Dit is een lijst met rampen op Deens grondgebied. In deze lijst zijn alleen gebeurtenissen opgenomen waarbij vijf of meer doden zijn gevallen waarbij geen verwantschap tussen de doden bestond en gebeurtenissen waarbij er sprake is van een zeer groot effectgebied. Ook rampen op het grondgebied van de onder Denemarken vallende Faeröereilanden en Groenland zijn in deze lijst opgenomen.
1 april – Tijdens een zware noordoosterstorm wordt de vissersvloot van de Faeröereilanden zwaar getroffen. Tussen de 200 en 300 vissers komen hierbij om het leven.[1]
20 - 23 oktober (60 uur) – De brand van Kopenhagen in 1728. Dit is de grootste brand uit de geschiedenis van de stad en verwoestte 28% van de oppervlakte van de stad. 1600 gebouwen werden verwoest, 15.000 van de 70.000 inwoners werden dakloos.[3]
11 oktober - De walvisvaarderWisselvalligheid raakt in de Groenlandse wateren ingesloten door het drijfijs. De 286 opvarenden zijn gedwongen over de ijsschotsen naar Groenland te lopen. Medio december weet slechts de helft van de bemanning na een barre tocht aan te komen bij de Deense vestiging op West-Groenland.[5]
26 februari – Zeer grote brand in de Christiansborg, het Deense parlement. Het gebouw brandt volledig af, circa 100 mensen waaronder veel reddingswerkers komen om het leven.[7]
18 januari – Vergaan van de Britse oorlogsschepen George en Defence. Het eerste schip had 762 personen aan boord, waarvan 10 mensen de ramp overleefden. De Defence had 550 personen aan boord, waarvan er 6 de ramp overleefden. Alles bijeen zijn bij deze ramp 1296 personen om het leven gekomen.[10]
27 april – Ondergang van het Zweedse schip Birger Jarl. Bij kalm weer gaat het schip lekken en dit kan niet meer worden gestopt. Bij deze ramp vallen circa 160 mensenlevens te betreuren.[11]
9 mei – Bij een plotseling opstekende hevige storm aan de noordkust van Jutland worden vissers op zee verrast. Uiteindelijk verdrinken meer dan 50 vissers.[12]
25 september – Het Russische fregat Alexander Newski zinkt met aan boord de zoon van de Russische tsaar Alexander II, Aleksej Aleksandrovitsj. De laatste overleeft de schipbreuk, 5 andere opvarenden niet.[14]
4 december - Het SS Hecla van de KNSM, op weg van Stettin naar Amsterdam, strandt tijdens een zware storm op de Deense kust, waarbij het schip doormidden breekt. 11 bemanningsleden verdrinken.[17]
7 oktober – Het stoombarkschip Castor verdwijnt spoorloos na vertrek uit Julianehåb (Qaqortoq) met 20 opvarenden aan boord. In eerste instantie werd gedacht dat het schip overwinterde in Groenland. Pas het volgende jaar werd duidelijk dat het schip met man en muis was vergaan.[18]
2 juli – "Het nieuwe vrachtschip ss. 'Zeeburg' (1918) van de Nederlandsche Scheepvaart-Maatschappij 'Transatlanta' te Rotterdam onder kapitein M.K. Bennik, op weg van Göthenburg naar Amsterdam met erts en hout, wordt kort na vertrek uit Göthenburg vermist. Vermoedelijk moet het schip met man en muis zijn vergaan als gevolg van het lopen op een zeemijn. De twaalf bemanningsleden komen hierbij om het leven."[31]
26 juli – Het vissersschip Karen vertrekt uit de haven van Esbjerg, niet teruggekeerd. 5 doden. (Kapitein: J. H. Samsing; Vissers: P. Nielsen; A. P. Christensen; F. B. Hansen; M. P. Andersen.)[30]
25 september – Voor de oostkust van Jutland vergaat de Zweedse Gunhild. 17 doden.[32]
14 december – De torpedoboot Sveardfisken loopt in de Storebælt op een Duitse mijn. Acht opvarenden komen door de explosie om het leven.[33]
30 augustus – Bij de dijk van Rejsby, ten noorden van Skærbæk waren arbeiders bezig op een dijk. Plotseling stak er een zware storm op en het water begon erg snel te stijgen. In Rejsby had men echter geen boten. Men kon dus niets doen. Pas toen het water de volgende dag was gezakt, kon men bij de dijk komen. Men vond 19 mensen die om het leven waren gekomen; enkelen lagen in sloten, anderen waren in het prikkeldraad vast blijven zitten, in een poging het land te bereiken.
7 juli – Op Bornholm vergaat een vliegtuig van Lufthansa. Het watervliegtuig, een Dornier Wal, landde tijdens een storm in de open oceaan als gevolg van een motorstoring. Na drie uur kapseisde het vliegtuig. Van de 8 inzittenden komen er 5 om.[40]
30 september – Koopvaardijschip Vendia vaart uit van Fåborg maar wordt al snel getroffen door een torpedo in het Skagerrak. 11 doden, 6 overlevenden. Dit is het eerste schip dat door de Duitse U-boten tot zinken werd gebracht.[45]
7 december – S/S Scotia zinkt op de Noordzee na een explosie. Hierbij komen 19 opvarenden om het leven.
9 december – Het stoomschip Magnus af Middelfart wordt getorpedeerd. 20 doden.
14 december – SS Jægersborg wordt vermist van vertrek uit Kopenhagen. 18 personen keren nooit terug in hun moederland.
