De samenstelling van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1918-1922 biedt een overzicht van de Tweede Kamerleden in de periode tussen de Tweede Kamerverkiezingen van 3 juli 1918 en de Tweede Kamerverkiezingen van 5 juli 1922. De regering werd in september 1918 gevormd door het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I. De zittingsperiode ging in op 17 september 1918 en eindigde op 24 juli 1922. Er waren 100 Tweede Kamerleden.
De partijen staan in volgorde van grootte. De politici staan in alfabetische volgorde, uitgezonderd de fractieleider, die telkens vetgedrukt als eerste van zijn of haar partij vermeld staat.
Gekozen bij de verkiezingen van 3 juli 1918
RKSP (30 zetels)
SDAP (22 zetels)
ARP (13 zetels)
CHU (7 zetels)
Liberale Unie (6 zetels)
VDB (5 zetels)
Vrije Liberalen (4 zetels)
Economische Bond (3 zetels)
CPH (2 zetels)
Plattelandersbond (1 zetel)
Neutrale Partij (1 zetel)
Middenstandspartij (1 zetel)
CDP (1 zetel)
CSP (1 zetel)
BCS (1 zetel)
SP (1 zetel)
VDW (1 zetel)
Bijzonderheden
- Na de verkiezingen van 3 juli 1918 zetelde er voor het eerst een vrouw in de Tweede Kamer, Suze Groeneweg (SDAP).
- Drie gekozenen, Alexander Willem Frederik Idenburg, Theo Heemskerk (ARP) en Johannes Theodoor de Visser (CHU), namen hun verkiezing niet aan vanwege hun benoeming tot minister in het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I. Hun opvolgers, Jan Heemskerk, Jan Schouten (ARP) en Jouke Bakker (CHU), werden op respectievelijk 22 en 30 oktober 1918 geïnstalleerd.
- De Economische Bond, de Plattelandersbond, de Neutrale Partij, de Middenstandspartij en het Verbond tot Democratisering der Weermacht vormden een gezamenlijke fractie, de Neutrale fractie, met Willem Treub (Economische Bond) als fractievoorzitter.
- De Communistische Partij Holland, de Bond van Christen-Socialisten en de Socialistische Partij vormden een gezamenlijke fractie, de Revolutionair-Socialistische fractie, met David Wijnkoop (CPH) als fractievoorzitter.
Tussentijdse mutaties
1918
1919
- 16 september: Frederik Bos (Plattelandersbond) vertrok uit de Tweede Kamer. Hij werd op 18 september dat jaar opgevolgd door Arend Braat, die uit de Neutrale Fractie stapte en een eenmansfractie vormde.
- 30 september: Henri van Groenendael werd uit de RKSP-fractie geroyeerd wegens zijn sympathie voor de afscheidingsbeweging in Limburg. Op 1 oktober 1919 vormde hij een eenmansfractie, de Groep-Groenendael.
- 7 oktober: Coenraad van der Voort van Zijp nam ontslag als fractievoorzitter van de ARP. Hij werd dezelfde dag nog opgevolgd door Victor Henri Rutgers.
- 1 november: Arie de Zeeuw (SDAP) nam ontslag vanwege zijn benoeming tot wethouder van Rotterdam. Zijn opvolger Johan Brautigam werd op 18 november dat jaar geïnstalleerd.
- 11 november: Arie Heijkoop (SDAP) vertrok uit de Tweede Kamer vanwege zijn benoeming tot wethouder van Rotterdam. Zijn opvolger Bernardus Johannes van Stapele werd op 20 november dat jaar geïnstalleerd.
1920
1921
- 8 februari: Alexander Frederik de Savornin Lohman (CHU) vertrok uit de Tweede Kamer vanwege zijn hoge leeftijd. Hij werd als fractievoorzitter van de CHU op 9 februari dat jaar opgevolgd door Jan Schokking. Zijn opvolger als parlementslid, Bartholomeus Gerretson, werd op 2 maart 1921 geïnstalleerd.
- 1 april: Willy Kruyt (Bond van Christen-Socialisten) stapte over naar de Communistische Partij Holland.
- 5 april: Willem Theodoor Cornelis van Doorn (Liberale Unie) overleed. Zijn opvolger Maarten Iman Willem Jacob Bijleveld (Vrijheidsbond) werd op 1 mei dat jaar geïnstalleerd.
- 16 april: de Liberale Unie, de Bond van Vrije Liberalen, de Economische Bond, de Neutrale Partij en de Middenstandspartij fuseerden tot de Vrijheidsbond en gingen ook een gezamenlijke fractie vormen. Pieter Rink (Liberale Unie) werd aangesteld als fractievoorzitter. Het Verbond tot Democratisering der Weermacht, dat met de Neutrale Partij, de Economische Bond en de Middenstandspartij de Neutrale fractie vormde, stapte niet mee in de Vrijheidsbond en de enige gekozene voor deze partij, Willem Wijk, ging een eenmansfractie vormen.
- 4 juni: Willem Hendrik de Buisonjé (Vrijheidsbond) vertrok uit de Tweede Kamer vanwege zakelijke problemen. Zijn opvolgster Jo Westerman werd op 12 juli dat jaar geïnstalleerd.
- 28 juli: Dirk Jan de Geer (CHU) nam ontslag vanwege zijn benoeming tot minister in het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck I. Zijn opvolger Jan Ankerman werd op 22 september dat jaar geïnstalleerd.
- 20 augustus: Willem Helsdingen (SDAP) overleed. Zijn opvolger Pieter Hiemstra werd op 12 oktober dat jaar geïnstalleerd.
- 20 september: Louis Hermans (SDAP) nam ontslag vanwege zijn benoeming tot wethouder van Arnhem. Zijn opvolger Hendrik Jan van Braambeek werd op 14 oktober dat jaar geïnstalleerd.
- 14 september: Jean Baptiste Louis Corneille Charles de Wijkerslooth de Weerdesteyn (RKSP) nam ontslag vanwege zijn benoeming tot lid van de Raad van State. Zijn opvolger Johannes Georgius Suring werd op 2 november dat jaar geïnstalleerd.
- 15 oktober: Willem Treub (Vrijheidsbond) nam ontslag vanwege zijn benoeming tot voorzitter van de Ondernemingsraad voor Nederlands-Indië. Zijn opvolger Hendrik Albeda werd op 9 november dat jaar geïnstalleerd.
1922
- 4 januari: Eeltjo van Beresteyn (VDB) stapte uit de VDB-fractie en vormde als Groep-Beresteyn een eenmansfractie.
- 7 februari: Edsge Marten Teenstra (VDB) stapte uit de VDB-fractie en sloot zich aan bij de Groep-Beresteyn, die voortaan Groep-Beresteyn/Teenstra heette.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ a b c Kwam in de Tweede Kamer als opvolger van een gekozene die zijn verkiezing niet aannam, zie ook Bijzonderheden.