Johan VI van Portugal
Johan Maria Jozef Frans Xavier de Paula Lodewijk Anton Dominicus Rafaël van Bragança (Portugees: Dom João VI de Portugal) (Lissabon, 13 mei 1767 – aldaar, 10 maart 1826), bijg. de Vergevingsgezinde, was koning van Portugal. Hij was koning uit het huis Bragança. LevenJohan was de tweede zoon van infante Maria Francisca van Portugal, de toenmalige prinses van Brazilië en haar man (en oom), infant Peter van Portugal, haar prins-gemaal. Zijn moeder besteeg de troon van Portugal in 1777, na de dood van Johans grootvader, koning Jozef I van Portugal. Johans oudere broer infant Jozef Frans overleed plots op 11 september 1788 en daardoor werd Johan de erfgenaam van de Portugese troon en kreeg de titel van prins van Brazilië. In 1799 kreeg Johan de teugels van de Portugese overheid in handen als prins-regent in de naam van zijn moeder, koningin-weduwe Maria I, die leed aan krankzinnigheid (misschien te wijten aan porfyrie). Hij behield deze positie tot aan de dood van zijn moeder op 20 maart 1816. Johan kreeg een katholieke opvoeding en was van nature een erg zwak persoon en had een zwak karakter. Hij werd te ziek bevonden voor de verantwoordelijkheid en ondernemingsgeest die het koningschap inhielden. Zijn echtgenote, infante Charlotte Joachime van Spanje, domineerde hem volledig. Charlotte Joachime was de oudste dochter van koning Karel IV van Spanje en Maria Louisa van Bourbon-Parma. In 1807 vielen de Franse troepen van keizer Napoleon I Bonaparte Portugal binnen. Op aandringen van Groot-Brittannië, vluchtte de gehele Portugese koninklijke familie naar Brazilië, begeleid door een escorte van Britse schepen. Johan creëerde een koninklijk hof in ballingschap te Rio de Janeiro. In 1808 richtte hij de Jardim Botânico do Rio de Janeiro op. In 1816 werd Johan erkend als koning van Portugal na de dood van zijn moeder, koningin Maria I op 20 maart 1816, maar hij bleef wonen in Rio de Janeiro te Brazilië. Koning Johan VI had Brazilië verheven tot een koninkrijk op 16 december 1815. Johan werd aldus koning van het Verenigd Koninkrijk van Portugal, Brazilië en de Algarve. De daaropvolgende verspreiding van ontevredenheid in Portugal heeft geleid tot een vreedzame revolutie op 24 augustus 1820 en de afkondiging van een constitutionele regering. Johan zwoer toen trouw dat hij zou terugkeren naar Portugal. Hij kwam terug naar Portugal in 1821 om een opstand te onderdrukken die door zijn jongere zoon, Michaël, werd geleid en die hij uiteindelijk tot ballingschap dwong in 1824. Ondertussen verklaarde zijn oudste zoon en erfgenaam, Peter, de Braziliaanse onafhankelijkheid van Portugal op 7 september 1822 en maakte zich vervolgens zelf keizer als keizer Peter I. Koning Johan VI weigerde de Braziliaanse onafhankelijkheid te erkennen tot 29 augustus 1825, toen hij tegelijk Peter weer erkende als troonopvolger van Portugal, in de overtuiging dat Brazilië en Portugal zouden worden herenigd in een dubbelmonarchie na zijn eigen dood. Johan stierf in Lissabon op 26 maart 1826 en werd kort daarop opgevolgd door Peter, als koning Peter IV. Er zijn recent tests uitgevoerd op de darmen van koning Johan VI, die bewaard waren gebleven in een vaas. Die tests hebben aangetoond dat hij is gestorven ten gevolge van arseenvergiftiging. KinderenJohan was in 1785 gehuwd met de tienjarige Spaanse infante Charlotte Joachime van Spanje (1775-1830), dochter van koning Karel IV van Spanje, en werd vader van:
Voorouders
Zie de categorie Johan VI van Portugal van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|