Adolf van Nassau-Siegen (1586-1608)
Graaf Adolf van Nassau-Siegen (Slot Dillenburg, 8 augustus 1586[1] – Xanten, 7 november 1608[1][2][3][4]), Duits: Adolf Graf von Nassau-Siegen (officiële titels: Graf zu Nassau, Katzenelnbogen, Vianden und Diez, Herr zu Beilstein), was een graaf uit het Huis Nassau-Siegen, een zijtak van de Ottoonse Linie van het Huis Nassau. Hij diende als officier in het Staatse leger. In de Oranjepropaganda geldt hij als een van de twaalf helden uit het Huis Nassau die in de Tachtigjarige Oorlog hun leven gaven voor de vrijheid van het Nederlandse volk. BiografieAdolf werd op 8 augustus 1586 op Slot Dillenburg geboren als de derde zoon van graaf Johan VII ‘de Middelste’ van Nassau-Siegen en diens eerste echtgenote, gravin Magdalena van Waldeck-Wildungen.[5] Hij werd op zondag 21 augustusJul. gedoopt.[6] Adolf studeerde in 1601 in Genève[2], en daarna in Bazel en in Frankrijk.[4] Hij trad in 1604 in Staatse dienst en nam deel aan het Beleg van Oostende (1604) en het Beleg van Sluis (1604).[2][3] Op 3 april 1606 werd hij benoemd tot ritmeester over een vaan van 86 ruiters.[2] In 1608 woonde hij met zijn vader een wapenschouw bij in de Palts.[3] Hij ondernam daarna een expeditie naar Luxemburg en sneuvelde op de terugtocht op 7 november 1608 bij Xanten.[2][3][7][8] Hij werd op 23 november 1608 begraven in de Sint-Stevenskerk in Nijmegen.[2] Adolf en zijn oudere broers Johan Ernst en Johan ‘de Jongere’ hadden de reputatie gokkers te zijn en een volstrekt ongepaste pracht en praal in hun kleding en voorkomen te vertonen. Hun vader schreef de jonge graven brieven vol vaderlijke vermaningen, waarin hij hen aanmaande zuinig te zijn, omdat hij niet wist wat hij met zijn zorgen en schulden aan moest. In een brief van 8 december 1608 beschouwde hij zelfs het sneuvelen van Adolf als straf van God en vermaande hij beide anderen, die met ‘einem ärgerlichen Leben mit Verschwendung fast allem, was ich in der Welt habe, durch Ehebrechen und Hurerei, Plünderung und Beraubung armer, unschuldiger Leute hoch und niederen Standen’ het graafschap Nassau-Siegen ruïneerden, om een ander, beter, en de naam Nassau waardig, leven te leiden.[9] In 1901 werd er op initiatief van gemeentearchivaris Herman Diederik Joan van Schevichaven een gedenkplaat van 103 bij 64 cm aangebracht in het noordertransept van de Sint-Stevenskerk in Nijmegen. De tekst op deze gedenkplaat luidt:[10]
VooroudersExterne links
Zie de categorie Adolph of Nassau-Siegen (1608) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
Referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia