Alternatieven voor dierproevenAlternatieven voor dierproeven zijn andere manieren om dezelfde experimentele resultaten te verkrijgen bij een groter dierenwelzijn. Door Russel en Burch werd in 1959 het (mnemotechnisch) 3R-principe geformuleerd: Replace, Reduce, Refine. In de Nederlandse vertaling worden dit de 3V's: Vervanging, Vermindering, Verfijning. In Nederland wordt het "Nee, tenzij...." principe gehanteerd, dat inhoudt dat alleen dierproeven mogen worden uitgevoerd als er geen andere methoden beschikbaar zijn. In feite zijn daarom de alternatieven de geëigende methoden waarmee biomedische resultaten verkregen kunnen worden, en is eigenlijk de dierproef het alternatief. Vandaar dat we ook steeds meer spreken over 3V modellen (Vervanging, Vermindering en/of Verfijning van dierproeven). 3 V'sVerminderingVerminderen van het aantal gebruikte dieren:
VerfijningPijn en ontreddering minimaliseren door:
VervangingVervangen van dierproeven door alternatieve methoden, zoals:
OrganisatiesBinnen Nederland houden het Nationaal Centrum Alternatieven voor dierproeven (NCA), het 3R Research Centre (3R-RC) en de Programmacommissie Alternatieven voor dierproeven van ZonMW zich actief bezig met het stimuleren van de ontwikkeling, acceptatie en implementatie van de 3Vs. De Nederlandse overheid heeft in 2008 haar visie over alternatieven voor dierproeven naar buiten gebracht.[3] In Engeland is het National Centre for Replacement, Refinement and Reduction of Animals in Research actief. Op Europees niveau is het European Union Reference Laboratory for alternatives to animal testing (EURL-ECVAM) het verantwoordelijke centrum van de Europese Commissie voor de ontwikkeling, validatie en acceptatie van 3V-modellen. Externe links
ReferentiesBronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia