Genetisch onderzoek wijst uit dat de Polypodiales de meest geëvolueerde orde van de Monilophyta of varens zijn. Ze ontstonden en diversifieerden in het Krijt, ongeveer 100 miljoen jaar geleden, volgend op de opkomst van de Angiospermae of zaadplanten.
De orde is vernoemd naar het geslacht Polypodium (eikvaren).
Kenmerken
Polypodiales worden onderscheiden van andere varens door de dekvliesjes die, indien aanwezig, lateraal of centraal vastgehecht zijn. De sporangiumsteel is 1 tot 2 cellen dik, dikwijls lang. De sporendoosjes of sporangia dragen een verticale annulus (een lijn van bijzondere, verdikte cellen van de sporangiumsteel tot de top, die een rol speelt bij het openen van het sporendoosje), onderbroken door de steel en het stomium.
De gametofyten zijn groen, meestal hartvormig en ontwikkelen zich bovengronds.
In de taxonomische beschrijving van Smith et al. (2006) worden de Polypodiales met een aantal andere ordes in de klasse Polypodiopsida geplaatst.[1] Daarbij werden de ordes Aspidiales, Aspleniales, Athyriales, Blechnales, Davalliales, Dennstaedtiales, Dryopteridales, Lindsaeales, Lonchitidales, Monachosorales, Negripteridales, Parkeriales, Platyzomatales, Pteridales, Saccolomatales, Thelypteridales opgenomen in de orde Polypodiales. De orde is in deze vorm monofyletisch, en omvat 21 tot 23 families. De stamboom van de Monilophyta, waaronder de Polypodiales, zou er als volgt kunnen uitzien: