Assur-nadin-apli
Aššur-nadīn-apli, geschreven als maš-šur-SUM-DUMU.UŠ,[2] was koning van Assyrië van 1206 - 1203 v.Chr.. Zijn naam betekent “Aššur is de gever van een erfgenaam”[3] in het Akkadisch. MachtsovernameHij kwam aan de macht door zijn vader Tukulti-Ninurta I[i 2] te vermoorden. De precieze gang van zaken die tot de omverwerping van zijn vader geleid hebben is verre van duidelijk. Zijn vader was een machtig koning die de Kassiet Kaštiliašu IV van Karduniaš versloeg in het dertiende en veertiende jaar van zijn regering.[4].[5]. Na dit hoogtepunt bleek het Assyrische leger te veel van zichzelf gevergd te hebben en het had moeite aan de gemaakte vorderingen vast te houden. Dit is waarschijnlijk de achtergrond waartegen we de opstand van Aššur-nadīn-apli tegen zijn vader moeten zien. Verschillende kopieën van de Assyrische koningslijst zeggen dat hij de troon greep en drie of vier jaar regeerde.[i 3]. Er is ook enige onduidelijkheid over de naam. De Nassouhi-lijst heeft het over Aššūr-nādin-apli, maar de SDAS-versie zegt juist Aššūr-nāṣir-apli. Sommige auteurs zoals Brinkman en Grayson nemen daarom aan dat er hier twee verschillende koningen achter schuilgaan.[6][7]. Yamada aan de andere kant stelt dat dit teruggaat op latere verwarring door een kopiist met de opvolging van Tukulti-Ninurta II door Aššūr-nāṣir-apli II.[8]. In het spijkerschrift schelen beide namen maar in één teken.[9]. Over de dood van zijn vader is meer duidelijkheid. De Babylonische Kroniek P zegt dat “Aššur-nāṣir-apli, zijn zoon (mar-šu) en de officieren van Assyrië rebelleerden, hem van de troon verwijderden, in een kamer opsloten en hem doodden.”[i 4] BewindDe onderlinge strijd deed het aanzien van Assyrië weinig goed en in zijn tijd wisten de vorsten van Elam een grotere rol in de politiek van Mesopotamië op te eisen. De grip die zijn vader enige tijd op het buurland Babylon gehad ging verloren en Assyrië begon aan een periode van onderlinge twisten waaover maar weinig gegevens bekend zijn. Er zijn bakstenen die zeggen "[Eigendom van] het paleis van Aššūr-nādin-apli" en er is een wat langere tekst die refereert aan het omleiden van de Tigris naar het noorden van de stad Aššūr door "goddelijke middelen" om bouwland te ontginnen en een heiligdom te stichten. Er is maar één eponiem ondubbelzinnig vastgesteld voor zijn regeringsperiode, dat van Erīb-Sîn, dat een stenen tablet dateert. Een ander tablet van hetzelfde jaar is gevonden bij Tell Taban, de hoofdplaats van de vazalstaat Tâbatu (nu bij Al-Hasakah). Het werd gevonden tijdens een reddingsopgraving door Hirohito Numoto op een plaats in Syrië waar een nieuwe dam gebouwd ging worden. De vazalkoning van Tâbatu, Adad-bēl-gabbe, die regeerde onder niet minder dan vier Assyrische vorsten had blijkbaar niet veel last van de perikelen in de hoofdstad.[10] In Assur-nadin-apli's tijd heeft de stad Ninive nog een vrij bescheiden rol als administratief en religieus centrum, maar de stad wordt wel genoemd op een stele in Aššur.[11]
Tijdgenoten
InscriptiesVerwijzingen
|
Portal di Ensiklopedia Dunia