SederavondSederavond of seideravond (Hebreeuws: leel haseder – ליל הסדר) is een avond aan het begin van het zeven (in Israël) of acht (buiten Israël) dagen durende Pesachfeest, waarop joden uit de Haggada lezen, 4 glazen wijn (of druivensap) drinken en een feestelijke sedermaaltijd gebruiken. De Haggada behandelt het verhaal van de Joodse slavernij in Egypte en de uittocht uit Egypte. Seder (סדר) betekent letterlijk: volgorde of orde, omdat de gebruiken volgens een volgorde of orde worden uitgevoerd die eveneens in de Haggada staat. Haggada betekent: vertelling. De maaltijdSeder betekent "orde". De maaltijd wordt dan ook volgens een vaste orde gebruikt, die uit 15 stappen bestaat.[1] Op de tafel staat een seiderschotel met een aantal symbolische gerechten, en een schaal met drie matses, die bedekt zijn met een doek.
KinderenDe sederavond is vooral bedoeld om kinderen te leren over de geschiedenis van het Joodse volk, zodat de tradities bewaard zullen blijven.[1] Tijdens de sederavond wordt aan de hand van de tekst in de Haggada verteld en gezongen over de uittocht uit Egypte. De aandacht van de kinderen wordt vastgehouden door een aantal bijzondere gebruiken en momenten. In het Ma Nisjtana (vertaling: 'Waarin verschilt?") stelt het jongste kind vier vragen over gebruiken die anders zijn op sederavond dan op andere avonden. De vier traditionele vragen zijn:
Meestal worden deze vragen zingend gesteld en beantwoord. Ma Nisjtana is al beschreven in de Misjna (Mondelinge Leer), en heeft een wereldwijd onder joden bekende traditionele melodie. Vaak lezen ook kinderen de 'vier zonen' voor, ieder met een verschillend soort vraagstelling: de wijze zoon, de naïeve zoon, de kwade zoon en de zoon die nog geen vragen kan stellen. Beide stukken uit de Haggada behandelen de gesprekken, zowel met kinderen als volwassenen, over de slavernij en de uittocht uit Egypte, die gebruikelijk zijn op sederavond. Een derde gebruik voor kinderen is het 'stelen' van een hiervoor bestemd stuk matse, de afikoman. Wanneer deze niet wordt gevonden (bij sommige gezinnen het geval) moet de sederleider deze 'terugkopen' met cadeautjes voor aanwezige kinderen. SymboliekDe sedermaaltijd bestaat uit het eten van ongezuurde broden en bittere kruiden en is uitgegroeid tot een maaltijd met als centrum de sederschotel, met ongezuurd brood (matse), een geroosterd botje van een lam en een gekookt en daarna gebraden ei. Als bittere kruiden (maror) wordt in Nederland mierikswortel gebruikt, en er is ook zoet charoset. De maror staat symbool voor de onderdrukking van de Joden in Egypte, de matses voor het feit dat ze overhaast uit Egypte moesten vertrekken, zonder tijd om het brood te laten rijzen[3]. De charoset staat voor het geluk na de bevrijding, maar de vorm van het gerecht doet juist denken aan het cement tussen de bouwstenen waarmee de Joden als slaven voor de Oude Egyptenaren steden hebben gebouwd. Geen religieus voorschrift, maar een gebruik, is het eten van soep met matseballen tijdens de sedermaaltijd. Tijdens het bestaan van de joodse tempels, toen Joodse families tijdens Pesach nog op bedevaart naar Jeruzalem gingen, werd er ook een lammetje geslacht. Het botje op de sederschotel herinnert nog aan dat gebruik. Bronnen, noten en/of referenties
|