Los Lobos
Los Lobos is een Amerikaanse tex-mex-rockgroep afkomstig uit het oosten van Los Angeles.[1] De groep zingt zowel in het Engels als in het Spaans, en combineert stijlen als country, rock-'n-roll, blues, bolero en mariachi met elkaar. Hun muziekstijl wordt ook wel chicanorock genoemd. Dit is een verwijzing naar de chicano's, de naam voor kinderen die in Los Angeles geboren zijn uit een gezin met Mexicaanse ouders. De naam Los Lobos is Spaans voor "de wolven". Los Lobos won in zijn bestaan vier Grammy's bij 12 nominaties. GeschiedenisLos Lobos is actief sinds 1973. De vrienden Louie Perez jr. en David Hidalgo en medestudenten Cesar Rosas, Conrad Lozano en Frank Gonzales begonnen als coverband en speelden op bruiloften en partijen. Zij kregen genoeg van de cover-muziek en experimenteerden in stijlen als son jarocho[2], een Mexicaanse variant van de son en ranchera. In 1978 verscheen in die stijlen een album onder de titel Just Another Band From East L.A., als bandnaam stond op het album Los Lobos Del Este De Los Angeles.[noot1 1] Het album had een beperkte oplaag van 1000 exemplaren. In eigen beheer verschenen in 1981 twee singles, 'Under the Boardwalk'/'Volver, Volver' en 'Farmer John' - 'Anselma'. Begin jaren tachtig kregen Los Lobos een band met country artiest Dwight Yoakam en met de punkband The Blasters. Phil Alvin van de Blasters introduceerde hen via een cassettebandje van Just Another Band From East L.A. bij de platenmaatschappijen. In 1983 verscheen hun eerste officiële album ... And A Time To Dance op het indielabel Slash. Steve Berlin, die de plaat produceerde, stapte toen over van The Blasters naar Los Lobos. Slash Records had nog weinig vertrouwen in de band en nam slechts 7 nummers op, meestal eigen composities en een Ritchie Valens-cover.[3] 7 maanden na de release won de groep een Grammy Award met 'Anselma' voor Best Mexican-American Performance.[4] In 1984 verscheen bij Warner Music Group een volwaardig album How Will The Wolf Survive?, geproduceerd door Steve Berlin en T Bone Burnett, met voornamelijk composities van Hidalgo en Perez. De titelsong was een bescheiden succes, in Nederland stond de titelsong 1 week in de singles-top , Rolling Stone plaatste het album op nummer 30 van de 100 belangrijkste albums van de jaren 1980.[5] In 1987 brachten ze een tweede album uit, By the Light of the Moon. Ritchie Valens had net als de bandleden van Los Lobos Mexicaanse roots. Over zijn korte leven (hij overleed op 17-jarige leeftijd) werd een film gemaakt: La Bamba. Voor die film namen Los Lobos in 1984 enkele Ritchie Valens-covers op voor de soundtrack van de film , inclusief het titelnummer, dat wereldwijd een hit werd. 'La Bamba' werd een nummer één nummer 1-hit in de Verenigde Staten, in Nederland bereikte het de 2e plaats. Andere covers als 'Come On Let's Go'[noot1 2] en 'Donna' bereikten eveneens de hitlijsten. In 1988 volgde het album La pistola y el corazón, met originele en traditionele Mexicaanse liedjes. Het album was geen commercieel succes, maar het leverde Los Lobos in 1990 wel een Grammy Award op voor Best Mexican-American Album in 1990. Eind jaren tachtig en begin jaren negentig stonden in het teken van uitgebreide tours over heel de wereld. Op het album The Neighborhood uit 1990 werd meegewerkt door Levon Helm en John Hiatt. In 1991 werd met het nummer 'Bertha' meegewerkt aan het Grateful Dead-tribute-album Deadicated. In 1992 werd Kiko uitgebracht, dat zware Latin-rock bevatte en wordt beschouwd als een van de beste albums van de band. In de jaren negentig werkten Los Lobos mee aan verschillende soundtracks en tribute-albums voor Richard Thompson en Buddy Holly. David Hidalgo en Louie Perez brachten nummers uit onder de Latin Playboys en Hounddog. In 1995 nam Los Lobos samen met Lalo Guerrero het kinderconceptalbum Papa's Dream op. In 1995 schreven Los Lobos de muziek voor de film Desperado. De film bevat veel gitaarwerk, en het openingsnummer 'Cancion Del Mariachi (Morena De Mi Corazon)' wordt gezongen door Antonio Banderas. Voor een van de nummers, de instrumental 'Mariachi Suite', won de groep een Grammy voor de Best Pop Instrumental Performance.[4] In 1996 kwam het album Colossal Head uit. Ondanks het feit dat het album lovende kritieken kreeg, besloot Warner te stoppen met de band op hun label, waarna Los Lobos overstapte naar Mammoth Records. In de eropvolgende jaren was de band minder actief, Rosas bracht een solo-album uit en Hidalgo en Perez hadden zij-projecten. In 2002 kwam op Mammoth Records het album Good Morning Aztlan uit, gevolgd door het album The Ride in 2004. The Ride bevatte Los Lobos-composities met medewerking van gastmusici als Tom Waits, Elvis Costello, Garth Hudson en Richard Thompson.
In 2011 werkten Los Lobos mee op het album Manne Van Staal van Rowwen Hèze. Op 30 juli 2021 bracht Los Lobos hun 18e album, Native Sons, uit op New West Records. Het is een hommage aan de diversiteit van de muziek uit Los Angeles en omgeving en bevat naast één eigen nummer 12 covers van o.a. Jackson Browne, The Beach Boys, The Blasters, WAR, Thee Midniters, Willie Bobo en Lalo Guerrero. Het album leverde hen een 4e Grammy op voor Best Americana Album. InvloedenDe muziekstijl van Los Lobos vormde een zeer belangrijke bron van inspiratie voor onder meer de Limburgse band Rowwen Hèze. Los Lobos' Grammywinnende nummer Anselma werd door Rowwen Hèze in 1989 omgewerkt tot het nummer Bestel Mar. In 1991 had Rowwen Hèze hier in Nederland een hit mee. In 1999 gaven de twee bands een gezamenlijk concert in Paradiso, Amsterdam.[6] Aselma/Bestel Mar bestaat in een uitvoering door beide bands uit 2006.[7] De tournees
DiscografieAlbums
HitnoteringenAlbums
Singles
Radio 2 Top 2000
Bronnen, noten en/of referenties
Externe links
Referenties
Noten |