Agora van AtheneDe Agora van Athene (Grieks: Αρχαία Αγορά της Αθήνας) vormde in de oudheid, net zoals de agora’s in andere Griekse steden, het centrum (letterlijk ‘verzamelplaats’) van de stad. Hier lagen de belangrijkste gebouwen voor bestuur en rechtspraak, en er vonden markten en religieuze feesten plaats. FunctieOp de Agora verzamelden de burgers van Athene zich dagelijks in de open lucht voor allerlei activiteiten. In de vroegste tijden werden hier sportwedstrijden gehouden en ook de dramafestivals, die in de loop van de 6e eeuw werden verplaatst naar het Dionysustheater. De Agora was het centrum van de Atheense democratie: hier waren de gebouwen van de raad (de boulè) en van de dagelijkse bestuurders (de prytanen). Ook werden hier de zittingen gehouden van de volksrechtbank (de heliaia). Aanvankelijk kwam hier ook de volksvergadering (ekklèsia) samen, maar deze vergaderingen werden in de loop van de 5e eeuw verplaatst naar de Pnyx. De Agora was ook de markt van de stad: de handel vond plaats in de open lucht of in de winkeltjes in de steeds talrijkere stoa's (zuilengalerijen). Hij had ook een religieuze functie: er waren tempels en de jaarlijkse processie tijdens de Panathenaeën trok eroverheen. Talrijke filosofen, onder wie Socrates en Zeno van Citium, waren regelmatig op de Agora te vinden voor discussie en onderwijs. Tijdens zijn verblijf in Athene ging ook de apostel Paulus dagelijks in discussie op de Agora (zie Handelingen 17:17). GeschiedenisDe Agora van Athene ontstond rond het begin van de 6e eeuw v.Chr. op een open ruimte dicht bij het midden van de stad, aan de noordwestelijke voet van de Akropolis. Dwars over de Agora liep de oude Panathenaeïsche weg van de Dipylonpoort naar de Akropolis. Een van de eerste openbare gebouwen is het zuidoostelijke bronhuis, dat in 530-520 v.Chr. werd gebouwd en dus stamt uit de tijd van de tirannen. Via terracotta pijpleidingen werd water aangevoerd vanaf de Lycabettus-heuvel. Aan het begin van de 5e eeuw werden afvoerkanalen aangelegd waarmee regenwater werd afgevoerd naar de Eridanos. De meeste van de oudste gebouwen, zowel met een openbare als met een religieuze functie, verrezen aan de westkant van de open ruimte. Deze werden verwoest door de Perzen in 480 v.Chr. In de loop van de 5e eeuw werd de westkant herbouwd en werden ook grote openbare gebouwen aan de noord- en zuidkant van het plein gebouwd. Met de bouw van de marmeren Tempel van Hephaistos (ook wel Theseion genoemd) werd kort na 450 v.Chr. begonnen. Een grote bouwactiviteit werd ontplooid in de tweede helft van de 4e eeuw. In de 2e eeuw v.Chr. kreeg de Agora echter zijn definitieve vorm met de aanleg van grote stoa’s aan zijn zuid- en oostkant. Het zuidelijke deel van de Agora had zwaar te lijden onder de plunderingen van de Romeinen onder Sulla in 86 v.Chr. Het herstel ging langzaam. Rond 15 v.Chr. richtte de Romeinse generaal Agrippa min of meer midden op het plein het Odeion, een concertzaal, op. Verscheidene oude tempels, met name die van Ares, werden nu vanaf het platteland naar de Agora overgeplaatst. In de 2e eeuw n.Chr. werden enkele nieuwe gebouwen neergezet: de Bibliotheek van Pantainos, een nymphaeum, een basilica, de zogenaamde Monopteros. Rond 100 n.Chr. werd de oude Agora door een overdekte wandelweg verbonden met de nieuwe Romeinse Agora aan de oostkant. In 267 n.Chr. werd het gedeelte van Athene waar de Agora lag geplunderd door barbaren uit het noorden, de Herulen. Korte tijd later, ca. 280-290, werden de stenen van de verwoeste gebouwen gebruikt om een verdedigingsmuur te bouwen ten oosten van de oude Agora. Na een eeuw van verwaarlozing werd een aantal grote huizen gebouwd op de hellende grond aan de zuidkant van de Agora, en kort na 400 n.Chr. werd een groot gymnasium gebouwd op de ruïnes van oude gebouwen midden op de Agora. Deze huizen en het gymnasium dienden waarschijnlijk voor het hoger onderwijs in de stad die nog altijd als een centrum van geleerdheid gold. Het gebied werd nogmaals verwoest met de komst van de Slavische volkeren in de jaren 580. Daarna stopte de bewoning in dit gedeelte van Athene. De bewoning werd hervat in de 10e eeuw toen ook de Kerk van de Heilige Apostelen (Agii Apostoli Solaki) werd opgericht (ca. 1000 n.Chr.). Deze werd echter in 1204 verwoest door indringers uit Nauplion. De kerk werd herbouwd, maar had weer zwaar te lijden in de Onafhankelijkheidsoorlog (1826/27). Toen Athene in 1834 tot hoofdstad van Griekenland werd uitgeroepen volgde koortsachtige bouwactiviteit zodat het hele gebied met huizen was bedekt toen de archeologische opgravingen door de American School of Classical Studies in 1931 van start gingen. Zo'n 350 vervallen negentiende-eeuwse