Ze was de dochter van Nicolaus van der Tuuk (1821-1867), predikant en Petronella Helena Clasina Lenting (1822-1900), schrijfster van jeugdliteratuur.
Van der Tuuk volgde de opleiding tot onderwijzeres en haalde de mo-aktes Frans, Duits en wiskunde. Ze werkte aanvankelijk als lerares, maar moest haar vak opgeven vanwege doofheid. Ze nam in 1882 ontslag bij de meisjes-ulo in Deventer, waar ze destijds werkzaam was. Haar atheïstische denkwijze leidde tot veel verzet. Na 1885 begon ze met het vertalen van buitenlandse literatuur in het Nederlands (zoals Oorlog en vrede van Leo Tolstoj) en het schrijven van jeugdliteratuur en historische romans. Ook schreef zij voor het tijdschrift Sint-Nicolaas. Ze was in haar activisme voorstandster van atheïsme, geheelonthouding, vegetarisme en pacifisme. Ze was lid van de Haarlemse afdeling van de vrijdenkersvereniging De Dageraad, ze correspondeerde met Multatuli. Dekkers feministische IDEEN vormden een grote inspiratiebron voor haar.[1] Als auteur gebruikt ze vaak het pseudoniemVitalis (afgeleid van vita, wat 'leven' betekent in het Latijn). Ze was nooit getrouwd, maar woonde vanaf 1897 samen met Rose Roosegaarde Bisschop (1856-1940).
Via De Dageraad maakte ze kennis met de politicus Carel Victor Gerritsen, de socialist Ferdinand Domela Nieuwenhuis, de arts Aletta Jacobs en de schrijfster Elise Haighton, de eerste vrouw in het bestuur van de vereniging. Mede door hen raakte ze overtuigd van feministische ideeën. Ze zette in 1883 met Haighton en Jacobs de eerste vrouwenkiesrecht actie op touw (de bekende actie waarbij Jacobs als belastingbetalende burgeres haar kiesrecht opeiste, maar dat niet kreeg). Van der Tuuk is actief gebleven voor de vrouwenzaak. Ze volgde in 1885 Haighton op in de redactie van De Dageraad en in 1887 werd ze lid van het bestuur.
Van der Tuuk gaf tussen 1895 en 1897 een eigen tijdschrift uit met de titel Excelsior: Maandschrift voor jonge dames. De doelgroep waren meisjes die net klaar waren met school en het tijdschrift werd gevuld met onder andere verhalen, poëzie en beschouwingen over zaken die op meisjes van toepassing waren. Ook stonden er korte stukken tekst in andere talen in, waarover van der Tuuk schreef dat deze goed waren om de talenkennis van de lezers te bevorderen.[2]
Bibliografie
1878 - Lieve Aleida. In: De Tolk van den Vooruitgang, Derde en Vierde Bundel, p. 262-265;
1879 - De noodzakelijkheid van 't socialisme'. In: De Tolk van den Vooruitgang, Vijfde en Zesde Bundel (?), p. 177-182;
1888 - Arthur en Squirrel. Een verhaal voor kinderen en voor hen, die van kinderen houden van Johanna Spyri. Amsterdam, Veen
ca. 1890 - Rijk en arm. Twee verhalen voor meisjes. Deventer, A.J. van den Sigtenhorst. Bevat: Het neefje uit de oost; De leelijkste van de vijf
1891 - De pages van Francis Vere. Een verhaal uit den 80-jarigen oorlog. Almelo, W. Hilarius Wzn. Vert. van: By England's aid, or, The freeing of the Netherlands (1585-1604) van G.A. Henty, 1891
1892 - Voor den tempel. Een verhaal uit de eerste eeuw onzer jaartelling. Almelo, W. Hilarius Wzn. Vert. van: For the temple van G.A. Henty 1888. Ca. 1900 uitgegeven als: Een jeugdige held. Een verhaal uit de eerste eeuw onzer jaartelling
1894 - Naar de Noordpool. Amsterdam, D.B. Centen. Vert. van: Une Française au pôle Nord van P. Maël, 1893
1894 - Met Hannibal over de Alpen. Almelo, W. Hilarius Wzn. Vert. van: The young Carthaginians van G.A. Henty, 1887
1895 - Een vroolijk viertal. Almelo, W. Hilarius Wzn. Vrij naar het Engelsch van Ismay Thorn
1895 - De gebiedende goedheid. Vert. van: L'impérieuse bonté van J.-H. Rosny (= pseudoniem van de broers Joseph Boex en Séraphin Boex), 1894
1895 - In ballingschap. Lotgevallen van een jongen Engelschman in dienst van Karel XII van Zweden. Almelo, W. Hilarius Wzn. Naar het Engelsch van G.A. Henty
1896 - Thankmar de Sicambriër. Een verhaal uit den tijd van Julius Cesar. Meppel, H. ten Brink. Vert. van: Thankmar, der Sugambrer van Robert Münchgesang
1896 - Spartacus, de slavenaanvoerder. Een verhaal uit het oude Rome. Meppel, H. ten Brink. Bewerkt uit het Hoogduitsch van Robert Münchgesang
1897 - Wrakhout. Zeven schetsen. Almelo, W. Hilarius Wzn. naar het Engels van Hub. Crackanthorpe bewerkt
1898 - Slachtoffers van het oude vooroordeel. Uit het Engels van Geo. Paston
1898 - Friedel, de bestedeling. Een verhaal voor de jeugd. Leiden, A.H. Adriani. Naar het Duitsch van H. Brandstädter
1911 - School en karakter : bijdragen tot de pedagogiek der gehoorzaamheid en tot de hervorming der schooltucht. Zwolle, Ploegsma. Vert. en bew. uit het Duitsch van Fr.W. Foerster
1912 De opvoeding van den wil. Zwolle, J. Ploegsma. Vertaling van: L'éducation de la volonté van Jules Payot. Naar de 34ste Fransche uitgave bewerkt
1913 - Karaktervorming : een boek voor ouders, onderwijzers en geestelijken. Zwolle, J. Ploegsma. Vertaling van: Jugendlehre van Fr.W. Foerster
1917 - Opvoeding en zelfopvoeding, voornaamste gezichtspunten voor ouders en onderwijzers, opvoeders en verzorgers der jeugd. Zeist, Ploegsma. Vert. van: Erziehung und Selbsterziehung van van Fr.W. Foerster, 1917
Toorn-Van Dam, Martine van den: De Waarheid over het vegetarisme, Emmen: Stichting De Ark (1970).
↑Myriam Everard: De Waarheid te bevorderen, altijd en overal, in: De minotaurus onzer zeden, Multatuli als heraut van het feminisme, red. Myriam Everard, Ulla Jansz. Aksant, Amsterdam, 2010, ISBN 978-90-5260-376-6