Oranjerode stropharia
De oranjerode stropharia (Leratiomyces ceres) is een paddenstoel uit de familie Strophariaceae.[1] De paddenstoel is tijdens de zomer en de herfst te vinden op houtresten (vooral houtsnippers), in bossen, parken en plantsoenen. Het is een saprofyt. Kenmerken
De hoed heeft een diameter van 2 tot 5 cm. De vorm is convex (bol), later gewelfd en afgeplat met een bult. Het hoedoppervlak is oranje tot bloedrood gekleurd. Er zijn tevens gelige of donkerrode vlekken aanwezig, vaak met witte velumresten aan de rand van de hoed.
De jonge witgele, later olijfbruine lamellen zijn uitgebocht vastgehecht aan de steel.
De steel is dun, tot 10 cm lang en 1 cm dik, witachtig tot geelachtig zonder ring, alleen jonge exemplaren kunnen een vergankelijke velumring hebben. Het onderste deel van de steel is vezelig en schilferig, bij oudere exemplaren wordt de steel oranjebruin.
De sporenafdruk is roodbruin. De sporen zijn elliptisch en glad en meten 10–13,5 × 6–8,5 μm. Cheilocystidia zijn aanwezig op zowel de lamelrand als het lamelvlak. VerspreidingHet is een Europese soort die voorkomt van Spanje, de Balearen, Corsica en Italië via Frankrijk en Nederland tot Groot-Brittannië. Hij is waarschijnlijk vanuit het noordwesten geïntroduceerd in Duitsland, waar de soort zelden wordt gevonden, en wordt verondersteld zich hier te verspreiden. Zie ookFotogalerij
Externe links
|