Pro DeoPro Deo (Latijn voor: 'voor God') is de aanduiding voor diensten die gratis worden verricht.[1][2] De uitdrukking vindt haar oorsprong in de opvatting dat goede werken voor de armen die door hen niet betaald kunnen worden, uiteindelijk door God zullen worden beloond. Voor diensten die niet gratis worden verricht komen de antonieme (tegengestelde) uitdrukkingen pro pecunia (voor geld) en pecuniae causa (omwille van het geld) voor. De term "pro Deo" wordt vooral gebruikt voor vrijwilligerswerk en voor advocaten die cliënten kosteloos of tegen zeer geringe vergoeding bijstaan. BelgiëVolgens de Grondwet heeft iedereen recht op juridische bijstand (art. 23 2° Grondwet). Het Gerechtelijk Wetboek maakt een onderscheid tussen kosteloze juridische bijstand (art. 508/1 - 508/25 Gerechtelijk Wetboek) en kosteloze rechtsbijstand (art. 664 - 699ter Gerechtelijk Wetboek). Informatieplicht advocaatIndien de cliënt in aanmerking komt voor kosteloze rechtsbijstand of rechtsbijstand tegen verminderd tarief, is de advocaat verplicht hem daarvan in kennis te stellen (art. 3.7.2. van de Gedragscode voor Europese advocaten). Kosteloze juridische bijstandEerstelijnsbijstandEerstelijnsbijstand betekent dat juridische bijstand verleend wordt in de vorm van praktische inlichtingen, juridische informatie, een eerste juridisch advies of de verwijzing naar een gespecialiseerde instantie of organisatie (art. 508/1 1° Gerechtelijk Wetboek). In elk gerechtelijk arrondissement is er een commissie voor juridische bijstand, die de zitdagen voor juridische eerstelijnsbijstand van advocaten organiseert (art. 508/2 § 1 en art. 508/2 1° Gerechtelijk Wetboek). TweedelijnsbijstandTweedelijnsbijstand betekent dat juridische bijstand verleend wordt aan een natuurlijke persoon in de vorm van een omstandig juridisch advies, bijstand al dan niet in het kader van een procedure of bijstand bij een proces (art. 508/1 2° Gerechtelijk Wetboek). De juridische tweedelijnsbijstand kan gedeeltelijk of volledig kosteloos zijn voor wie over onvoldoende inkomsten beschikt (art. 508/13 Gerechtelijk Wetboek). Kosteloze rechtsbijstandBelg of vreemdelingWie kosteloze rechtsbijstand wil bekomen, moet Belg zijn (art. 667 van het Gerechtelijk Wetboek). Bepaalde vreemdelingen kunnen ook kosteloze rechtsbijstand bekomen (art. 668 van het Gerechtelijk Wetboek):
Rechtmatige aanspraakEen tweede voorwaarde is dat de aanspraak van de persoon, die kosteloze rechtsbijstand wil, rechtmatig moet lijken (art. 667 van het Gerechtelijk Wetboek). Ontoereikende inkomstenEen derde voorwaarde is dat de persoon, die kosteloze rechtsbijstand wil, moet aantonen dat zijn inkomsten ontoereikend zijn. De beslissing van het bureau voor juridische bijstand die de gedeeltelijke of volledige kosteloze juridische tweedelijnsbijstand verleent, geldt als bewijs van ontoereikende inkomsten (art. 667 van het Gerechtelijk Wetboek). De voorwaarden om rechtsbijstand te bekomen worden verder uitgewerkt in het "koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand". De volgende personen kunnen volledige kosteloze rechtsbijstand genieten:
Voor de vaststelling van de inkomsten onder de twee eerste punten, wordt eveneens rekening gehouden met de lasten die voortvloeien uit een buitengewone schuldenlast en met elk ander bestaansmiddel. Met de kinderbijslag wordt geen rekening gehouden. De volgende personen worden beschouwd als personen met onvoldoende inkomsten, tenzij het tegendeel bewezen wordt:
De volgende personen kunnen gedeeltelijke kosteloze rechtsbijstand genieten:
Voor de vaststelling van de inkomsten, wordt rekening gehouden met de lasten die voortvloeien uit een buitengewone schuldenlast en met elk ander bestaansmiddel. Met de kinderbijslag wordt geen rekening gehouden. De persoon die van de gedeeltelijke kosteloosheid geniet, betaalt een eigen bijdrage aan de advocaat in de kosten van juridische bijstand per aanstelling door het bureau van juridische bijstand. Het bedrag van de bijdrage is gelijk aan het verschil tussen zijn inkomsten uit de bestaansmiddelen en de bedragen van de inkomstengrenzen voor de toegang tot de volledig kosteloze juridische bijstand, zonder dat dit bedrag hoger mag liggen dan 125,00 euro noch lager dan 25,00 euro. Zie ookBronnen, noten en/of referenties
|