaner Broederbond: Belewings van die binnekant. Lapa Uitgewers. Pretoria ISBN 978-0-7993-4496-7