17 december – Het stoomschip Bogø zinkt op de Noordzee bij het eiland Vendsyssel-Thy. 14 van de 17 opvarenden komen om.
10 september – Ondergang van het Britse SS Empire Springbuck en het Nederlandse SS Winterswijk nabij de Groenlandse westkust. Respectievelijk 42[47] en 20 doden[48]. Een dag later vergaat het Zweedse SS Garm. 6 doden.[49]
7 december – In de Fugloyarfjørður bij de Faeröereilanden zinkt in het een zware storm het stoomschip Sauterness; alle 25 opvarenden komen om het leven. Op de eilanden staat het schip bekend als Jólaskipið, het Kerstschip.
31 augustus – Scheepsramp met het Noorse schip Bess op de Noordzee, westelijk van Denemarken. 30 opvarenden verdrinken.
23 november – Explosie van munitie op een depot in Holmen, Kopenhagen. 15 mensen komen om het leven.
10 december – Op weg naar de in nood verkerende Nederlandse hopperzuiger Kinhem komen 5 Deense redders om het leven. Het ongeluk gebeurde in de buurt van Hvide Sande.
5 april – Het grote Vestisen-ulykkene (Westijsongeluk) bij Groenland. Van de 53 Noorse vissersschepen in dit gebied vergaan er 5 bij een zware orkaan. Maar liefst 78 zeemannen komen hierbij om het leven.
22 juli – Het schip Portland vergaat in het Kattegat bij het eiland Anholt op weg naar Aalborg. 17 opvarenden komen bij deze ramp om het leven.
4 oktober – Nabij Kaap Vaarwel in Groenland vergaat de trawler Norman (H289) uit Hull. 20 opvarenden verdrinken.[53]
4 januari – De veerboot Friedland uit Sassnitz strandt op de oostkust van Bornholm. 5 doden.
7 april – Een vissersschip vergaat in de Vestmannasund tussen de eilanden Vágar en Streymoy, beide onderdeel van de Faeröereilanden. 5 opvarenden komen hierbij om het leven.
12 september – Op 1 kilometer afstand van de Thule Air Base in het noordwesten van Groenland stort een Amerikaanse Douglas C-124C Globemaster II. Van de 15 inzittenden komen er 10 om het leven.
30 januari – Op haar eerste reis komt het Deense passagiersschip Hans Hedtoft ten zuidwesten van Groenland in aanvaring met een ijsberg. Bij deze zeeramp komen 94 opvarenden om in het ijskoude water.
8 juli – Op het meer van Haderslev in Zuid-Denemarken zinkt een volle passagiersboot. Deze ramp kost 55 mensen het leven.
15 oktober – Een Deens vrachtschip vergaat op de Oostzee, ten oosten van het eiland Møn. Van de 16 opvarenden worden er 4 gered uit een rubberboot in open zee.
28 februari – Een vissersschip uit Hirtshals zinkt op de Noordzee. 5 opvarenden komen om.
20 maart – Een vissersschip uit Esbjerg, de Karla Schroder kapseist op het Skagerak. 5 doden.
12 mei – Nabij de Groenlandse hoofdstad Gothaab (het huidige Nuuk) stort een Canadees transportvliegtuig in zee. 15 van de 21 inzittenden komen om het leven.[56]
23 september – Zeer grote explosie in het Valby Gasværk bij Valby. Een gastank met 40.000 m3 gas ontploft, er komen 3 mensen om, een bebouwd gebied van 800x500 meter rondom de centrale wordt totaal verwoest.
23 december – Brand in de machinekamer van de Arild Mearsk aan de Handelskade in Kopenhagen. 5 doden.
28 juni – 8 mensen, onder wie 2 kinderen verdrinken na een botsing tussen een Noors veerboot en een Zweeds vrachtschip voor de kust van Noord-Denemarken. Het vrachtschip zonk na de aanvaring in 40 seconden.
3 augustus – Een F-330Gulfstream Aerospace G-1159 van Kongelige Danske Flyvevåben stort neer vlak voor de landing op Faroe Islands-Vagar Airport. 9 doden.[66] knap 3 maanden later stort eenzelfde vliegtuig bij het opstijgen neer op het vliegveld van vertrek, waarbij er 4 doden vallen.[67]
30 juni – Drama op het Roskilde Festival. Tijdens het optreden van Pearl Jam zorgt een combinatie van slecht weer samen met het uitvallen van de speakers achter op het terrein voor te grote druk vooraan, waar 8 concertgangers in het gedrang omkomen. Een negende overlijdt later in het ziekenhuis.[68] De negen slachtoffers zijn een Australische, drie Deense, een Duitse, een Nederlandse en 3 Zweedse concertgangers.
2 januari - Op de Grote Beltbrug verloren acht reizigers het leven doordat een deel van de lading van een passerende goederentrein viel en de passagierstrein, waar zij in zaten, raakte.[71]
↑ abcdefgh(da) Hjort, J. (1946). Den Danske Sømand under de to verdenskrige 1914-18 og 1939-45; "Døde ved Krigsforlis i den anden Verdenskrig". Samlerens Forlag, Kopenhagen, 264, (230-258). Geraadpleegd op 22-02-2011.
↑(sv) Hofsten, Gustaf von, Jan Waernberg (2003). Örlogsfartyg, Svenska maskindrivna fartyg under tretungad flagg. CB Marinlitteratur, Luleå, pp. 331. ISBN 91-973187-3-6. Geraadpleegd op 22 februari 2011.