Armand David
Armand David (ook bekend als Pater David) (Espelette, Pyrénées-Atlantiques, 7 september 1826 – Parijs, 10 november 1900) was een Franse missiepater uit de orde van de lazaristen en gerespecteerd dier- en plantkundige. BiografieVoor David toetrad in 1848 tot de missiepaters van de lazaristen had hij al een grote belangstelling voor biologie. In 1862, kort na zijn wijding tot priester, werd hij naar Beijing (China) gestuurd. Hij verzamelde daar specimens op het gebied van de zoölogie, plantkunde, paleontologie en de geologie die hij op verzoek van de Franse regering naar het Muséum national d'histoire naturelle in Parijs stuurde. De Jardin des Plantes verzocht hem ook om wetenschappelijke expedities te ondernemen door China op zoek naar nieuwe soorten planten en dieren. Daarnaast vervulde hij getrouw zijn plichten als missiepater zoals van hem werd verwacht volgens de regels van de Congregatie der Missie. In 1874 keerde hij terug naar Frankrijk en schreef daar boeken over zijn reizen en de flora en fauna van China. Zijn werkHij ondernam drie grote reizen door China:
Zo ontdekte hij de vaantjesboom (Davidia involucrata) die naar hem vernoemd werd, net als het Pater-Davidshert (Elaphurus davidianus). Van deze hertensoort was alleen nog een kleine groep aanwezig in de keizerlijke tuinen. Het lukte David om in 1866 resten van drie dode dieren (een mannetje, een vrouwtje en een jong) naar Europa te zenden. Verder is David de soortauteur van de reuzenpanda (Ailuropoda melanoleuca) die hij aantrof in de regio Baoxing (Sichuan, China). In 1888 somde hij zelf in een lezing op wat hij op het gebied van flora en fauna in China had ontdekt en of verzameld: 200 soorten wilde dieren, waarvan er 63 tot dan toe onbekend, 807 soorten vogels, waarvan 65 nog niet bekend. Verder een grote collectie amfibieën, reptielen, vissen en insecten die hij had overgedragen aan specialisten. Hij ontdekte ook een groot aantal nieuwe soorten planten, onder andere 52 nieuwe soorten rhododendrons, ongeveer 40 soorten uit de sleutelbloemfamilie en de een onverwacht groot aantal gentiaansoorten in de westelijke berggebieden van China. Zelf beschreef hij negen nieuwe soorten vogels en drie geslachten, soms samen met Émile Oustalet, hieronder zijn de roodstaartlijstergaai (Trochalopteron milnei), Heudes diksnavelmees (Paradoxornis heudei), Père Davids nachtegaal (Luscinia pectardens) en kleine rozebandroodmus (Carpodacus verreauxii).[1]
Publicaties (selectie)
Bronnen, noten en/of referenties
|