Bill Minco
Sebil (Bill) Minco (Almelo, 21 mei 1922 – Amersfoort, 5 mei 2006) was een Nederlands verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Arrestatie en interneringMinco was een scholier van Joodse afkomst. Hij werd op 18-jarige leeftijd op 7 januari 1941 gearresteerd wegens verzetsactiviteiten tegen de Duitse bezetters. Op 4 maart van dat jaar werd hij, samen met zeventien anderen, ter dood veroordeeld. Deze groep van achttien personen vormen De achttien dooden in het gedicht van Jan Campert. Minco's straf werd echter omgezet naar levenslang, omdat hij nog minderjarig was. Hij overleefde zijn internering in de concentratiekampen Mauthausen, Auschwitz en Dachau. Na de oorlog werd hij opgenomen in het TBC-centrum te Davos ter bestrijding van zijn tuberculose. Vermoedelijk schreef hij tijdens dat verblijf het boek Koude Voeten over de periode die hij doorbracht in de verschillende concentratiekampen. Na de Tweede WereldoorlogNa de oorlog was Minco betrokken bij de oprichting van de Stichting Geuzenverzet. Tevens was hij actief in de Stichting Het Oranjehotel en zette hij zich in voor het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon. Ook ging hij in zaken en richtte een goedlopende beddenzaak op genaamd Morpheus Bedden. Ook was hij jarenlang actief in de politiek. Vanwege zijn negatieve ervaringen in de oorlog koos hij voor de VVD vanwege hun nadruk op de vrijheid van ieder individu. NalatenschapTot op hoge leeftijd bleef hij zich inzetten om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden. In 1999 ontving Minco van Duitsland een onderscheiding voor zijn inspanningen voor de verzoening tussen Nederland en Duitsland, en voor zijn betrokkenheid bij de strijd tegen geweld, racisme en discriminatie. Minco is verre familie van de auteur Marga Minco. Bill Minco-lezingHilversum kent een Bill Minco-lezing, die sinds 2012 jaarlijks op 4 mei wordt uitgesproken ter herdenking van de Tweede Wereldoorlog. In populaire cultuurEen quote uit een interview met Minco werd gesampled op de single "Ondergronds Verzet", (1999) door Def P, Seda en Sores.[1][2] Ook in Def P.'s nummer "Engeltje/Duiveltje" van zijn album "Pascal/Rascal" (2007) is aan het einde van het nummer een quote van Minco te horen. Externe linkBronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Bill Minco van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|