Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen
Het Verdrag inzake beperkingen van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Convention on Limitation of Liability for Maritime Claims, LLMC-verdrag) werd samengesteld op 19 november 1976 te Londen en gewijzigd door het LLMC-protocol op 2 mei 1996. Het doel van dit verdrag bestaat uit het beperken van aansprakelijkheidsvordering voor scheepseigenaars, hulpverleners en hun verzekeraars. Het verving het Aansprakelijkheidsbeperkingsverdrag uit 1957 van het CMI. LLMC-conventieHet verdrag inzake beperkingen van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen is opgedeeld in 5 hoofdstukken. In deze hoofdstukken wordt besproken wie recht heeft op de aansprakelijkheidsbeperking, bij welke vorderingen dit het geval is, het duidt de grenzen van de aansprakelijkheid vast en regelt de vereffening van de vorderingen. Elk hoofdstuk is verder onderverdeeld in artikels. Hoofdstuk 1: het recht op beperking
Hoofdstuk 2: bepaling van de aansprakelijkheidDe algemene limieten voor vorderingen worden gesteld. Eveneens wordt een grens gesteld voor vorderingen van passagiers en de bepaling van de gebruikte rekeneenheden, de zogenaamde speciale trekkingsrechten. Hoofdstuk 3: het beperkingsfondsIedereen die aansprakelijk wordt gesteld heeft het recht een fonds op te richten. Dit fonds kan gevormd worden door een geldsom te storten en/of door het stellen van een garantie. Hoofdstuk 4: toepassingsgebiedHier wordt duidelijk omschreven wanneer het verdrag van toepassing is. Hoofdstuk 5: slotbepalingenHet verdrag inzake beperkingen van aansprakelijkheid voor maritieme vergoeding staat open voor ondertekening door alle staten op het hoofdkwartier van de IMO. De datums betreft het inwerking treden van dit verdrag zijn ook in dit hoofdstuk terug te vinden. Wijziging door LLMC-protocolOp 2 mei 1996 werd het verdrag door het LLMC-protocol gewijzigd. De volgende aanpassingen werden gemaakt:
Externe links
|