huizen werden onteigend en gesloopt. In de 19de eeuw waren al incidenteel opgravingen gedaan, met name aan de noordkant tijdens de uitbreiding van de spoorweg tussen Athene en Piraeus in 1890-91 (de huidige metrolijn 1). In de jaren 1953-56 werd de Stoa van Attalus herbouwd om te dienen als museum (het Agora Museum) en werkruimte voor de archeologen. De Agora in de klassieke periodeDe reconstructie van het uiterlijk van de Agora in de oudheid heeft veel te danken aan de archeologische opgravingen, maar ook het werk van Pausanias die de Agora in de 2e eeuw n.Chr. bezocht en een gedetailleerde beschrijving gaf (I 3.1 t/m 17.1), waarin hij vooral veel aandacht schonk aan de schilderijen en beeldhouwwerken die hij zag. Het best bewaarde gebouw uit de oudheid op de Agora, waarschijnlijk gesticht in 449 v.Chr. is tevens het best bewaarde voorbeeld van een Dorische hexastyle tempel. De tempel wordt omgeven door 34 zuilen (6 x 13) en is geheel gebouwd in marmer. De tempel staat ten onrechte ook wel bekend als Theseion, omdat hij in de Middeleeuwen op grond van de metopen ten onrechte werd geïdentificeerd als het heroön waar de botten van Theseus werden bewaard. De stoa’s uit de hellenistische periodeIn de hellenistische tijd werden verscheidene grote stoa’s gebouwd. De eerste was de Middenstoa, bijna 150 m. lang, die aan de zuidzijde werd gebouwd tussen 180 en 140 v.Chr. Deze stoa sneed een deel van de Agora af van de rest van het plein. Het vormde een geheel met de erachter gelegen nieuwe Zuidstoa (Zuidstoa II) en een derde Oostelijk gebouw dat de twee stoa’s aan de oostkant verbond, zodat een nieuw plein ontstond dat het Zuidplein werd genoemd. Het had vermoedelijk vooral een commerciële functie. Aan de oostkant van de Agora verrees de Stoa van Attalus, die Attalus II, koning van Pergamon in de jaren 159-138 v.Chr., tijdens zijn koningschap liet bouwen. Hij had voordat hij koning werd in Athene gestudeerd bij Karneades en liet de stoa als dankbetuiging bouwen. Het was een winkelcomplex van twee verdiepingen zuilengalerijen met daarachter in totaal 42 winkels die door de stad verhuurd werden. Voor de zuilen werden Pentelisch wit marmer en Hymettisch blauw gebruikt, samen met kalksteen voor de muren. In 267 n.Chr. werd de stoa verwoest door de Herulen. Het gebouw werd in de jaren 1953-56 volledig gereconstrueerd om als museum en werkruimte voor de archeologen te dienen. Gebouwen uit de Romeinse tijdAgrippa liet ca. 15 v.Chr. midden op de Agora een odeion of concertgebouw bouwen. Dit Odeion van Agrippa was een groot gebouw van twee verdiepingen dat 1.000 toeschouwers kon bevatten. De onderbouw was omgeven door zuilengalerijen en de bovenbouw was versierd met Korinthische pilasters. In het rechthoekige gebouw waren zitplaatsen rondom een met marmer ingelegde orchestra, waarachter een verhoogd podium was. Het dak overspande een ruimte van 25 m., wat te veel bleek te zijn, want in 150 n.Chr. stortte het in. Daarna werd het gebouw op kleinere schaal herbouwd en kon het 500 toeschouwers bevatten. Iets ten noorden van het Odeion van Agrippa werd aan het eind van de 1e eeuw v.Chr. een tempel gebouwd die door Pausanias is geïdentificeerd als een Tempel van Ares. De fundamenten zijn Romeins, maar het gebouw zelf was een Griekse tempel, een Dorische peripteros uit de 5e eeuw v.Chr. Het gaat om zogenaamde ‘zwervende tempel’ die in zijn geheel verplaatst is vanuit een afgelegen deme (mogelijk was het de tempel van Athene Pallenis in het moderne Stavro) naar het centrum van de polis om te dienen voor een nieuw doel. In de zuidoosthoek van Agora verrees ca. 100 n.Chr. de Bibliotheek van Pantainos. Hij werd gewijd aan Athena Archegetis, Trajanus en het Atheense volk. Het complex bestond uit een vierkant gebouw en een door zuilengalerijen omgeven hof waarachter vertrekken lagen. Lucius Flavius Pantainos, die het gebouw wijdde, was de zoon van het hoofd van een filosofische school en verwees naar zichzelf als een priester van de filosofische muzen. Kerk van de Heilige ApostelenDe Kerk van de Heilige Apostelen is de enige kerk die men bij de opgravingen van de Agora vanwege zijn ouderdom heeft laten staan. Hij staat aan de zuidoostkant van de Agora en stamt van rond het jaar 1000. Hij heeft de plattegrond van een Grieks kruis waarvan de armen ieder eindigen in een apsis. De centrale koepel wordt gedragen door vier zuilen aan de binnenkant. De kerk is van binnen versierd met resten van fresco’s uit de 17e eeuw. Hij werd tijdens een restauratie in de jaren 1954-56 zo veel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht. Referenties
Zie de categorie Ancient Agora of Athens van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia