Een revolutie of omwenteling is een grote plotselinge verandering. Het is daarmee de tegenhanger van evolutie, of geleidelijke verandering.
Vaak betreft het een plotselinge opstand van het volk die tot een blijvende politieke verandering leidt. Zo worden bijvoorbeeld de gebeurtenissen in Rusland in 1917, waarbij de tsaar werd afgezet, aangeduid als revolutie. Die in 1905 worden door de meeste historici niet als revolutie gezien, omdat deze nog niet tot een politieke omwenteling leidden, ze vormden er de voorbode van.
In de politicologie verwijst de term revolutie naar het afzetten van de zittende machthebber of autoriteit, met als gevolg een plotselinge verandering van de politieke verhoudingen en van het politieke systeem. In de retoriek en de propaganda van communisme, fascisme en nationaalsocialisme is de term een sleutelbegrip. Een fluwelen revolutie is een geweldloze revolutie. Bij een paleisrevolutie wijzigt de heerser wel, maar het systeem niet.
Theda Skocpol maakt in States and Social Revolutions uit 1979 het onderscheid tussen een sociale revolutie waarbij de sociale structuur van een samenleving verandert, een politieke revolutie waarbij de staatsstructuur verandert en een opstand of rebellie waarbij de bestaande sociaal-politieke structuur intact blijft.
Begripsontwikkeling
Politiek, economie en cultuur
Revolutie (Latijnrevolutio 'omloop'), in de overdrachtelijke betekenis van plotselinge ommekeer, kwam volgens de Oxford English Dictionary in de vroege 15e eeuw al in het Engels voor. Als politiek concept werd de term in Engeland voor het eerst gebruikt met de Glorious Revolution van 1688. Daarbij werd koning Jacobus II van Engeland ten val gebracht door enkele Engelse parlementsleden en Willem III van Oranje, die met behulp van een Nederlandse vloot Engeland binnenviel. Andere, latere politieke revoluties waren de Amerikaanse Revolutie en de Franse Revolutie die zich, ongeveer honderd jaar later, tegelijk voordeden. De term revolutie wordt bij uitbreiding ook gebruikt voor de snelle, ingrijpende sociaal-economische veranderingen, die optraden als gevolg van de uitvinding van de stoommachine: de zogenaamde industriële revolutie in de negentiende eeuw. De term seksuele revolutie verwijst naar het losser worden van de seksuele mores na 1960, met name door de uitvinding van de anticonceptiepil.
Een geslaagde coup of staatsgreep wordt soms door de plegers zelf als een revolutie betiteld, om aan te geven dat de nieuwe machthebbers een ingrijpende ideologische breuk met het verleden beogen, en om zich zo te legitimeren naar de bevolking. Zo werd de communistische coup van 27 april 1978 in Afghanistan de Grote Saur-revolutie genoemd (naar de maand Saur of Sowr volgens de Afghaanse kalender waarin deze staatsgreep plaatsvond).