Museum voor Moderne Religieuze KunstHet Museum voor Moderne Religieuze Kunst werd opgericht in Oostende en bestond er van 1974 tot 1994. Na de sluiting verhuisde de collectie religieuze kunst naar Brussel en vond er onderdak in de koepel van de nationale basiliek van Koekelberg. Tegenwoordig is het een van de twee musea in de basiliek; het andere is het Museum van de Zwartzusters. HistoriekDit museum was een eenmansinitiatief van priester Jan Ghekiere (Sint-Eloois-Winkel, 1914-Oostende, 1992). Eerder stichtte hij de vzw "Vrienden van de Moderne Religieuze Kunst" die lezingen bracht en tentoonstellingen organiseerde in het Kursaal en het Thermae Palace in Oostende, en in het Gemeentehuis in De Panne. Dit gebruikte hij als springplank om zijn museum te stichten. In 1974 kreeg hij van de Dekenij Oostende een in onbruik geraakt schoolgebouwtje met kapel ter beschikking. Daar kon Ghekiere zijn droom van een museum realiseren. De opening was op 29 juni 1974. Naast het exposeren van de "vaste collectie" organiseerde Ghekiere er ook tijdelijke tentoonstellingen. Na het overlijden van Ghekiere in 1992 scheen het museum een stille dood te gaan sterven. Er was geen interesse en geen draagvlak vanuit bisdom of dekenij om verder in het initiatief te investeren. In 1994 werd priester Mark Delrue directeur van het museum. Onder zijn leiding werd het museum overgebracht naar Koekelberg, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. VerzamelingDe verzameling bestaat uit werken die eigendom waren van het bisdom Brugge, de dekenij Oostende en van priester Ghekiere zélf, alsook bruiklenen door beeldende kunstenaars en privéverzamelaars (meestal erfenissen van kunstenaars die religieus werk produceerden). Door schenkingen en aanwinsten wist priester Delrue de collectie jaar na jaar te verrijken en uit te breiden.[1] Anno 2013 omvatte de collectie een 350-tal stukken. Zo'n honderd ervan zijn tentoongesteld in de museumruimte onder de koepel, waaronder:
Tijdelijke tentoonstellingen
Zie ookExterne links
Literatuur
|