Marie Gevers
Marie Gevers (voluit Maria Theresia Carolina Fanny Gevers) (Edegem, 30 december 1883 – aldaar, 9 maart 1975) was een Vlaamse schrijfster die in het Frans publiceerde. Ze wordt vooral gezien als schrijfster van heimatliteratuur. LevenFamilieDe familie Gevers kocht in 1868 het kasteel Mussenborg (ook Mussenburg of Missembourg) in Edegem.[1] In 1883 werd Marie Gevers er geboren als dochter van Florent Gevers en Marie Tuyaerts. Haar vader was suikerfabrikant in Antwerpen, en haar moeder was de dochter van een voormalige burgemeester van Boom. Marie Gevers ging niet naar school, maar kreeg privé-onderwijs thuis. Ze raakte via een vriendin in contact met Emile Verhaeren, die haar aanspoorde om te gaan schrijven. In 1904 ontmoette ze Frans Willems, met wie ze in 1908 trouwde. Ze vestigden zich na hun huwelijk in Mussenborg. Frans Willems was de kleinzoon van Jan Frans Willems, een belangrijke figuur in de Vlaamse Beweging. Ze kregen drie kinderen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vertrok Frans Willems naar Engeland, terwijl Marie Gevers tot 1916 in het Nederlandse Walcheren verbleef.[2] Gedurende deze oorlog werkte ze onder het pseudoniem "Jean Maris" mee aan het kleine, clandestiene poëzietijdschrift "Le Melon bleu".[3] Tweede WereldoorlogHoewel ze zich nooit heeft uitgesproken voor de Nieuwe Orde, onderhield Marie Gevers duidelijk banden met milieus van culturele of intellectuele collaboratie.[4] Zo beschreef ze in Le Nouveau Journal, het belangrijkste Franstalig-Belgisch collaboratiedagblad, de Duitse invloed op haar werk. In december 1943 publiceerde ze haar novelle "Une nuit de décembre" in "Wallonie", het tijdschrift van de collaborerende Communauté Culturelle Wallonne. Ze schreef ook het scenario voor de propagandafilm "Symphonie paysanne", geregisseerd door Henri Storck. Haar samenwerking met collaborerende pers en haar onthaal van Duitse officieren en andere collaborerende personen op Mussenborg werden door schrijversverenigingen zeer negatief beoordeeld. Ze kreeg een officiële blaam van de Académie royale de langue et de littérature françaises de Belgique, evenals van de Association des écrivains belges en werd ze een tijdlang uit de PEN-club gesloten. Ook familiaal zorgde de periode van de Tweede Wereldoorlog voor leed: haar zoon Jean stierf in mei 1944 bij een bombardement op Mechelen, en haar man Frans Willems overleed in 1945. Haar eerste werk na de oorlog zou in 1947 verschijnen: het kinderboek "Le voyage sur l’Escaut". Marie Gevers overleed in 1975 op 91-jarige leeftijd. Haar kist werd bijgeplaatst in de familiegrafkelder op het kerkhof van Edegem. Haar zoon Paul Willems werd later ook een (Franstalige) schrijver. WerkOnder invloed van Emile Verhaeren en Max Elskamp begon Marie Gevers met dichtwerk. In 1907 verschenen haar eerste drie gedichten in het Brusselse tijdschrift Durendal. Later zorgde Verhaeren ervoor dat een aantal van haar gedichten werden gepubliceerd in het tijdschrift Mercure de France. Haar eerste dichtbundel, "Missenbourg", was al klaar in 1914, maar werd pas in 1917 uitgebracht. In 1931 verscheen haar eerste roman, "La comtesse des digues" (vertaald als "De dijkgravin"). Vanaf dat moment schreef ze voornamelijk romans en kinderboeken, en stopte ze met het schrijven van gedichten. Haar werken zijn vaak autobiografisch en licht filosofisch geïnspireerd. Ze beschreef nauwgezet en gevoelig het plattelandsleven in Vlaanderen, vooral in de Scheldestreek. Hierdoor wordt ze voornamelijk beschouwd als een schrijfster van heimatliteratuur. Op een soms tedere en nostalgische manier vertelde ze over het dagelijks leven in het kasteel Mussenborg, waar ze woonde, evenals het landelijke leven in het begin van de 20e eeuw. Marie Gevers vertaalde verschillende werken van andere schrijvers naar het Frans, waaronder "Hollands Glorie" van Jan de Hartog, enkele werken van Felix Timmermans, die ze persoonlijk kende en die haar kinderverzen "Almanach perpétuel des jeux d’enfants / Chansons de Marie Gevers" illustreerde met tekeningen, en "Moeder, waarom leven wij?" van Lode Zielens, die ze eveneens persoonlijk kende. Ze vertaalde ook de sprookjes van koningin Fabiola naar het Frans. Erkenning
Bibliografie
Een aantal van haar werken werd in het Nederlands, het Duits, het Spaans, Roemeens en het Engels vertaald. TriviaOp de Scheldedijk in Bornem staat een standbeeld van "De dijkgravin", het hoofdpersonage van de gelijknamige roman van Marie Gevers. Het beeld werd gemaakt door beeldhouwster Mariette Coppens en opgericht in 1993.[10] In 1996 verscheen de afbeelding van Marie Gevers op een Belgische postzegel. Op de achtergrond stond kasteel Mussenborg getekend. De postzegel had een waarde van 30 frank.[11] Bronnen
Verwijzingen
|