Associatie van klokjesgentiaan en borstelgras
De associatie van klokjesgentiaan en borstelgras (Gentiano pneumonanthes-Nardetum) is een associatie uit het verbond van heischrale graslanden (Violion caninae). Het is een plantengemeenschap die te vinden is als stroken of als inslaggemeenschap in andere schrale vegetatie zoals natte heiden, met een combinatie van grassen, grasachtige planten en kleinbloemige kruiden. Naamgeving en codering
De wetenschappelijke naam Gentiano pneumonanthes-Nardetum is afgeleid van de botanische namen van twee opvallende soorten voor de associatie, de klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) en borstelgras (Nardus stricta). FysiognomieBegroeiingen van de associatie van klokjesgentiaan en borstelgras zijn van het verbond het meest heideachtig. Ze bezitten soms een (beperkte) boomlaag en de kruidlaag heeft verscheidene soorten dwergstruiken. De kruidlaag is zeer goed ontwikkeld en wordt gedeeld door verscheidene grassen en grasachtige planten, en kleinbloemige overblijvende kruiden. De moslaag is in vergelijking met de andere associaties van het verbond goed ontwikkeld. EcologieDeze plantengemeenschap vindt men vooral in stroken of vlekken binnen andere schrale vegetatie, zoals natte heide of blauwgraslanden. Ze komt voor op vochtige tot natte, moerige of venige plaatsen op kalkarm, lemig zand of op veen. De grondwaterspiegel is ten minste een deel van het jaar hoog, maar kan in droge perioden tot meer dan een meter onder het maaiveld dalen. Het grondwater zorgt voor een relatief hoge basenverzadiging. Subassociaties in Nederland en VlaanderenVan de associatie van klokjesgentiaan en borstelgras worden in Nederland en Vlaanderen drie subassociaties onderscheiden met een duidelijk gescheiden verspreidingsgebied. Er werden provisoire namen aan toegekend, die nog niet in de literatuur getoetst zijn op geldigheid. Subassociatie gentianetosumDeze subassociatie komt enkel in de Kempen voor en heeft als belangrijkste begeleidende soorten klokjesgentiaan, trekrus, ronde zonnedauw, stekelbrem en borstelgras. Buiten de Kempen is klokjesgentiaan nauwelijks te vinden. Subassociatie ericetosum cinereaeEen subassociatie die eerder atlantisch gericht is, met vooral rode dophei, valse salie, brem, mannetjesereprijs, stijve ogentroost, gewone brunel, kleine klaver, smalle weegbree, heermoes en witte klaver. Subassociatie typicumDe derde voorgestelde subassociatie is negatief gedifferentieerd, maar heeft een relatieve hoge presentie van zandstruisgras. VerspreidingHet verspreidingsgebied van de associatie van klokjesgentiaan en borstelgras is beperkt tot Vlaanderen, Nederland en het noorden en westen van Duitsland. In Nederland is deze associatie beperkt tot de hogere zandgronden, met een verspreidingsgebied dat overeenkomt met dat van de natte heiden. In Vlaanderen is ze vooral bekend van de Kempen en de Vlaamse zandstreek. Diagnostische taxa voor Nederland en VlaanderenDeze associatie heeft voor Nederland als kensoorten het heidekartelblad en de liggende vleugeltjesbloem, voor Vlaanderen komt daar ook nog tweenervige zegge bij. Ondanks de wetenschappelijke naam is klokjesgentiaan geen kensoort; deze plant komt ook voor in natte heiden en in blauwgrasland. Verder vinden we in deze associatie in verhouding veel dwergstruiken, vooral gewone dophei en struikhei. Van grassen vinden we onder andere pijpenstrootje, tandjesgras, borstelgras en fijn schapengras, terwijl de kleinbloemige kruiden vertegenwoordigd worden door onder andere tormentil, blauwe knoop en welriekende nachtorchis. Ze onderscheidt zich van de andere associaties binnen het verbond door de aanwezigheid van de gevlekte orchis, die in deze vegetatie een optimum heeft, de klokjesgentiaan, gewone dophei, het pijpenstrootje, blauwe zegge, blauwe knoop en moerasstruisgras. In de onderstaande tabel staan de belangrijkste ken- en begeleidende plantentaxa van de associatie van klokjesgentiaan en borstelgras voor Nederland en Vlaanderen.
Bedreiging en beschermingDeze associatie zal bij gebrek aan beheer door natuurlijke successie evolueren tot een struweel. Toe te passen beheermaatregelen zijn maaien (beheer als hooiland) met nabegrazing of continue, extensieve begrazing. Te intensief bemaaien, plaggen of branden kan echter leiden tot een grotere dominantie van pijpenstrootje, waarbij de kwetsbare soorten verdwijnen en enkel een rompgemeenschap overblijft. Andere bedreigingen zijn de drie V's verdroging, vermesting en verzuring. De associatie van klokjesgentiaan en borstelgras kan ontstaan uit de associatie van gewone dophei, vooral uit de subassociatie met gevlekte orchis door maaien, branden of begrazing. Biologische WaarderingskaartIn de Biologische Waarderingskaart (BWK) van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is deze associatie opgenomen als vochtig heischraal grasland (hmo). Dit vegetatietype staat gewaardeerd als 'biologisch zeer waardevol'. Zie ookZie de categorie Gentiano pneumonanthes-Nardetum van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
|