Bernard ter Haar (dominee)

Bernard ter Haar op jongere leeftijd
Bernard ter Haar als hoogleraar
Graf van Bernard ter Haar op Begraafplaats Rosendael in Rozendaal

Bernard ter Haar (Amsterdam, 13 juni 1806Velp, 19 november 1880) was lid van de Nederland's Patriciaatsfamilie Ter Haar en een Nederlandse predikant, dichter en hoogleraar theologie, die bekendstaat als een van de 19e-eeuwse "dominee-dichters".

Leven

Bernard ter Haar werd geboren in 1806 als zoon van Barend ter Haar en Johanna Judith Hamming. Hij studeerde theologie aan de Universiteit Leiden. Hij was twintig jaar lang hoogleraar in de godgeleerdheid aan de Universiteit Utrecht en vierentwintig jaar lang predikant in verschillende gemeenten. Hij overleed op 74-jarige leeftijd in Velp.

In 1839 ontving Ter Haar aan de Leidse universiteit een eredoctoraat in de theologie. In 1849 werd hij Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 1879 werd hij benoemd tot Commandeur in de Orde van de Eikenkroon.

Bernard was lid van het Koninklijk Nederlands Instituut en bestuurder van het Haags Genootschap tot verdediging van de Christelijke Godsdienst. De Ter Haarstraat in Amsterdam en de Ter Haarkade in Leiden zijn naar hem genoemd.

Ter Haars moralistische poëzie, die door de Tachtigers beschouwd werd als ouderwets, 'huisbakken' en benepen, werd evenals die van andere dominee-dichters geparodieerd door Cornelis Paradijs (pseudoniem van Frederik van Eeden) in de bundel Grassprietjes of Liederen op het gebied van Deugd, Godsvrucht en Vaderland.

Blinkt de groote B. ter Haar ...
Niet in onze dichterschaar?

Bron: fragment uit Predikantenlied (hulde aan onzen geestelijken stand) in: Grassprietjes, uitg. W. Versluys, Amsterdam (1916)

Aftreden kabinet-Thorbecke

Op 15 april 1853 speelde Ter Haar een politieke rol. Tijdens de aprilbeweging tegen de door het liberale kabinet-Thorbecke I gegeven toestemming voor het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland bood hij, als voorzitter van de Amsterdamse kerkenraad, in de Nieuwe Kerk een 'adres' aan de Koning aan. Hij was daarbij vergezeld van een comité van kerkenraadsleden en 'een achttal der meest geachte Amsterdammers' onder wie de huisvriend van zijn ouders, de dichter Willem Hendrik Warnsinck. Na zijn toespraak antwoordde de Koning dat 'deze gewichtige dag de banden tusschen Nederland en Oranje nog vaster had aaneengesnoerd'. Hij wees de strekking van het adres niet af, zoals het kabinet van Thorbecke gewenst had. Dit was aanleiding voor het kabinet om af te treden.

Bibliografie

Publicaties met Ter Haar als auteur

Publicaties met Ter Haar als redacteur of samensteller

  • 1841 - A. Hoogvliet, Abraham de aartsvader. Uitgegeven door B. ter Haar
  • 1860-1869 - Geschiedenis der Christelijke kerk in Nederland in tafereelen onder redactie van Bernhard ter Haar, W. Mollen en E. Swalue, met medewerking van […]. Met platen
  • 1865 - J. Steenmeijer, Nagelaten leerreden. Met een levensberigt van den ontslapene (uitgegeven door B. ter Haar en R. Benninck Janssonius)
  • 1866-1868 - C.G. Montijn, Geschiedenis der Hervorming in de Nederlanden. 2e druk. Uitgegeven door B. ter Haar
  • 1896 - F. Jacobs, Grieksch leesboek voor eerstbeginnenden en meergevorderden. Opnieuw bewerkt door B. ter Haar

Publicatie over Ter Haar

  • 1969 - J.H.J. Willems: Bernard ter Haar 1806-1880, Predikant/Poëet/Professor, uitg. Wolters-Noordhoff, Groningen.
Zie de categorie Bernard ter Haar van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.