Sinds 1990 bestaat de presidentiële luchtvloot uit twee gemodificeerde Boeing 747-200-vliegtuigen - door de luchtmacht aangeduid als Boeing VC-25 - die alleen Air Force One heten wanneer de president aan boord is, maar door de buitenwacht algemeen zo worden aangeduid.
De VC-25 heeft een grote actieradius en capaciteit voor meer dan 70 passagiers. Voordat de huidige toestellen in gebruik genomen werden, werden (sinds 1962) twee Boeing 707-320B-vliegtuigen gebruikt (luchtmacht: VC-137) - een van deze toestellen wordt nu tentoongesteld in de Ronald Reagan Presidential Library. [1]
Het is de bedoeling dat de huidige Boeings 747-200 in 2024 worden vervangen door twee Boeings 747-8.[2]
Als niet de president, maar de vicepresident aan boord is, dan is de roepnaam Air Force Two. Om veiligheidsredenen mogen de president en de vicepresident nooit samen vliegen.