Alpentijloos
De Alpentijloos (Colchicum alpinum) is een overblijvende plant uit de herfsttijloosfamilie.[1] BeschrijvingColchicum alpinum lijkt op een miniatuurversie van Colchicum autumnale. Vanuit de kleine eivormige stengelknol (1 op 2 cm) komt één of een paar bloemen op een meestal smaragdgroene buis.[2][3] De twee bladeren zijn 6-8 (8-15) cm lang.[4][5] De plant is 6-12 (10-30) cm hoog.[4][5] De bladeren zijn 0,2-1,4 (-2,2) cm breed.[5][6] De bloeitijd valt in (juli-) augustus-september.[4][7] De zes bloemdekbladeren zijn lila-roze en 2-3 cm lang. De bloemdekbladeren zijn omgekeerd eirond-lancetvormig en stomp.[7] De 6 meeldraden zijn op dezelfde hoogte geplaatst en de rechte stijlen dragen korte, niet aflopende, knotsvormige stempels.[2] Bij de gewone herfsttijloos zijn drie meeldraden hoger geplaatst dan de drie andere en lopen de stempels af op de sterk gebogen stijlen.[8] De Alpentijloos groeit op weilanden met zure grond, op hoogten tussen de 600-1800 (-2000) meter.[4][5] In Zwitserland komt ze voor in Wallis en Ticino.[7][9] Vanuit Zwitserland loopt haar verspreidingsgebied zuidwaarts tot de Zee-alpen en de Apennijnen, Corsica en mogelijk Sardinië.[2][3] De plant vindt men vrij overvloedig in de Valle d'Aosta.[10] Zoals alle tijlozen is de plant zeer giftig.[7] KweekColchicum alpinum is een "collector's plant", die moeilijk te kweken is. Ze verafschuwt kalk en bloeit niet zo geweldig in het laagland.[11] De verwante Colchicum corsicum uit Corsica blijkt gemakkelijker te kweken en wordt door een paar gespecialiseerde bollenkwekers aangeboden.
Bronnen
|
Portal di Ensiklopedia Dunia