Adolphe Wansart was een zoon van brigadier Henri Guillaume Wansart en Henriette Marie Augustine Frazier.[2] Hij werd opgeleid aan de Academie van Luik. Vader Wansart, inmiddels gepensioneerd, zag de potentie van zijn zoon en besloot met het gezin naar Brussel te verhuizen, zodat zijn daar verder kon studeren.[3] Adolphe werd leerling van Jan Frans Portaels aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel. Wansart debuteerde als schilder op de Salon van Brussel in 1893. Hij ontving dat jaar de Godecharleprijs voor zijn tekening Dwalende zielen.[4] Hij vestigde zich in Ukkel.
Vanaf 1897 werkte Wansart op het atelier van Charles Van der Stappen aan de Brusselse Academie en ging hij zich meer op de beeldhouwkunst richten,[5] al bleef hij daarnaast tekenen en schilderen. Hij beeldhouwde onder meer bustes, gedenktekens, grafmonumenten, penningen[6] en reliëfs. Henri Kerels komt in zijn monografie over Wansart op een totaal van 85 werken: "68 monumenten, composities en portretten, 13 medailles en 4 dinanderies."[3] Wansart maakte een aantal beelden van zijn vrouw, de kunstenares Lucie Desmet (1873-1943), die hij aan de Brusselse Academie had leren kennen. Naar aanleiding van de buste van haar die hij in 1925 op de Driejaarlijkse Tentoonstelling in Gent toonde, schreef kunstcriticus Leo Van Puyvelde over Wansart "wiens sterk Portret van zijn vrouw een prachtig voorbeeld is van modern gevoel voor het volumen met vaste vlakken en groote lijnen, zonder al te groote afwijking van de natuur of al te enge aanhanging van de werkelijkheid".[7] De kunstenaar vestigde zich in 1927 met zijn vrouw en zoon Eric Wansart in Rueil-Malmaison, bij Parijs, hij hield daarnaast het atelier in Ukkel aan. Ontwerpen deed hij vooral in Frankrijk, uitvoeren in België.[8] Zijn grootste werken maakte hij voor de stad Luik: het breedste werk is het 24 meter lange reliëf Luik, Kunsten en Wetenschappen voor de entree van het Feestpaleis, dat werd gebouwd voor een internationale tentoonstelling voor watertechnologie in 1939.[9] Het is een allegorische voorstelling van de stad, met haar industrieel en cultureel verleden. Hij maakte ook een zes meter hoge ridder met schild en zwaard (1948-1950), uitgevoerd in blauwe steen. De ridder symboliseert de Bourgondisch tijd, een van de vier tijdperken die worden verbeeld aan weerszijden van de Luikse Pont des Arches.
Wansart overleed op 80-jarige leeftijd leeftijd. In Ukkel werd een laan naar hem vernoemd.
1936 penning met portret van Desiderius Erasmus. Het portret werd in 1987 gebruikt voor een nieuwe penning ter gelegenheid van de restauratie van het Erasmushuis in Anderlecht.
↑ abHenri Kerels (1955) Adolphe Wansart. Antwerpen: De Sikkel. Uit de serie 'Monografieën over Belgische Kunst'.
↑Dorine Cardyn-Oomen et al. (1986) Beeldhouwwerken en assemblages 19de en 20ste eeuw. Uitgave van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap/Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen.
↑Jacques van Lennep (red.) (1990) De 19de-eeuwse Belgische beeldhouwkunst. Brussel: Generale Bank. ISBN 978-90-94015-31-2. p. 294-295.