52e Legerkorps
Het Duitse 52e Legerkorps (Duits: Generalkommando LII. Armeekorps) was een Duits legerkorps van de Wehrmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het korps vocht uitsluitend in de zuidelijke sector van het oostfront. KrijgsgeschiedenisOprichtingHet 52e Legerkorps werd opgericht op 25 november 1940 in Keulen, in de Wehrkreis (militair district) VI. 1941Het korps voerde tot eind februari 1941 de deknaam "Kommandostab Hannover" en tot 9 april de deknaam "Kommandostab Scharnhorst". Pas daarna kreeg het de naam LII. Armeekorps. Voor de Balkanveldtocht stond het korps in reserve voor het 2e Leger ten noorden van Graz met de 125e, 169e en 197e infanteriedivisies. Bij het begin van Operatie Barbarossa werd het korps ingezet om de Galicische grensverdediging te doorbreken. Daar stootte het korps via de Horin door naar de Stalin-linie. Die werd bij Jaltoesjtsjiv doorbroken. Vervolgens was het korps in actie in achtervolgingen naar de Dnjepr. Dan volgde de omsingelingsslag bij Oeman, als deel van de westelijke ring. Vervolgens trok het korps op naar de Dnjepr, die overgestoken werd bij Krementsjoek. Vandaar volgde de opmars naar het gebied rond Poltava en door naar Artemivsk in de oblast Donetsk. Het korps bleef de hele winter daar en was niet betrokken in enige grote slag tot zomer 1942. 1942Bij het begin van het zomeroffensief op 28 juni 1942, beschikte het korps slechts over 1 divisie, de 111e Infanteriedivisie. Het korps rukte vanaf 9 juli op vanuit het Donetsk-gebied richting de Donets en de Don, en stak de Don begin augustus over in de buurt van Konstantinovsk. Vervolgens begon een snelle achtervolgingsopmars op de verre linkervleugel van het 1e Pantserleger richting de Kaukasus door de Kalmukken-steppe. Het korps beschikte over de 111e en 370e Infanteriedivisies. Al begin september lag het korps voor de Terek bij Mozdok, maar daar liep de opmars vast. Vervolgens lukte het om samen met het 3e Pantserkorps de Terek over te steken en de stad Terek zelf te veroveren, maar daarna was het over. In de daarop volgende 3 maanden bleef het korps in dezelfde frontlijn tussen Terek en Mozdok. Ten gevolge van de dramatische ontwikkelingen rond Stalingrad moest Heeresgruppe A ook terugtrekken. 1943Op 1 januari 1943 begon het 1e Pantserleger zich los te maken van de vijand. Het korps, met de 50e en 111e Infanteriedivisies, zette ook de terugtocht in, maar in plaats van met het 1e Pantserleger richting Rostov te gaan, trok het korps zich terug richting het zich vormende Koebanbruggenhoofd. Vanaf februari vormde het korps de noordflank van het bruggenhoofd. Maar niet voor lang, want in maart werd het korps teruggetrokken over de Straat van Kertsj en naar het gebied rond Charkov gedirigeerd. Daar kreeg het korps een frontlijn toegewezen aan de zuidzijde van de zich net gevormde Koersk saillant (uitstulping in de frontlinie). In de Slag om Koersk vormde het korps de linkervleugel van de aanval van het 4e Pantserleger. Het korps kon slechts weinig voortgang boeken tegen de defensie van het Sovjet 40e Leger. Bij het begin van de slag, op 5 juli 1943, beschikte het korps over de 57e, 255e en 332e Infanteriedivisies. Nadat de Sovjets met hun tegenoffensief begonnen, moest het korps al snel de terugtocht richting de Dnjepr aanvaarden. Deze terugtocht liep via Gadjatsj en tussen Krementsjoek en Dnjepropetrovsk werd de rivier overgestoken richting het westen. Op 4 oktober 1943 beschikte het korps over de 262e, 328e en 355e Infanteriedivisies en de resten van de 38e, 161e en 293e Infanteriedivisies. Echter, op 15 oktober lanceerde het Steppe Front de P'iatykhatky Operatie, stak de Dnjepr over en rukte op via P'iatykhatky naar Kryvy Rih. Het korps stond in het brandpunt van deze operatie. Het korps eindigde het jaar in de frontlinie eerst ten noordoosten en later ten noordwesten van Kryvy Rih. 1944Het korps bleef in de frontlijn tussen Kryvy Rih en Kirovograd tot maart 1944. Begin maart opende het Rode Leger zijn voorjaarsoffensief en als onderdeel daarvan startte het 2e Oekraïense Front op 5 maart het Oeman–Botoșani Offensief. Het korps sloot zich aan bij de algemene Duitse terugtocht uit Oekraïne. Gedurende vijf lange weken trok het korps terug tot het rond 15 april achter de Dnjestr bij Chișinău eindigde. Hier waren de uitgeputte Duitse troepen in staat om weer een verdedigingslinie op te bouwen. Bovenliggende bevelslagen
Commandanten
Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia