Pluralis majestatisPluralis majestatis (uit Latijn: pluralis maiestatis, letterlijk meervoud van verhevenheid; ook: majesteitsmeervoud, pauselijk meervoud of koninklijk meervoud) is het gebruik van het meervoud terwijl men naar zichzelf verwijst, dus in plaats van "ik", om de eigen belangrijkheid te benadrukken. Hetzelfde middel wordt ingezet voor het tegenovergestelde doel: de meervoudsvorm die wordt gebruikt om de aandacht van het eigen belang af te leiden, heet pluralis modestiae, meervoud van bescheidenheid. Dit gebruik is met name gangbaar bij verheven personen zoals monarchen ("Wij Willem-Alexander..."), bisschoppen en pausen. Paus Johannes Paulus I besloot bij zijn aantreden de pluralis majestatis niet te gebruiken. In de praktijk wordt de pluralis majestatis alleen nog in vaste uitdrukkingen gebruikt, bijvoorbeeld in wetten. Zelfs in de troonrede (Nederlandse koning) of de kersttoespraak (Belgische koning) gebruikt het staatshoofd ik. VerklaringenVoor het bestaan van de pluralis majestatis kunnen meer verklaringen worden gegeven.
Lodewijk XIV en VictoriaDe visie van de functionaliteit was, indien zij juist is, al tanende toen Lodewijk XIV zijn roemruchte l'État, c'est moi zou hebben uitgesproken. Want in de eerste plaats sprak hij in het enkelvoud. In de tweede plaats blijkt uit het enkele feit dat hij het nodig vond dit te beweren reeds, dat het geen vanzelfsprekende opvatting (meer) was. Wellicht het bekendste citaat waarin de pluralis majestatis is gebruikt, is het aan koningin Victoria toegeschreven We are not amused. Volgens een aantal bronnen sprak ze echter niet alleen over zichzelf, maar ook over de hofdames. In dat geval gebruikte ze een gewoon meervoud. Ook in het geval van de 18e-eeuwse vrijbuiter Adriaan van Campen, spreekwoordelijk met '"Hier zijn wij", sprak van Campen, en hij was alleen', is de grens tussen letterlijk en overdrachtelijk meervoud niet altijd even scherp te trekken. Zie ook |