TailingTailing is een verschijnsel dat op kan treden bij chromatografische of elektroforetische scheidingstechnieken. Tailing is een Engelstalige uitdrukking die vertaald kan worden met het krijgen van een staart. Bij gaschromatografie en vloeistofchromatografie wordt tailing dan ook zichtbaar indien een piek in het chromatogram niet meer symmetrisch is (gausscurve), maar een 'staart' krijgt. Dit kan eruitzien als een helling die minder steil is dan de andere kant van de piek, of als een extra kleine piek die in een andere piek zit. Bij gel-elektroforese en dunnelaagchromatografie is tailing zichtbaar als een (lange) 'smeer' achter een geconcentreerd bandje. Typen Tailing PeaksBij een ideale scheiding zouden theoretisch gezien alle pieken de vorm van een gausscurve krijgen. Een dergelijke curve is symmetrisch. Dit is in de praktijk bijna nooit het geval. Uitgaande van een chromatogrammen zoals die verkregen worden bij bijvoorbeeld GC en HPLC kunnen twee typen afwijkingen worden onderscheiden:
Dit wordt meestal veroorzaakt door een slecht concentratieratio van de stationaire fase en de mobiele fase. Oorzaken en verminderen van tailingTailing vermindert de kwaliteit van de meting. De vijf meest voorkomende oorzaken voor het ontstaan van tailing zijn:
Er zijn minder oorzaken voor fronting. Het kan zijn dat de kolom niet goed werkt en deze vervangen moet worden. Ook komt fronting voor bij kolom-overloading. Dit is op te lossen door een grotere diameter van de kolom te nemen, minder monster aan te brengen of een stationaire fase te vinden die een hogere capaciteit heeft.[2] TailingfactorTailing en fronting kunnen gekwantificeerd worden met deze tailingfactor. Als de tailingfactor gelijk is aan 1, dan is er geen tailing. Is de tailingfactor groter dan 1, dan is er sprake van tailing. Is de tailingfactor kleiner dan 1, dan is er sprake van fronting. Voor een goede piek ligt de tailingfactor meestal tussen de 0,9 en 1,2 in. De formule voor de tailingfactor is: Hierbij zijn a en b de halfbreedtes op een piekhoogte van 5%. Ook de asymmetriefactor wordt vaak gebruikt: Deze wordt berekend op een piekhoogte van 10%. Beide methodes worden gebruikt, alleen in de farmacie gebruikt men vaker de tailingfactor als standaard.[3][4] VoorbeeldberekeningVoor een piek is de top op een hoogte van 94 mV en zit de baseline op 12 mV. Het verschil is 82 mV en de waarde van 5% zit op 16,1 mV: En 10% op 20,2 mV De waarden voor a en b zijn af te lezen op het chromatogram.
Hiermee wordt de tailingfactor: en de asymmetriefactor: Aangezien de tailingfactor boven de 1,2 ligt, valt deze buiten de waarden voor een piek die goed is voor onderzoek. |