Geschiedenis is onder meer de vakdiscipline, die zich bezighoudt met de studie van chronologische ordening van gebeurtenissen in het verleden, zich daarbij baserend op kritisch onderzoek van bronnen.
Geschiedenis in de ruime betekenis is ook alles wat volgens mondelinge of schriftelijke overlevering in het verleden heeft plaatsgevonden, dus ook alle fenomenen die verandering ondergaan, met of zonder de mens. Een geschiedenis kan ook een verhaal zijn, met al of niet chronologische ordening van gebeurtenissen en handelingen (acties) door al of niet fictievepersonages. Verhalen zijn zo het object van onderzoek in de narratologie.
Geschiedenis wordt gebaseerd op een grote diversiteit aan bronnen, zoals geschreven en gedrukte bronnen, interviews (mondelinge geschiedenis) en ongeschreven bronnen uit de archeologie. Sommige benaderingen zijn in de ene periode gebruikelijker dan in de andere. De periode van de gebeurtenissen uit de tijd vóór het schrift staat bekend als de prehistorie. Een voorbeeld is de geschiedenis van de Aarde.
Deelterreinen
De geschiedenis kent allerlei deelterreinen die op verschillende onderwijsinstellingen worden onderwezen, waaronder:
Archeologie (oudheidkunde); de studie naar de overblijfselen van oude culturen
Chronologie (tijdrekenkunde); de studie voor het lokaliseren van gebeurtenissen in de tijd
Codicologie de studie van samengebonden manuscripten in een codex gezien als materieel voorwerp
Cryptografie (geheimschrift); de studie van het ontcijferen van geheimschriften
Epigrafie (opschriftkunde); de studie van inscripties die zijn aangebracht op steen of andere harde materialen
Faleristiek de studie van de vorm en de geschiedenis van de ridderorden én andere onderscheidingen
Hagiografie (heiligenleven); de studie van biografieën van (christelijke) heiligen
Heraldiek de studie van de betekenis van wapenschilden
Metrologie de studie van meting (maten, meetprocessen en meetfouten)
Onomastiek (naamkunde); de studie van de betekenis, de oorsprong en de verspreiding van namen
Numismatiek (muntkunde); de studie van alle tastbare vormen en geschiedenis van geld
Oorkondeleer de studie van het ontstaan, de vorm en geschiedenis van oorkonden
Paleografie de studie (het bestuderen en ontcijferen) van oude handschriften en archiefstukken
Sigillografie (zegelkunde); de studie van zegels die als waarborg voor de echtheid van documenten gebruikt zijn
Vexillologie (vlaggenkunde) de studie die zich bezighoudt met vlaggen
Mathematiek (wiskunde) de studie van patronen en structuren
Geschiedenis als leervak
Nederland
Het vak geschiedenis wordt in Nederland op de verschillende onderwijsinstellingen verschillend onderwezen:
Bij geschiedenis op de basisschool staat het verhaal van de geschiedenis centraal. Belangrijke gebeurtenissen en personen worden daarbij in een breder kader geplaatst.
In het voortgezet onderwijs is het geschiedenisonderwijs vooral toegespitst op het aanleren van historische vaardigheden en wordt de kennis verder uitgediept. In de theoretische leerweg van het vmbo ligt de nadruk op het opdoen van kennis en in het vwo bij het aanleren van de vaardigheden. Met ingang van 2007 werd in Nederland de geschiedenis in het basis- en voortgezet onderwijs cyclisch gebracht. Leerlingen krijgen de geschiedenis dan driemaal geleerd (basisonderwijs - onderbouw - bovenbouw), waarbij de diepgang telkens groter wordt. De leidraden hierbij vormen de tien tijdvakken met 49 kenmerkende aspecten en de canon van de geschiedenis met 50 gebeurtenissen en personen die elke Nederlander zou moeten kennen.
Op universitair niveau is geschiedenis een volwaardige studierichting, veelal binnen de letterenfaculteit. Daarnaast zijn er op hoger beroepsonderwijs (hbo) en universitair niveau lerarenopleidingen geschiedenis.
Vlaanderen
In het Vlaamse basisonderwijs worden geschiedkundige thema's weleens besproken binnen het vak wero (wereldoriëntatie). In Vlaanderen is geschiedenis een vak in de meeste studierichtingen van het secundair onderwijs. Afhankelijk van de gekozen studierichting krijgen de leerlingen één of twee lesuren geschiedenis per week. In alle ASO-richtingen is geschiedenis een verplicht vak. Ook in de meeste TSO en KSO-richtingen wordt geschiedenis onderwezen.
In het vak geschiedenis wordt de (westerse) wereldgeschiedenis chronologisch overlopen, beginnende bij de prehistorie en het Oude Nabije Oosten in het eerste jaar en de geschiedenis van de twintigste eeuw in het zesde (laatste) jaar. In elk leerjaar wordt dus een ander tijdvak onder de loep genomen:
Zesde jaar: de geschiedenis van de rest van de twintigste eeuw tot heden (1945-heden)
Aan de universiteit kan de academische bachelor Geschiedenis gevolgd worden. Aan de hogescholen is er ook een opleiding voor geschiedenisleerkracht op professioneel bachelorniveau.
Periodiseringen
Over het algemeen wordt voor de geschiedenis van de Oude Wereld de volgende globale indeling van tijdsperioden aangehouden:
De prehistorie: voor 2000 v.Chr.
het oude nabije oosten: 2000 voor Chr. - 800 v.Chr.
klassieke oudheid 800 v.Chr. - 500
De middeleeuwen: 500 - 1500
de vroegmoderne tijd : 1500 - 1800
de moderne tijd: 1800 - 1945
De eigentijdse geschiedenis (nu tijd): 1945-heden
In het Belgisch onderwijssysteem (vanaf secundair onderwijs) wordt de volgende indeling in tijdvakken gehanteerd: