De opmars van de Seldsjoeken is er de reden van dat de Byzantijnse keizer Alexius Comnenus in 1093 een dramatische oproep doet aan het westerse christendom hem te komen helpen. Op de Synode van Piacenza zijn er afgezanten van keizer Alexius I van Byzantium aanwezig en die vragen militaire hulp om de Turken uit Anatolië te verdrijven.
Van augustus 1095 tot augustus 1096 trekt Paus Urbanus II door Zuid-Frankrijk en roept overal op om Jeruzalem te bevrijden. Hij beweert dat de christenen er worden vervolgd en belooft de eventuele deelnemers dat de Hemel op hen wacht.
1096 : De Volkskruistocht. Vele gewone mensen, waaronder boeren en havelozen, trekken met vrouw en kinderen, maar onder hen ook enkele ridders, op weg naar het Heilige Land. Plunderingen onderweg waren schering en inslag. Jodenvervolging was een rode draad doorheen de acties van de verschillende groepen.
Koning Filips I van Frankrijk begeert Bertrada, de mooie en jonge vijfde vrouw van zijn oude vazal Fulco IV van Anjou. Tegelijk vindt Filips dat koningin Bertha dik en onaantrekkelijk is geworden. Dus scheidt hij van haar en verbant haar van het hof. Daarna trouwt Filips met Bertrada.
Niet alle bisschoppen kunnen dit accepteren en er komt verzet tegen deze gang van zaken. In 1094 excommuniceert de aartsbisschop van Lyon het nieuwe paar. Dit wordt in 1095 door de paus bevestigd. Onder druk van de excommunicatie verlaat Filips Bertrada, waarop de excommunicatie wordt opgeheven; Filips en Bertrada gaan echter weer samenwonen en worden opnieuw geëxcommuniceerd.