Scheepshandel
Scheepshandel (ofwel scheepsmarkt of scheepvaartmarkt) is de handel in schepen en goederenvervoer per schip. Het kan opgesplitst worden in 4 aparte markten of soorten handel:
ScheepshandelcyclusEr is een hoge correlatie tussen deze vier markten onderling. De interactie tussen de vier domeinen zorgt voor de scheepshandelcyclus:
Soorten handelVrachthandel Zie Maritiem transport voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Hierbij gaat het om de goederen die vervoerd worden. De vrachtprijs is de grootste bron van inkomsten voor een rederij of scheepseigenaar. De markt zorgt ervoor dat er geld in de scheepsindustrie wordt gebracht. De persoon die goederen wil vervoeren (de verkoper) kan een van de volgende contracten afsluiten met een rederij:
De markt bestaat uit drie partijen:
Koop- en verkoophandelDe handel van tweedehands schepen tussen scheepseigenaren. Deze handel heeft geen invloed op de totale scheepscapaciteit of op de totale hoeveelheid geld circulerend in de scheepsindustrie (schip gaat van één eigenaar naar een andere). De aan- en verkoopmarkt speelt een minder belangrijke rol dan de andere drie markten. Als men investeert in een tweedehands schip gaat het meestal om een transactie tussen twee scheepseigenaren. De hoeveelheid geld in omloop binnen deze markt blijft dus ongewijzigd. De prijzen van tweedehands schepen zijn erg volatiel. De prijs is afhankelijk van onder andere de vrachtprijzen, ouderdom van het schip, toekomstverwachtingen etc. Om het proces te vergemakkelijken, zal de verkoper van het schip in de meeste gevallen een tussenpersoon (makelaar) aanstellen. Er zijn vier stadia voor de aan- en verkoop van een schip:
Scheepsbouwhandel Zie Scheepsbouw voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De rederij of scheepseigenaar bestelt een nieuw schip bij een scheepswerf. Het kan 2 tot 3 jaar duren om een schip te bouwen. Door de bouw van nieuwe schepen wordt de totale capaciteit vergroot, maar vloeit er geld uit de industrie (voor materialen, werk, etc.). Als de vrachttarieven hoog zijn, zullen scheepseigenaren sneller geneigd zijn om nieuwe schepen te bestellen. Deze schepen zullen echter pas 2 tot 3 jaar later op de markt beschikbaar zijn. Gedurende deze periode kunnen de marktcondities drastisch veranderen en kan er bijgevolg een overaanbod ontstaan van bepaalde type schepen. Dit is tevens de reden waarom nieuwe schepen niet altijd duurder zijn dan gelijkaardige tweedehands schepen. Sloophandel Zie Scheepssloop voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Hierbij betalen slopers geld aan de scheepseigenaar om het schip af te breken. Na een bepaalde levensduur zal een schip gesloopt worden. Het schip wordt ontmanteld en het schroot zal verkocht worden. De sloopprijzen zijn afhankelijk van de vraag naar schroot. Vooral tijdens recessies vormt dit een belangrijke bron van inkomsten. De totale scheepscapaciteit wordt kleiner door sloop, maar komt er weer vers geld in de scheepsindustrie. Vooral tijdens recessies vormt dit een belangrijke bron van inkomsten voor scheepseigenaren. Bronnen, noten en/of referenties
|