Theo van Haren Noman
Theodorus Josephus van Haren Noman (Amsterdam, 29 april 1917 – Bussum, 6 februari 2021) was een Nederlandse cineast. Van Haren Nomans filmoeuvre bestaat uit vrije films, opdrachtfilms, reclamefilms en Titanspots, wat tegenwoordig Informatie Rijksoverheid heet. Zijn korte film De gewonde werd in 1966 genomineerd voor de Gouden Palm voor beste korte film. LevensloopNomans belangstelling voor film begon al op 8-jarige leeftijd toen hij regelmatig langs een brandtrap van de Amsterdamse Tuschinskibioscoop omhoog klom om via een kapot ruitje een glimp van de film die daar draaide op te vangen.[bron?] In 1939 ging hij naar L'Ecole de Photographie et Cinematographie in Parijs. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog keerde Van Haren Noman terug naar Nederland en ging hij, bij gebrek aan een baan als filmer, werken bij verschillende fotografen. Na de bevrijding trad hij als reportagefotograaf in dienst bij het Algemeen Nederlandsch Fotobureau (Anefo). Pas twee jaar later, in 1947, kon hij de door hem zo verlangde overstap naar film maken door voor filmproductiebedrijf Polygoon-Profilti te gaan werken. Eerst als leerling-cameraman bij het Polygoon-journaal, maar al snel filmde hij zelfstandig zijn eigen journaalonderwerpen. Samen met oudgediende Johan Blansjaar en Anton Koolhaas werkte Van Haren Noman aan Moeder des Lands (1948). Na Polygoon maakte Noman in 1951 zijn eerste opdrachtfilm, Bruin Goud, samen met Louis van Gasteren. Hij trouwde in 1952 met Jeanne Roos (zij scheidden in 1972). In 1953 was Van Haren Noman een van de cameramensen die de watersnoodramp op film vastlegden. In 1957 draaide hij met zijn bewegende camera zijn eerste vrije film, getiteld Een leger van gehouwen steen, een kunstzinnige documentaire over monumentale publieke kunst door Nederlandse beeldhouwers ter herinnering van verzet, wanhoop en slachtoffers in de tweede wereldoorlog, die met vele (inter)nationale prijzen werd bekroond. Het Haagsch Dagblad noemde het een 'ontroerende film van verzet en bevrijding'. De documentaire werd ingezonden naar het Filmfestival van Cannes, waar de film goed werd ontvangen [1]. Er is een ogenblik sprake van geweest dat deze inzending niet door zou gaan om geen gevoelens te kwetsen.[bron?] Na het grote succes van Een leger van gehouwen steen maakte Noman in 1959 een tweede vrije film, Gisteren komt nooit weerom..., over de lotgevallen van een jongen uit de Amsterdamse Jodenbuurt. In deze speelfilm, gebaseerd op het boek Die en die is er nóg (1951) van Meyer Sluyser, heeft Noman het vooroorlogse Amsterdamse joodse leven rond het Waterlooplein op film vastgelegd, nog voordat de buurt door sanering definitief zou verdwijnen. Gereconstrueerde markt- en straatscènes, aangevuld met documentaire beelden, vertellen het verhaal van de straatarme Jacob uit de Markensteeg die uit de deportatietrein heeft weten te ontsnappen en later een zeer succesvol zakenman in Venezuela is geworden. De bewegende camera speelt ook een grote rol in de korte vrije film 't Was een vreemdeling zeker waarin het verhaal van Sinterklaas wordt verteld aan de hand van kindertekeningen. Noman overleed begin februari 2021 op 103-jarige leeftijd.[2] FamilieNoman was een telg uit het boekdrukkers- en uitgeversgeslacht Noman en een zoon van ir. Dirk van Haren Noman (1888-1966) en de Antwerpse Gabriëlla Francisca Stephania Carpentiers (1882-1979). Hij trouwde in 1940 met Albertina Eleonora Bruins (1918-2011) met wie hij twee zoons kreeg, onder wie de cineast Alfred Eric van Haren Noman (1943). Hij trouwde een tweede keer in 1953, met journaliste Jeanne Roos (1916-2001), met wie hij een zoon kreeg, de drummer en beeldend kunstenaar Philippe van Haren Noman (1955). In 1982 trouwde hij voor de derde maal, met psychologe drs. Corinne Rog; uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.[3] Enkele foto's
Filmografie
Prijzen
Bronnen
Verder lezen
Externe linksBronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Theo van Haren Noman van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|