Station Bilzen is een spoorwegstation langs spoorlijn 34 (Hasselt - Luik) in de stad Bilzen. Hier vertrekt ook de spoorlijn 21C, een goederenspoorlijn naar station Genk-Goederen.
Het eerste voorlopige stationsgebouw was in hout opgetrokken. Het definitieve stationsgebouw kwam er pas in 1909. Het lange uitblijven ervan had jarenlang voor opwinding gezorgd bij de Bilzenaren.
Seinhuis
Sinds jaar en dag was in het stationsgebouw van Bilzen een seinhuis gevestigd, dat niet alleen instond voor het treinverkeer in en rond Bilzen, maar ook voor dat van Tongeren. De drukbereden overweg aan de Hasseltsestraat werd van hieruit met de hand bediend, wat vooral bij druk treinverkeer of technische storingen tot lange wachttijden kon leiden.
Ondanks de splitsing van de NMBS in een vervoersmaatschappij en een infrastructuurbeheerder in 2005, bleef het stationspersoneel van Bilzen nog ruim 10 jaar de taken van Infrabel (seinhuis) en NMBS (perrontoezicht en loketdienst) combineren, één van de laatste plaatsen in België waar dit nog gebeurde. Op 1 januari 2015 kwam aan deze regeling een einde, waarna NMBS en Infrabel nog een half jaar lang ieder hun eigen personeel inzetten. Op 1 juli 2015 sloot het loket definitief, waarna het station voor NMBS de status kreeg van onbemande stopplaats. Het seinhuis sloot de deuren op 24 juni 2016, waarna de activiteiten werden overgenomen door de moderne, gecentraliseerde verkeersleidingspost van Hasselt
Treindienst
Galerij
-
Stationsgebouw
-
Zicht op het perron
-
Plaatsnaambord
-
Stationsgebouw (2007)
Reizigerstellingen
De grafiek en tabel geven het gemiddeld aantal instappende reizigers weer op een week-, zater- en zondag.[2]
Tabel: aantal instappende reizigers station Bilzen
|
|
Weekdag |
Zaterdag |
Zondag
|
1977 |
285 |
35 |
49
|
1978 |
309 |
34 |
62
|
1979 |
271 |
28 |
53
|
1980 |
276 |
24 |
28
|
1981 |
282 |
31 |
31
|
1982 |
212 |
31 |
38
|
1983 |
225 |
41 |
48
|
1984 |
243 |
56 |
99
|
1985 |
288 |
80 |
187
|
1986 |
257 |
72 |
151
|
1987 |
258 |
101 |
175
|
1988 |
270 |
110 |
210
|
1989 |
218 |
104 |
177
|
1990 |
251 |
106 |
182
|
1991 |
296 |
126 |
234
|
1992 |
268 |
133 |
220
|
1993 |
338 |
212 |
302
|
1994 |
343 |
154 |
323
|
1995 |
260 |
173 |
402
|
1996 |
337 |
183 |
311
|
1997 |
292 |
239 |
311
|
1998 |
332 |
172 |
304
|
1999 |
360 |
186 |
255
|
2000 |
461 |
294 |
335
|
2001 |
515 |
197 |
231
|
2002 |
392 |
214 |
347
|
2003 |
385 |
232 |
390
|
2004 |
419 |
208 |
336
|
2005 |
463 |
194 |
366
|
2006 |
481 |
265 |
250
|
2007 |
526 |
258 |
342
|
2008 |
- |
- |
-
|
2009 |
528 |
262 |
369
|
2010 |
- |
- |
-
|
2011 |
- |
- |
-
|
2012 |
643 |
231 |
435
|
2013 |
706 |
270 |
338
|
2014 |
621 |
314 |
457
|
2015 |
573 |
219 |
247
|
2016 |
586 |
180 |
311
|
2017 |
554 |
172 |
330
|
2018 |
590 |
218 |
324
|
2019 |
555 |
106 |
107
|
2020 |
387 |
154 |
265
|
2021 |
- |
- |
-
|
2022 |
637 |
261 |
384
|
2023 |
680 |
216 |
313
|
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ De bron voor de gegevens is NMBS – Reizigerstellingen. De tellingen worden meestal uitgevoerd in de maand oktober: gedurende 9 opeenvolgende dagen (5 werkdagen en de 2 omliggende weekends) worden dan door het stations- en treinbegeleidingspersoneel visuele tellingen verricht. De methode bestaat erin het aantal in- en uitstappende reizigers te tellen in alle stations en stopplaatsen en dit voor alle treinen van het binnenlands verkeer. Het getal naast het kopje 'weekdag' slaat op het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld gedeeld door vijf), zaterdag en zondag staan apart vermeld. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn.
- ↑ De bron voor de gegevens zijn de jaarlijks door de NMBS in oktober uitgevoerde reizigerstellingen. Stationspersoneel en treinbegeleiders tellen dan visueel gedurende negen opeenvolgende dagen (vijf werkdagen en de twee aansluitende weekends) in alle stations en stopplaatsen het aantal instappende reizigers en dit voor alle binnenlandse treinen. De groene balk geeft het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers weer op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld en gedeeld door vijf). Zaterdag wordt weergegeven door de blauwe en zondag door de rode balk. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn. In 2008, 2010, 2011 en 2021 (corona) werden geen tellingen uitgevoerd. De gegevens zijn online raadpleegbaar, zoekterm Reizigerstellingen
0,0: Hasselt ·
3,7: Godsheide ·
7,2: Diepenbeek ·
15,0: Beverst ·
17,2: Bilzen ·
19,3: Hoeselt ·
22,1: Alt-Hoeselt ·
24,4: 's Herenelderen ·
27,7: Tongeren ·
31,5: Nerem ·
32,0: Vreren-Nerem ·
33,1: Glaaien ·
37,7: Villers-Juprelle ·
40,3: Liers ·
42,9: Milmort ·
43,9: Milmort-Charbonnage ·
45,4: La Préalle ·
46,2: Rue Charlemagne ·
48,0: Herstal ·
49,4: Jolivet ·
50,6: Luik-Vivegnis ·
51,6: Luik-Sint-Lambertus ·
53,0: Luik-Carré ·
54,8: Luik-Guillemins