Klassiek Latijns alfabetHet klassiek Latijnse alfabet is het alfabet dat voor de spelling van het Latijn werd gebruikt, ten tijde van de Gouden eeuw van de Latijnse literatuur. Het is de klassieke vorm van het moderne Latijnse alfabet. Het is tot stand gekomen in de tweede eeuw voor Christus, dus ongeveer vanaf het jaar 550 AUC. Geschiedenis Zie Geschiedenis van het Latijnse alfabet voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het alfabet is afgeleid van het Etruskisch alfabet. De Etrusken ontleenden hun alfabet weer aan de Grieken in Cumae. BeschrijvingHet alfabet bestaat uit de letters: Het onderscheid tussen I en J, respectievelijk U en V bestond nog niet. Ook was er geen letter W. Kleine letters bestonden evenmin, alles werd in hoofdletters geschreven. Er werden geen spaties gebruikt. De Y en de Z werden alleen in (Griekse) leenwoorden gebruikt. De letter KDe K maakt weliswaar deel uit van het Latijnse alfabet, maar komt zeer zelden voor. Ook in de hedendaagse Romaanse talen (Frans, Italiaans, Spaans,Portugees en Roemeens) is de K een zeldzame letter. Dit kan verklaard worden door het feit dat de C in het klassieke Latijn als een K wordt uitgesproken. De enige uitzonderingen hierop zijn twee voornamen:
De enige Latijnse woorden met een K zijn:
De letter ZDe enige "Latijnse" woorden die met een z beginnen, zijn:
UitspraakZie Latijnse uitspraak. Zie ookLiteratuur
|